Spectaculaire Salar de Uyuni.
Hoe meer tijd we in Bolivia doorbrengen hoe minder we van het land begrijpen en hoe groter de verschillen met de andere Zuid-Amerikaanse landen worden. Bolivia is één van de armste landen in Zuid-Amerika en je merkt dat het land mee probeert te liften op de economische voorspoed die Zuid-Amerika nu mee maakt. Alleen de manier waarop ze hiermee omgaan verbaasd ons. Er ook komen veel toeristen naar Bolivia, alleen weten de Bolivianen niet zo goed wat de toeristen willen. Ook zien we dat er overal gebouwd wordt, alleen ontbreken vaak de benodigde voorzieningen zoals wegen rondom deze projecten. De voorsteden van La Paz zijn hier een goed voorbeeld van. Verder zie je dat veel gebouwen niet afgebouwd worden. Het lijkt erop dat er veel energie in weinig succesvolle projecten wordt gestoken, daarnaast ontbreekt het aan een duidelijke visie. Zowel boeiend als tragisch om te zien.
De nachtbus van La Paz naar Uyuni doet ons weer aan Azië denken. We hebben inmiddels al aardig wat busreizen gemaakt (in totaal hebben we al weken in bussen doorgebracht) en kunnen daarom de bussen goed vergelijken. In Zuid-Amerika hebben we, als ze tenminste rijden, met de beste bussen mogen reizen en de Boliviaanse bussen lijken eerder op Aziatische bussen dan op Zuid-Amerikaanse bussen. Ze zijn wat ouder, lijken wat slechter onderhouden en tijdschema’s worden meer als een leidraad gebruikt. Verder zitten we gezellig tussen de Bolivianen, weer lekker avontuurlijk. Gelukkig stond de bus wat ‘hoger op z’n poten’ en daardoor kunnen we nog redelijk wat slapen als de bus over onverharde wegen rijdt. Opvallend zijn veel wegen in Bolivia nog onverhard en hierdoor krijgen we naast de verplaatsing van A naar B een gratis ‘massage’.
Uyuni is de stad vlakbij de grootste zoutvlakte, de Salar de Uyuni, en het is daarom één van de belangrijkste toeristenbestemmingen van Bolivia. De stad zelf heeft niets en het zal waarschijnlijk ook nooit iets worden. De stad ligt in het uiterste zuidwesten van Bolivia, vlakbij de Chileense stad San Pedro de Atacama waar we eerder zijn geweest. Het is opvallend om te zien dat in dezelfde omstandigheden San Pedro veel meer sfeer heeft. De Bolivianen doen weinig hun best om er iets van te maken en dat is jammer. Er zijn bijvoorbeeld zo’n 10 restaurantjes in het centrum en 9 daarvan zijn pizzeria’s met daarbij nog een Mexicaan (welke opmerkelijk genoeg ook pizza’s en pasta’s verkoopt). Blijkbaar is de Boliviaanse keuken niet de moeite waard, toch wel jammer. Op dergelijke momenten missen we Azië en de Aziatische keuken in het bijzonder enorm; Zuid-Amerika (zover we tot nu ervaren hebben) kan hier nog wat van leren.
De keuken in Zuid-Amerika mag dan een stuk minder zijn, de natuur blijft fantastisch. We zijn drie dagen met een toer organisatie naar de zoutvlakte en naar een spectaculair deel van de Andes in het uiterst zuidwesten geweest. Het was fantastisch!
Het gebied is best ruig en daarom is het alleen met 4x4 auto toegankelijk. Onze groep bestaat uit 12 mensen (6 per auto) en het is weer een internationaal gezelschap; Zuid-Koreanen, Indiërs, een Zweedse, een Duitse een paar Britten. En wederom weer erg leuke mensen ontmoet. Helaas was er weer geen klik met de gids. De man deed erg zijn best, maar omdat hij nauwelijks Engels sprak was het niet echt mogelijk om een gesprek met hem aan te gaan. Gelukkig maakte de groep en de omgeving het helemaal goed.
