Lekker weer en een heerlijk land, Vietnam bevalt goed.
Omdat we de Imperial City van Hue nog graag wilden zien hebben we dinsdagmiddag de bus naar Hoi an genomen. De Imperial City is vergelijkbaar met de Verboden Stad in Beijing. In de 18e en 19e eeuw was het een stad waar de keizer van Hue woonde. Omdat de Amerikanen een deel van stad plat gebombardeerd hebben heeft het helaas een deel van zijn schoonheid verloren. Wel is de stad nog steeds het bezoeken waard. De Vietnamezen hebben een aantal panden gerestaureerd en dat is met wisselend succes geweest aantal panden zijn fantastisch gelukt, andere wat minder.
We hadden Hue net op tijd verlaten, we zaten net in de bus en toen begon het heftig te regenen.Hue en Hoi an liggen zo’n 200 kilometer uit elkaar en omdat het verkeer in Vietnam chaotisch kan zijn duurt de trip ongeveer 4 uur. Hoi an heeft een oud centrum dat door Unesco beschermt wordt en het is een fantastisch leuk binnenstadje. Het heeft prachtige oud Aziatische huizen en omdat het aan een rivier ligt, ook een mooie haven. We hebben woensdag de hele dag hier rond gelopen.
Naast een leuke binnenstad heeft het ook erg leuke restaurantjes en cafétjes, het is daardoor ook een van onze favoriete plekjes in Vietnam. Ongeveer 5 kilometer buiten Hoi an ligt ook nog een mooi strandje. Aan het eind van de middag hadden we weer twee fietsen gehuurd en zijn we lekker naar het strand gegaan. Het was bijna niet mogelijk, maar deze fietsen waren nog slechter dan de fietsen in Tam Coc. Het strand was heerlijk; weinig andere toeristen, alleen konden we niet zwemmen. De temperatuur was geen probleem, de zee was te ruig.
Hoi an staat verder bekend om de mogelijkheid om redelijk goedkoop kleding te laten maken. Omdat we weinig tot geen ruimte in onze rugtassen hebben hadden we eigenlijk niets nodig, maar uiteraard hebben we wel even gekeken. Niels had weinig zin om in 25 graden maat kostuums te passen en voor heren was er verder weinig keuze. Lisette had wel een leuk jurkje gezien alleen was het erg duur en de tailor had geen zin om de prijs te verlagen. Volgende keer beter.
Donderdag hebben we de tempels van My Son bezocht. Deze tempels zijn door de mensen uit Java in de 2e eeuw gebouwd, de Fransen hebben ze vervolgens in 1900 weer herontdekt. Omdat de Noord Vietnamezen de jungle rond de tempels als schuilplaats gebruikten, hebben de Amerikanen ook hier helaas een groot deel van het complex met de grond gelijk gemaakt. Er staan nog een aantal tempels overeind, maar de glans is helaas verloren gegaan.
Aan het begin van de avond hebben we weer een nachtbus naar Nha Trang gepakt. Nha Trang is een stad zo’n 500 kilometer ten zuiden van Hoi an. Je gaat er voor het strand naar toe, de stad heeft voor de rest niet zo heel veel te bieden. Er staan al veel hoge flatgebouwen en er worden op dit moment nog een aantal gebouwd en de stad heeft hierdoor zijn charme verloren.
Omdat veel slapen in een nachtbus niet haalbaar is, hadden we bedacht dat we vrijdag lekker op het strand bij konden komen. Waarschijnlijk had iemand bepaalt dat we genoeg geslapen hadden, want het werd uiteindelijk verstoppertje spelen met de regen. Af en toe regende het en op die momenten schuilden we bij een strandtent. Het regende vaak maar 10 minuten, maar na verschillende keren heen en weer gelopen te hebben waren we dit spelletje toch wel zat. In de zee bij Nha Trang liggen een aantal kleine eilandjes en bij deze eilandjes kun je goed duiken en snorkelen. We hadden dat graag gedaan, maar helaas is de zee te ruig en is niet slim op de zee op te gaan. Niet alleen is de kans erg groot dat je zeeziek wordt, door de stroming zie je onder water vrij weinig. Omdat er voor zaterdag vergelijkbaar weer werd voorspeld, zijn we zaterdag naar Da Lat vertrokken.
