Een week met ups and downs, wel met een spectaculaire einde
We beginnen het weekend met een tegenslag; in de laatste avond in Vang Vieng heeft Niels in een restaurant iets gegeten wat niet goed was. De eerste dag in Phonsavan lijkt het goed te gaan, maar maandag gaat het mis. We besluiten om maandag een dagje rust te nemen en dinsdag pas naar Luang Prabang te gaan. Ondanks dat de steden maar zo’n 300 kilometer uit elkaar liggen, duurt de rit zo’n 8 uur. En als je last van je maag hebt, heb je geen zin om 8 uur lang over slingerige bergweggetjes te rijden!
Dinsdag gaat het al een stuk beter met Niels en de rit naar Luang Prabang is erg slingerig maar wel prachtig; het uitzicht (de bergen) is fantastisch! Dinsdagmiddag drinken we lekker een drankje bij een cafétje en gaan ’s avonds naar de bekende nachtmarkt. Op de markt kunnen je allerlei souvenirs en andere toeristen prullaria kopen, daarnaast kun je er ook lekker eten. Luang Prabang bevalt ons gelijk goed.
Helaas wordt Lisette ’s avonds ziek, waarschijnlijk heeft ze iets van Niels overgenomen. Woensdag doen we het dus ook rustig aan; Lisette blijft lekker op bed liggen en Niels gaat bekijken wat er allemaal te doen is.
Donderdag gaat Niels alleen op pad, het gaat beter met Lisette maar ze is er nog niet helemaal. De dag begint vroeg; Niels gaat de ceremonie bekijken waarbij de monniken eten van de bevolking krijgen. Omdat het in de straten erg rustig is, voelt Niels al snel een beetje nattigheid. Of de lokale VVV heeft ons verkeerd geïnformeerd of de monniken slapen vandaag uit; maar om 5.30h is er geen monnik te zien. Tussen 6.15h en 6.30 gaat het dan toch gebeuren. Helaas is het niet de magische ceremonie die we verwacht hadden; het lijkt meer op een showtje voor toeristen. De Laotianen hebben bedacht dat het veel makkelijker en winstgevender is, als de toeristen i.p.v. de Laotianen het eten aanbieden. Ook Niels trapt er in en hij staat aan het begin van de optocht klaar om zijn net gekochte banaantjes en koekjes aan de monniken te geven. De monniken laten het gelaten over zich heen komen; het lijkt er op dat het hen niet uit maakt wie het eten aanbiedt. Aardig om mee gemaakt te hebben, maar het valt toch een beetje tegen.
Later in de ochtend bezoekt Niels het Koninklijk paleis en paar tempels. Net zoals China is Laos op dit moment een Volksrepubliek, maar vroeger (tot het begin van de 20e eeuw) was het een koninkrijk (wel als kolonie van Frankrijk). Luang Prabang was in die tijd een belangrijke stad en daarom staat er een paleis; erg mooi, alleen jammer dat je geen foto’s mag maken. ’s Middag komt het hoogtepunt van de dag: de Kuang Si watervallen. De watervallen liggen verscholen in de jungle en mede dankzij deze ligging zijn ze super! Lijkt een beetje op de Plivitsch meren in Kroatië, maar dan in het klein. En ondanks dat het water koud is, kun je er lekker zwemmen. Heerlijke middag, zeker omdat het met Lisette ook weer iets beter gaat.
Vrijdag voelt Lisette zich fit genoeg om verder te reizen en daarom gaan we Luang Prabang weer verlaten. Deze keer laten we ook de grote toeristenstromen achter ons. De meeste mensen die in noordelijke richting doorreizen kiezen er voor om vanaf Luang Prabang linksaf Thailand of rechtsaf Vietnam in te slaan, een luxe alternatieve route is terug naar de hoofdstad om vanaf daar verder te vliegen. Over ruim een week gaan wij ook linksaf richting Thailand, maar eerst kiezen we er voor om verder naar het noorden te gaan. Het wordt ook gelijk lastiger om het vervoer te regelen. In het noordelijke plaatsje Muang Khoua willen we een trekking gaan doen, maar om hier te komen moeten we vanaf Luang Prabang eerst naar Nong Kiau reizen om daar vandaan de volgende dag door te reizen. Tussen Nong Kiau en Muang Khua reizen we per boot, er is geen directe weg tussen de twee plaatsen.