De eerste dag hebben we de zoutvlakte bezocht en het was indrukwekkend. Zo’n enorme witte vlakte, super! Het is heel raar om er overheen te lopen of te rijden; je denkt dat het sneeuw is en als je er over loopt merk je dat het niet zo is. Daarnaast is de grootte indrukwekkend; zo ver je kunt kijken is het wit. Het schijnt dat je de Salar de Uyuni goed vanuit de ruimte kunt zien. Hopelijk kunnen jullie het bovenstaande een beetje in de foto’s terug vinden. De vlakte is ook de perfecte plek om ‘fun’ foto’s te maken. Dit zijn foto’s waardoor je door verschillende afstanden (een persoon of object staat dichtbij en een ander persoon staat ver weg) leuke effecten krijgt.
Later in de middag zijn we verder naar het zuiden gereden. De zoutvlakte eindigt in een ondiep meer (de auto’s kunnen hier prima overheen rijden) en onze gids had bedacht om dat het wel makkelijk was om een stukje af te snijden; gevolg we hebben ruim een uur vast gezeten. De auto zat vast in een mengsel van zout, water en zand; het werd een soort drijfzand. Ondanks dat ze volgens de gids frequent vast komen te zitten, was het erg opvallend dat ze geen adequate spullen bij zich hadden om de auto los te trekken. Pas toen andere auto’s kwamen helpen konden we verder rijden. Niels probeerde samen met andere jongens uit onze groep de auto los te duwen en omdat hij daarbij tot ver boven zijn enkels in het zout mengel kwam te zitten en omdat het zout flink in zijn schoenen beet, kunnen zijn schoenen na onze trip echt weg; ze zien er echt niet meer uit.
De zoutvlakte en de bergen in het zuiden liggen tussen de 4.000 en de 5.000 meter hoog en daarom was het ’s nachts, met name de tweede nacht, best wel koud. Tijdens onze tweede dag zijn we voor de tweede keer tijdens onze reis (eerste keer was in Nepal) op een hoogte van 5.000 meter geweest, blijft toch bijzonder. Gelukkig hebben we ook deze keer geen last van hoogteziekte gehad.
De tweede dag was de dag van de spectaculaire meren. Vergelijkbaar met het gebied rondom San Pedro de Atacama staan ook hier veel vulkanen en is er ook sprake van geothermische bronnen. Dankzij de geothermische activiteit zijn er verschillende mineralen in de meren terug te vinden en deze mineralen zorgen voor spectaculaire plaatsjes. Zeker in combinatie met de vulkanen op de achtergrond. In één van de eerste meren zagen we een grote groep flamingo’s. Bijzonder om te zien hoe deze dieren op ruim 4.000 meter kunnen overleven. Overdag is het met z’n 20 graden erg aangenaam, maar ’s nachts duikt het kwik ruim onder het vriespunt. Wij hadden verwacht dat we flamingo’s in de warmere gebieden van bijvoorbeeld Brazilië tegen zouden komen en niet op zo’n grote hoogte in de Andes.
Het rode meer is de meest bijzondere van de meren die we gezien hebben. Als jullie de foto’s van het rode meer zien lijkt het in eerste instantie er misschien op dat er een soort kroos of alg op het water drijft maar dat is niet het geval. Dankzij een speciaal mineraal kleurt het water rood; er drijft dus niets op de oppervlakte. Waanzinnig om te zien, zeker in combinatie met de vulkanen en de flamingo’s! Als toetje krijgen we aan het eind van de dag de ‘rots boom’ te zien. Dit is een rots die in de loop der jaren door de wind als een ‘boom’ is uitgeslepen.
Na een zeer koude nacht staan we op de laatste dag om 5.00h op. Het idee van de gids is om bij zonsopgang de geisers te bezoeken. Dankzij de geothermische activiteit kun je hier ook stoom uit de grond zien komen. Wel valt het aantal geisers een beetje tegen, we hebben in San Pedro veel meer en veel mooiere geisers gezien. Ook is het veel te koud om uitgebreid rond te lopen. Volgens de gids is het -20, al lijkt dat volgens ons wel een beetje overdreven; laten we het er op houden dat het ijskoud was.