Omdat dit een relatief kort reisverslag is, is er nog ruimte voor wat andere zaken. We zijn inmiddels ruim twee maanden onderweg en het bevalt ons nog steeds erg goed. Vietnam is leuk land, het heeft voor iedereen wel iets te bieden; de fantastische sfeer van Zuidoost-Azië, aardige mensen, bergen, mooie stranden, heerlijk eten en nog veel meer. Als je hier een maandje rond reist heb je gelijk veel van Zuidoost Azië gezien, bijna alle facetten van Zuidoost-Azië komen voorbij. Praktisch gezien is ook een heerlijk land; het reizen gaat prima en het is ook een erg veilig land. Soms kan de taal een probleem zijn, de Vietnamezen spreken over het algemeen slecht Engels.
Vergelijkbaar met India, worden toeristen pas sinds de jaren negentig in het land toegelaten. Ook hier kun je duidelijk zien dat de Vietnamezen eigenlijk geen idee hebben wat de toeristen willen. Landen als Thailand ontvangen toeristen al tientallen jaren en zijn goed op de wensen van toeristen ingericht. De Vietnamezen gaan uit van hun eigen wensen en die conflicteren soms met de wensen van de (Westerse) toeristen. Een mooi restaurant is volgens een Vietnamees een rij tafels met plastic stoelen, het liefst met een grote TV. Als we dan uitleggen dat we graag meer van sfeer en authentieke meubels houden, vinden ze ons ouderwets. De Vietnamezen hebben veel te bieden en de komende jaren moeten ze gebruiken om hun eigen identiteit te ontwikkelen. Een ander probleem is corruptie. Volgens internationale lijstjes is het land net zo corrupt als Nigeria. Gelukkig hebben we er weinig van gemerkt, al werden we er wel een paar keer mee geconfronteerd.
Economisch gezien groeit het land met tientallen procenten per jaar en het land kan de snelheid van deze ontwikkelingen bijna niet bijhouden. Iedereen wil graag een brommer i.p.v. een fiets, maar de wegen worden niet aangepast. Dergelijke zaken maken het land interessant. Vergelijkbaar met mensen die hier 5 jaar geleden zijn geweest, zullen wij het land over 5 jaar waarschijnlijk niet meer herkennen.
Op dit moment zitten we in Da Lat en dit is een plaats die een paar honderd kilometer ten zuiden van Nha Trang ligt. Het ligt in de bergen en zijn we lekker actief geweest, in een volgend verslag zullen we hier uitgebreid op terug komen. Dinsdagochtend gaan we door naar Ho Chi Minh City (ook bekend als Saigon) en na Ho Chi Minh gaan we naar de Mekong Delta. Volgend weekend vertrekken we vanuit de delta richting Cambodja en gaan we Vietnam weer verlaten.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Sportief Tam Coc en cultureel Hue
Allemaal bedankt voor alle lieve nieuwsjaarwensen!! Erg leuk dat jullie nog met ons mee leven. Uiteraard willen we iedereen via deze weg ook een fantastisch nieuwjaar toewensen.
We hadden goede hoop dat we in Ninh Binh een leuk kroegje of iets dergelijks voor oud en nieuw konden vinden. We hadden gehoord dat er in Hanoi ook grote feesten waren en dan zal Ninh Binh met ruim 100.000 inwoners ook wel iets doen.
’s Middags hadden we het plaatsje al verkend en daar werden we niet heel erg gelukkig van. Ninh Binh heeft nog steeds de communistische trekjes die andere steden kwijt proberen te raken; grote brede straten met daar langs saaie gebouwen. Daarnaast waren er niet zo veel mensen op straat. Gelukkig hadden we wel drie karaoke cafés gevonden, niet onze eerste keus; maar als het maar gezellig is.
Na het eten rond half tien was het al wat drukker op straat en na een rondje lopen dachten we de ideale plek gevonden te hebben; een soort jaarmarkt met een podium en optredens. Hier gaan we een dampend feest mee maken! Na verschillende Vietnamese Frans Bauers gezien te hebben, was er inderdaad een gezellige sfeer. Wel was opvallend dat niemand een drup alcohol dronk; op het festival terrein werd er geen alcohol verkocht, maar buiten de poort kon je genoeg krijgen. Omdat we de enige buitenlanders waren, hadden we volop bekijks. Het leek wel of iedereen even gedag kwam zeggen.
Tot onze stomme verbazing was het feest om 23.00h in één keer afgelopen!! Wat krijgen we nu?! We willen best flexibel zijn en een uurtje eerder nieuwjaar vieren, maar tel dan in ieder geval even af en laat wat vuurwerk zien. Al snel hadden we in de gaten dat het helemaal geen oud en nieuw feest was, maar gewone een weekend ‘jaarmarkt’. Toen we het terrein verlieten bleek ook nog eens dat iedereen naar huis ging, helemaal geen dampende massa! We hadden vervolgens onze hoop op onze mede hotelgasten gevestigd. Overdag leek het allemaal een duffe boel, maar misschien was ’s avonds wel anders. Niet dus, om 23.30h sliep iedereen; de hotel deur was zelfs op slot. We hebben er vervolgens samen maar iets van gemaakt. Om 0.00h hoorden we helemaal niets; geen knallende kurken of vuurwerk.
