Chitwan en Varanasi
Dinsdagochtend vroeg zijn we via de bus vanaf Pokhara richting Chitwan gegaan. Het was een busreis van een kleine 5 uur en was goed te doen, helaas vertoonde ze wel super foute films die niemand leuk vond.
In een dorpje vlakbij Chitwan werden we door mensen van het resort opgewacht, het resort zelf ligt verder in het nationaal park. Na een uurtje waren we vervolgens bij het resort. Omdat het op een eiland ligt, moesten we eerst via een prehistorisch bootje naar de overkant gebracht worden. Voor sommige stevige personen en/of personen die (te) vaak hun bordje leeg eten, was dit best een uitdaging.
Het resort is erg primitief en omdat je midden in de natuur zit, hoort het eigenlijk ook zo. Warm water was er alleen tussen 17.00 en 19.00 en elektriciteit was er alleen tussen 17.30 en 21.30. Wij waren hier van tevoren over geïnformeerd en waren dus niet verrast, dit in tegenstelling tot andere personen.
Om 15.30 begon het programma; op de rug van een olifant de jungle in. Je komt naar Chitwan om wilde dieren te zien en om die te zien moet je de jungle in. Dat doe je op verschillende manieren; te voet, met een jeep, met een boot (uiteraard vaar je dan langs de jungle) en de meest bijzondere op de rug van een olifant. Je zit niet direct op de olifant, maar samen met twee of drie anderen ziet je in een mand op de olifant. Erg bijzonder, voor sommige Amerikanen iets te heftig, maar vooral erg leuk. Inclusief twee olifanten trips, zijn we in totaal 5 keer de jungle in gegaan en helaas was het aantal wilde dieren die we gezien hebben een beetje teleurstellend. Je komt voor de grote namen; neushoorn, Bengaalse tijger en het jachtluipaard. Helaas hebben we alleen in de verte een schim van een baby neushoorn gezien, van de andere twee soorten hebben we alleen voetsporen gezien.
Wel hebben we een krokodil, herten een heel veel vogelsoorten gezien. Ondanks de beperkte aanwezigheid van ‘ wildlife', hebben we een leuke tijd gehad. Leuk resort en het altijd erg leuk om in de natuur te zijn, zeker als een gids verschillende dingen uitgelegd.
Donderdag hadden we een zware reisdag naar Varanasi op het programma staan. Eerst zo'n 5 uur met de bus vanaf Chitwan naar de grens en daarna een nachtbus van 10 uur naar Varanasi.
Het eerste deel verliep erg makkelijk, wel was het opvallend dat de bus 4 km voor de grens stopt en dat je via een rickshaw (een fiets met achterop een bakje voor twee of drie personen) het laatste stuk moet afleggen. Het lijkt er op dat de lokale economie nog net even voor het verlaten van Nepal gestimuleerd moeten worden.
De grens overgang zelf is één grote chaos. Opvallend genoeg verliep de paspoortcontrole in deze chaos erg prima. In het dorpje aan de Indiaanse grens hebben we de tijd uitgezeten en rond 18.00 vertrokken we richting Varanasi. Om geld uit te sparen hebben we de lokale bus gebruikt en die bussen hebben geen voorzieningen. Daarnaast was de weg erg slecht. Resultaat; we hebben hierdoor dan ook niet geslapen. Rond 4.00h kwamen we in Varanasi aan en op busstation was het al een drukte van belang. Om even bij te komen hebben we samen met een jongen uit Israel een theetje op het busstation gedronken. Omdat we de zonsopgang op de Ganges mee wilden maken (we waren toch al op), zijn we vervolgens rond 5.00h de stad in gegaan. Omdat het busstation iets buiten de stad ligt hebben we met z'n drieën een tuk tuk gebruikt. Ons is nog steeds niet helemaal duidelijk hoe drie personen, drie grote rugtassen en een chauffeur in de tuk tuk gepast hebben; moet er hilarisch uitgezien hebben. Na veel moeite hadden we uiteindelijk toch een guest house gevonden. Het koste veel moeite omdat verschillende vol zaten of te duur waren. Om 6.00 zaten we vervolgens op een bootje op de Ganges. Het was indrukkend om te zien hoe de Hindu's de Ganges benaderen; uitgebreid buigen, zingen, bidden, enz. Om de mensen daarna te zien baden was helemaal indrukwekend. Helaas bleef de zonsopgang zelf achter de wolken steken.
Omdat we de zonsopgang al gezien hebben blijft er in Varanasi eigenlijk maar één ander hoogtepunt over en dat is de zonsondergang. Niet alleen is de zon dan mooi, maar er worden dan ook verschillende lichtjes aangestoken.
Het Aarti festival, zo heet het dagelijkse lichtjes festival, was ook zeer indrukwekkend. Aan twee kanten voeren 5 jongeren een uur lang een ceremonie op. Er komen veel vuur en wierrook bij kijken. Bijzonder dat we dit zo dichtbij mee mogen maken. Aan het eind wordt er door de hele menigte lichtjes ontstoken en op de Ganges gelegd. Het zijn een soort waxine lichtjes die blijven drijven.
Zaterdagmiddag gaan we de stad weer verlaten. Na ongeveer 9 uur treinen komen we dan in Umaria aan. Vanaf deze plaats hopen we in het Bandhavgarh National Park uit te komen. In dit park hebben we een tweede kans om wilde tijgers te zien. Het is, voor Indiaanse begrijpen, een heel klein park, maar het heeft wel de hoogste tijger dichtheid ter wereld. Hopelijk hebben we deze keer meer geluk.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels©
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}