Na de geisers gaan we naar het laatste meer; het groene meer. Ook hier is het water dankzij mineralen gekleurd, in dit geval groen. Omdat het water pijl erg laag is kunnen we de groene kleur niet zo heel goed zien. Wel hebben we goed zicht op de Lincanabur vulkaan. Deze vulkaan is zo’n 6.200 meter en staat precies op de grens tussen Bolivia en Chili. De vulkaan is dankzij zijn perfecte vorm een echte ‘eye catcher’, we hebben hem eerder in San Pedro goed kunnen zien. Na het groene meer stoppen we nog één keer bij het rode meer en gaan we daarna terug naar Uyuni.
We slapen nog één nachtje in Uyuni en maandagochtend om 6.00h gaan we door naar de stad Tupiza. Deze stad staat bekend om zijn kleurrijke en bijzonder gevormde rotsen. De bus rit van Uyuni naar Tupiza is ook weer bijzonder en om daarom een stukje over deze rit. Om 6.00h is het nog donker en het is dankzij de hoogte nog steeds ijskoud. Net zoals de meeste huizen heeft de bus geen verwarming en hierdoor is het de eerste uurtjes best afzien; we voelen onze voeten niet meer! Gelukkig verwarmt de zon de bus in de loop van de ochtend. Halverwege Uyuni en Tupiza ligt het plaatsje Atocha. Het is een klein stoffige plaatsje waar niets gebeurt. Ondanks dat besluit de buschauffeur om de bus een uur aan de kant te zetten. Als we rond 10.00h weer willen vertrekken staan er ineens een paar agenten rond de bus. Er is een kleine discussie met de buschauffeur en andere mensen van de busmaatschappij en even later krijgt de chauffeur een prent. Wat is er aan de hand? De buschauffeur blijkt geen groot rijbewijs te hebben! En hoe lossen ze dit in Bolivia op? Eén van de passagiers blijkt wel een groot rijbewijs te hebben en na een paar korte instructies, ondanks het rijbewijs lijkt hij weinig ervaring te hebben, rijdt hij de bus tot 100 meter buiten het dorp (uit het zicht van de agenten) en vervolgens gaat de oorspronkelijk (niet bevoegde) chauffeur weer achter het stuur zitten en rijdt de bus naar Tupiza!
Tupiza is een leuke stadje; het heeft veel meer sfeer dan Uyuni. Uiteraard willen we de bergen in de omgeving gaan bekijken en daarom gaan we dinsdag weer met een toertje op pad. En deze keer hebben we een heel speciaal vervoermiddel; paarden!! Wie had dat gedacht; Lisette en Niels op een paard! De Zweedse die we tijdens onze trip op de zoutvlakte hebben ontmoet is er ook bij en dit is een erg gezellige tante. Ze woont al een paar jaar in Londen en we hebben erg veel lol met haar.
Gelukkig wisten de paarden precies waar we heen moesten, want wij hadden totaal geen controle over de paarden. We konden we ze een kleintje naar links of rechts manoeuvreren, maar daar hield het ook mee op. We hebben een rondje van 5 uur door de bergen gemaakt en het uitzicht was fantastisch. Het leek erg op de bergen rondom Salta en toch was het weer iets anders. Na 5 uur waren we er ook wel klaar mee; van dat paardrijden krijg je een enorme blikken kont! Wel een erg leuke dag gehad.
’s Avonds hebben we een nachtbus naar de hoofdstad Sucre genomen en hier zijn we woensdagochtend vroeg aangekomen. Omdat we erg vroeg in Sucre aankwamen hebben we hier eerst in ons hostel even geslapen, daarna hebben we de stad even bezocht. Op het eerste gezicht een erg leuke stad. Zeker de markt is erg leuk; niet alleen kun je hier de meest exotische fruitsoorten kopen, je kunt hier ook voor een prikkie heerlijk eten. Eindelijk een heerlijke maaltijd in Bolivia!!! Wow!
De komende dagen gaan we Sucre en omgeving verder bekijken en ergens in het weekend gaan we naar onze laatste bestemming in Bolivia de plaats Santa Cruz. Vanaf deze plaats gaan we vervolgens door naar Brazilië.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}