Oud en nieuw viel dus tegen, maar gelukkig hadden we Tam Coc nog. Tam Coc is een gebied vlakbij Ninh Binh en het wordt ook wel het Halong Bay op het droge genoemd. Halong Bay is het gebied waar we enige tijd geleden de vele kleine eilandjes in zee hebben gezien. En inderdaad Tam Coc is de droge versie. We hebben wat fietsen gehuurd en zijn 1 januari gelijk actief begonnen. Met de fiets kun je perfect tussen alle bergen door rijden. Ninh Binh en Tam Coc liggen zo’n 10 kilometer uit elkaar en ons was verteld dat we enige weg er naar toe de snelweg A1 was, fijn! De fietsen waren uiteraard veel te klein voor Niels, Lisette kon er zelfs nog maar net op. Verder moest je met fiets ook geen noodrem maken, het waren geen degelijke exemplaren.
Zover er sprake was van enige ongemakken, maakte de omgeving alles goed. Wat een leuke omgeving om rond te fietsen. Ook hier waren er bijna geen andere toeristen en hadden we de paden voor ons zelf.
Aan het eind van de middag gingen we voor een late lunch in een klein restaurantje zitten. Toevallig was de eigenaar een Nederlander en we hebben dan ook gezellig met hem wat over Vietnam zitten kletsen. Hij bevestigde dat er inderdaad geen oud en nieuw cultuur is en dat de Vietnamezen volgende maand een groot feest hebben. De Nederlander, Niels uit Terneuzen, was een erg aardige kerel en had ook nog wat leuke tips. Eén van de tips was een route terug die niet via de A1 ging, erg handig. Aan het eind van de dag hadden we zo’n 25 tot 30 kilometer gereden en dat was ook het maximale wat de fietsen en wij aan konden. We konden niet meer zitten en onze knieën deden ook erg veel pijn, daarnaast gingen de fietsen ook steeds meer kraken en piepen. Wel een heerlijke dag!
Zaterdagavond hebben we Ninh Binh weer verlaten, we zijn toen met de nachtbus naar Hue gereden. Waarschijnlijk slaap je in geen enkele nachtbus perfect, maar deze bus sliep gelukkig wel beter dan de nachtbus in India. Rond 8.00h uur in de morgen kwamen we in Hue aan en het viel ons gelijk op dat de temperatuur hier een stuk aangenamer was. We hadden allebei nog een trui en we wisten hoe snel we ons om moesten kleden. Hue ligt zo’n 550 km van Hanoi en we vonden het erg opvallend dat op zo’n relatief korte afstand er zulke grote verschillen zijn. Hue is de derde plaats van Vietnam en het is een erg leuke plaats. Dit merk je zowel overdag als ’s avonds, door het lekkere weer leven mensen veel meer buiten en dat brengt gezelligheid met zich mee.
In Hue zijn we voornamelijk cultureel bezig geweest. Zondag hebben we de stad een beetje verkent en ’s middags hebben we wat tombes van keizers uit de 19e bezocht. In die tijd bestond Vietnam uit kleine rijkjes en met name in deze omgeving hebben ze de tombes goed bewaard.
Maandag hebben we ons in de Vietnam oorlog verdiept. Zo’n 100 km ten noorden van Hue ligt de voormalige grens tussen noord en zuid Vietnam en hier is tijdens de oorlog veel gevochten. In dit gebied start ook de Ho Chi Minh trail. Via een georganiseerde tour en onder begeleiding van een gids hebben we maandag dit gebied bekeken. Helaas hebben de Vietnamezen de restanten, bijvoorbeeld een oude basis van de Amerikanen, niet helemaal goed bewaard. Wel krijgen we een aardig beeld hoe het toen er uitzag. Ondanks dat de gids beperkt Engels spreekt, heeft zij de meest indrukwekkende verhalen verteld. Ze komt zelf uit de regio en haar familie is onderdeel van de oorlog geweest, je wordt er stil van. We bezoeken ook wat musea en ook hier krijgen de Amerikanen duidelijk een stempel opgedrukt. Ook hier is het jammer dat de Vietnamezen dit deel van geschiedenis niet beter tonen. Ze hebben mooie foto’s, maar de plaatsen hebben zo veel mogelijkheden om de verhalen beter te vertellen. Hoewel we ons van tevoren niet uitgebreid in de oorlog verdiept hadden, was het een interessante dag. Met name een tunnel complex in noord Vietnam maakte indruk. Om aan de bombardementen van de Amerikanen te ontkomen hebben Vietnamezen een groot tunnel complex inclusief schuilkelders aangelegd. We hebben in de tunnels gelopen en ondanks de mensen veel kleiner waren hadden wij er niet aan moeten denken om lange tijd in die tunnels door te moeten brengen.