Na een relatief korte rit van 4 uur komen we er achter dat het zeker geen straf is om een nachtje in Nong Kiau te blijven; het uitzicht op de bergen is spectaculair. Daarnaast ligt het erg leuk aan de rivier. Wel is er in het plaatsje zelf weinig te doen, maar omdat we een leuke bungalow met zicht op de rivier hebben is dat laatste geen probleem.
De bootrit van Nong Kiau naar Muang Khoua is de beste die we tot nu toe gemaakt hebben! Het bootje zelf is niet bepaald zeewaardig, maar we zitten wel heerlijk in business class stoelen. Dit is één van de langste ritten in de omgeving (de rit duurt ruim 5 uur) en waarschijnlijk hebben ze daarom comfortabele autostoelen i.p.v. de normale houten banken in de boot gemonteerd; het zit fantastisch! Ondanks dat de stoelen fantastisch zijn, is de omgeving uit eindelijk de succesfactor van de trip. De bergen zijn fantastisch en onderweg komen we een paar dorpjes tegen die compleet van de bewoonde wereld zijn afgesneden, alleen de dagelijkse boot zorgt voor het contact met de rest van de wereld. Af en toe lift er een local mee en zo stoppen we even later in ‘the middle of nowhere’ om iemand af te zetten. Tot onze verbazing zien we dat er even verderop een barbecue aan de gang is en daar moet die persoon zijn. Ondanks dat wij in de boot zitten, worden ook wij hartelijk begroet en krijgen gelijk een biertje. Wat goed! Verder zien we onderweg veel water buffeloo’s. Omdat het ook voor deze beesten redelijk warm is, liggen verschillende heerlijk ontspannen in de rivier. Prachtig om te zien.
De kapitein verdient trouwens ook een groot compliment. De rivier, de Nam Ou, is voor een groot deel met de rivier de Ardèche in Frankrijk te vergelijken en omdat we de rivier stroomopwaarts bevaren, moet de kapitein flink zijn best doen om ons heelhuids door stroomversnellingen te krijgen.
De bergen rond Muang Khoua zijn, in vergelijking met Nong Kiau, iets verfijnder en daardoor iets minder spectaculair. Al zijn ze nog steeds erg mooi. In een ons guesthouse komen we gelijk een aantal leuke mensen uit alle delen van de wereld tegen; een meisje uit Finland, een Nieuw-Zeelander en een Amerikaan. Omdat we zaterdag geen trekking meer kunnen regelen wordt dat onze belangrijkste taak voor zondag.
Het is uiteindelijk niet alleen lastig om het vervoer in het noorden te regelen, om een georganiseerde trek te regelen moeten we ook flink ons best doen. In het dorp is er maar één gids en wat we ook doen, we krijgen hem zondag niet te pakken. Het dorp is redelijk geïsoleerd en heeft geen internet verbinding en onze telefoon kan ook geen verbinding met een netwerk maken en dat maakt het niet makkelijker op. De mensen in het dorp zijn helemaal niet vriendelijk en na veel moeite willen ze toch eindelijk de gids bellen. Helaas zonder succes, later nog maar eens proberen.
We maken er maar een lekker dagje in het dorpje van. Het is niet al te groot en daarom gaan we ’s middags lekker aan de rivier zitten. ’s Avonds proberen we het nog een en deze keer krijgen we hem te pakken. Het is een aardige man, maar wel erg koppig. Het duurt even voordat we voor een aardige prijs alles geregeld hebben. Als er een alternatief in het dorp beschikbaar was, hadden we zeker bij een andere organisatie zaken gedaan. Ondanks het gedoe, hebben we er erg veel zin.