Dinsdag gaan we weer met de bus verder naar Hoi an. Dit is een plaats zo’n 4 uur rijden ten zuiden van Hue.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Het kan ook koud zijn in Vietnam.
Na de beste treinreis, in vergelijking met de Indiaanse treinen ook ruim de duurste, tot nu toe zijn we maandag 27 december in Sapa aangekomen. Sapa is een bergdorpje zo’n 300 km ten noorden van Hanoi. Het ligt vlakbij de Chinese grens en het gebied er rondom heen leent zich prima om te voet te verkennen. Via een wandeling van 3 dagen hebben we dat ook gedaan.
Maandagochtend om 5.00h stipt kwam de trein aan en na een ontbijtje gingen we rond 9.00h op pad. Naast de gids en ons zelf bestond de groep uit nog 6 anderen mensen. Ook deze keer weer verschillende nationaliteiten; Australiërs, Britten en Belgen. De gids was een meisje van 18 jaar van ongeveer 3 turven groot, in het begin hadden we toch een beetje het gevoel van ‘en wat kom jij doen?’ Maar Ping was een dapper en grappig meisje. Ze komt uit de regio en wist daardoor erg veel van de omgeving. Ze sprak gebrekkig Engels, maar na wat herhalen en helpen konden we vaak vrij snel achterhalen wat ze bedoelde.
Het zal jullie waarschijnlijk niet verbazen dat we de trip met onze trekking in Nepal hebben vergeleken. Eigenlijk moet dat je niet doen, helaas gaat het vanzelf. Een groot verschil zijn de wandelaars. Alleen de twee Australiërs uit onze groep zouden ook 3 dagen gaan wandelen, de rest zou na de eerste overnachting weer terug gaan. Dat is toch een groot verschil met de mensen die in Nepal besluiten om twee weken of langer te gaan lopen. Mensen hadden verkeerde schoenen aan, al waren wij ook niet zo best bezig maar hier komen we later nog op terug, of er is een totaal gebrek aan conditie. Een ander groot verschil waren de afstanden per dag. We hebben deze week alleen dinsdag een flink stuk gewandeld, de overige dagen bleef het tot ongeveer 6 km beperkt.
De omgeving was fantastisch. Dit kwamen we niet door de hoge bergen, maar dit keer was de vallei juist het pronkstuk. In dit gebied verbouwen ze veel rijst en omdat het rijstplantje onderwater moet staan, hebben ze mooie terrasplantages aangelegd en dat is prachtig om te zien. Met name de eerste dag hadden we ook prachtig weer, de tweede dag hadden we redelijk zonnig weer en op de derde dag was het de hele dag bewolkt.
Overdag dus heerlijk weer om in je T-shirtje te lopen, als de zon weg is merk je direct dat je in de bergen zit. ’s-Nachts was het rond het vriespunt en dat is toch weer even wennen. We zijn ons er van bewust dat jullie het waarschijnlijk nog maar vaag kunnen herinneren hoe 20 graden voelt, voor ons was het even het omgekeerde.
Van tevoren hadden we geregeld dat we twee nachten bij mensen thuis zouden slapen, een zogenaamde homestay. Toen we in de gaten kregen dat onze hele groep een dergelijke overnachting had geboekt, vroegen we ons al af wat voor een soort huis deze homestay zou zijn. Uiteindelijk viel het ook een beetje tegen. We hebben inderdaad bij mensen mogen overnachten, maar hun huis was speciaal voor grote groepen ingericht. Er was een grote zolder met ongeveer 20 bedden en de maaltijden werden door het hotel aangeleverd. Hadden we ons toch iets anders bij voorgesteld. Wel waren de mensen erg hartelijk en ’s avonds rond het vuur in de keuken voelde het toch een beetje huiselijk aan.