’s Avonds komen we de Nieuw-Zeelander en de Amerikaan weer tegen en we gaan gezellig met z’n allen een hapje eten. Omdat zij de volgende dag naar Vietnam gaan, kunnen we ze nog wat tips geven. Later komen we ook nog een Nederlands stel tegen en ze schuiven gezellig aan. Ze gaan ook naar Vietnam en omdat het lastig is om de bus te regelen, gaan ze de volgende dag met z’n vieren op pad. Het Nederlandse stel komt net uit Thailand en heeft juist weer wat tips, super.
Maandagochtend starten we met de trekking. De gids is dezelfde kerel als we gisteravond mee onderhandeld hebben, maar dat lijkt hij alweer te zijn vergeten. Het is een geschikte kerel en is erg enthousiast over de omgeving. En terecht, het is erg mooi! De trek loopt over goede paden en de gids kan ook nog het één en ander over de omgeving vertellen. Wel wil de gids aan het eind van de ochtend graag een nieuwe route proberen. Hij vindt ons wel een stel om een beetje avontuurlijk mee te worden. Een beetje avontuur vinden wij zeker geen probleem, graag zelfs. De nieuwe route begint erg goed, maar de begroeiing wordt steeds dichter. Dit pad wordt nauwelijks gebruikt, zeker niet door toeristen. Omdat de gids geen kapmes of iets dergelijk bijzig heeft, wordt het al een snel een gevecht met de begroeiing. Aan onze schrammen kun je zien dat zowel de natuur als wij gewonnen hebben. Bij een veldje met papaver bloemen vraagt hij voor de zekerheid nog even voor de richting. Om begrijpelijke redenen worden de boeren een beetje nerveus door onze aanwezigheid en ze sturen ons snel een kant op. Na een tijdje komen we er achter dat het de verkeerde kant was en alleen via klimmen en klauteren kunnen we vooruit komen; we gaan recht omhoog een berg op. Na een paar uur vinden we uiteindelijk toch de weg en na weer een uur lopen komen we bij een dorpje terecht. De gids voelt zich erg schuldig en omdat we het heelhuids het dorpje gehaald hebben, is dat helemaal niet nodig. Na een ijsje in het dorpje gegeten te hebben, gaan we weer verder naar onze eindbestemming.
We hebben inmiddels al aardig wat lokale mensen ontmoet, maar het ontvangst dat we hier hebben is werkelijk uniek. We overnachten bij de baas van het dorp en na een kennismaking weet het hele dorp dat wij er zijn; iedereen komt vervolgens ook direct even kijken. Op zich geen probleem, in India hebben we dat ook vaak mee gemaakt, maar deze keer zegt niemand iets terug of maakt op een andere manier contact. Ze blijven achter ons aanlopen en blijven ons aanstaren, zelfs zwaaien durven ze niet. Als we vervolgens het fototoestel pakken om een foto te maken staat iedereen direct achter ons; ze zijn erg fotoschuw. Uiteraard respecteren we hun reactie, al voel je je wel een beetje ongemakkelijk. ’s Avonds maken ze het helemaal goed. Eerst eten we een fantastische maaltijd met de baas van het dorp, volgens traditie eet de rest van het gezin (30 personen) op een ander moment, maar ze vinden het absoluut geen probleem om ook hun traditionele kleding aan te doen. Als we beloven dat we de foto’s af laten drukken en opsturen mogen we ze vervolgens bij hoge uitzondering ook fotograferen. We zijn te gast bij de Akha stam en de vrouwen dragen fantastische kleding. Fantastisch begin van de trekking!
Dinsdag lopen we maar 4 uur, maandag was mede dankzij de extra kilometers met 7 uur de langste. We kunnen het dus rustig aan doen. Als grapje stelt de gids wel voor om vandaag ook een alternatieve route te proberen, maar hij bedoelt het niet serieus. Net zoals maandag is het ook vandaag veel op en af. We gebruiken routes die voornamelijk door lokale mensen gebruikt worden en ze houden niet van omlopen; de padden gaan recht een berg omhoog en ook recht een berg weer af. Omdat Lisette vorige week nog ziek was, merkt ze dat haar conditie nog niet op het oude pijl is. Met name berg op is erg zwaar, maar ze flikt het wel en dat is een groot compliment.
Het lijkt dinsdag een stuk warmer (ruim 30 graden) dan maandag en we zijn dan ook erg blij als we in het volgende dorp lekker in een stroompje kunnen zwemmen. Omdat er weinig water in het stroompje zit, is zwemmen wel een groot woord. Wel is het heerlijk verfrissend. Als we ons later bij de dorpskraan afspoelen zijn mensen wel in ons geïnteresseerd, maar deze keer is er wel sprake van wederzijds contact. Veel beter als bij de andere stam. De voorzieningen in het dorp zijn in vergelijking met gisteren ook beter. Gisteren was het toilet de dichtstbijzijnde boom, nu is er tenminste een huisje over het gat in de grond gezet. Ook deze keer is het eten weer super en net zoals de dag ervoor wordt het weer vers bereid. In deze dorpen betekent ook dat het vlees, Laotianen eten niet snel iets vegetarisch, vlak voor de maaltijd geslacht wordt. Gisteren was een kip de klos, vandaag eten we eend en daarom gaat onze gids ook naar een eend op zoek. Na een tijdje komt hij terug met een mooi groot exemplaar en samen met de man des huizes slachten ze de eend. Het is voor ons de eerste keer dat we een eend geslacht zien worden en het valt niet tegen. Ze doen het erg netjes en de hele eend wordt gebruikt; we hebben zeer waarschijnlijk zelf ook delen van de eend gegeten die we normaal niet hadden gegeten. Een groot deel van de eend wordt gebruikt om hét nationale gerecht van Laos te maken; Laap. Dit is een pittig gekruid gerecht met fijn gesneden vlees (in dit geval eend maar ook biefstuk, kip of vis worden gebruikt) en andere kruiden. Uiteraard wordt er rijst bij gegeten, in dit geval sticky (kleverige) rijst. Erg lekker. En net zoals de dag ervoor, drinken we nu ook weer kleine shotjes Laotiaanse ‘whisky’ met een deel van het gezelschap. Het is uiteraard geen whisky, maar zelf gemaakte rijstwijn. Niet echt lekker, maar je wil wel de lokale gewoontes respecteren. En omdat oneven nummers ongeluk brengen, zitten we al snel aan zes shotjes per persoon.
Later op de avond worden we ook aan de baas van dit dorp voorgesteld, maar deze heeft weinig zin in een praatje. Net zoals gisteren was het verblijf vandaag bij de families weer een fantastische ervaring. Dit maak je nergens anders mee.
Woensdag gaan we voor de laatste keer met deze gids op pad en omdat we op tijd de bus terug naar Muang Khoua moeten pakken, gaan we vandaag ook weer zo’n 4 uur lopen. En ook vandaag wil de gids een nieuwe route gaan proberen. Deze keer pakt hij het wel goed aan; een lokale gids en een kapmes gaan mee. De andere gids spreekt geen Engels, dus een uitgebreid gesprek zit er niet in, maar hij lacht wel erg vriendelijk. Deze keer is het nieuwe pad een groot succes, al moeten we flink het kapmes gebruiken. De eerste twee uur zijn stijl omhoog, maar het uitzicht is er super en de laatste twee uur lopen we lekker in de schaduw naar beneden.
De trekking was een groot succes. Niet alleen door de natuur, maar voornamelijk door het verblijf bij de lokale families. Waarschijnlijk doordat we in een minder toeristisch gebied waren, waren de reacties van de dorpsbewoners oprecht en echt en dat was erg bijzonder. Ondanks dat de bergen niet super hoog zijn (maximaal 2.000 meter hoog), maar doordat we recht omhoog en recht naar beneden gingen was het ook fysiek best een uitdaging.
Donderdag hebben we dit leuke gebied weer verlaten en zijn we via Udomxai naar Luang Nam Tha gereisd. Geen spectaculair stadje, maar prima voor een dagje praktische dingen; o.a. wassen en de site bijwerken. We blijven hier dan ook maar één dag; zaterdag willen we naar Thailand, Chang Mai om precies te zijn, door reizen.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}