Nadat we rond lunchtijd de eerste groep wandelaars bij de bus hadden gedropt, zijn we met de Australiërs verder de bergen in gegaan. En dat was best heftig. Niet zo zeer conditioneel, maar doordat de wandelpadden spek glad waren kon je er niet fatsoenlijk wandelen. Om het rijstplantje te kunnen laten groeien, legt de lokale bevolking overal kleine slootjes en kanaaltjes aan. Deze watertjes lopen uiteraard wel eens over en als het de dagen ervoor ook nog eens geregend heeft krijg je op de wandelpadden grote glijbanen. Tel hierbij de klei uit de toplaag van de bergen op en je hebt alle ingrediënten voor ‘blij dat ik glij’ van Ter land, ter zee en in de lucht. In het begin hadden we nog een voordeel aan onze bergschoenen, maar omdat de klei aan onze schoenen koekte was het al snel gedaan. Door elkaar en planten/bomen tijdens het lopen vast te houden hebben ons er redelijk door heen geslagen, al zijn we uiteraard ook gevallen. Gelukkig niet ernstig, maar het neemt wel een hoop lol weg. In plaats van dat je naar de omgeving kijkt, kijk je nu steeds naar de grond.
Omdat we alleen met de Australiërs de tweede homestay deelde, was het ook iets specialer dan de eerste. Ondanks dat de mensen waarschijnlijk fantastisch kunnen koken, kwam het eten ook deze keer van het hotel en de gerechten waren dan ook precies hetzelfde! Deze mensen waren wel zo eerlijk om het toe te geven. Wel was het huis minder groot en aten we met de familie. Na het eten werd het pas echt feest. De heer des huizes was erg vrijgevig met zijn huisgemaakte rijstwijn. Elke keer vulde hij onze glazen en riep vervolgens ‘chin chin’, wat in het Vietnamees zoveel als proost betekende. Hoewel de bedoelingen van de beste man fantastisch waren, bleef het drankje ook na 3 rondjes nog steeds de grootste bocht. Toen we onze glaasjes ‘kwijt’ waren begreep hij de hint en begon hij vervolgens de DJ uit te hangen. Het dorpje heeft sinds 2 jaar stroom en bij deze man was de culturele revolutie voorlopig bij Boney M opgehouden. Hij had een ‘best of’ DVD die hij ons graag wilde laten zien. De DVD was helemaal grijs gedraaid en sommige delen waren hierdoor opgelost, maar dat weerhield hem niet om helemaal los te gaan en swingend door de kamer te gaan. Fantastisch om te zien!
Woensdagsochtend hebben we nog een leuk stuk naar een ander dorpje gewandeld. In tegenstelling tot andere dorpjes kon je hier duidelijk zien dat de tijd hier had stil gestaan. We mochten ook even in het lokale schooltje kijken. Niels herkende veel van zijn eigen basisschooltijd in Alphen; over drie kleine lokaaltjes was de hele school verdeeld. Waarschijnlijk hadden ze veel vaker toeristen op bezoek gehad, want ze keken niet op of om. Wel leuk om te zien.
Donderdag hebben we Sapa verder bekeken. Doordat Sapa zelf erg toeristisch is, is het niet zo heel erg bijzonder. Voor ons was het belangrijkste dat we in het hotel na drie dagen weer konden douchen. Donderdagavond zijn we weer met de nachttrein terug naar Hanoi gegaan.
Rond 5.00h komen we dan weer in Hanoi aan en om 8.00h vertrekt vervolgens onze bus naar Ninh Binh. Hier gaan we niet alleen oud en nieuw vieren, maar we gaan ook de omgeving met een fiets verkennen.
Vanuit deze plek willen we onze fans (klinkt erg goed!) een hele fijne jaarwisseling en een fantastisch, gezond en bijzonder nieuwjaar toewensen! Voor ons was 2010 om verschillende redenen een jaar van extremen, we zijn heel erg benieuwd wat 2011 ons gaat brengen.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Merry Christmas, Vietnam!
De titel is niet echt origineel, maar het geeft wel een beetje ons gevoel aan; Vietnam lijkt op het eerste gezicht erg leuk. Afgelopen maandag waren we na twee vermoeiende vluchten in Hanoi aangekomen. Maandag en dinsdag hebben we gebruikt om te acclimatiseren; hoe werkt het land, wat is de lokale valuta (Dong) waard, enz? India lijkt voor een deel op Nepal en daardoor konden we in het begin prima op onze ervaringen uit Nepal teren.
Vietnam is duidelijk anders. Hanoi is een schone, leuke drukke stad. Het heeft een erg prettige sfeer en omdat ons hotel midden in het oude centrum ligt kunnen we alles prima te voet af. Dinsdag hebben we voornamelijk gebruikt om twee tochtjes te regelen; eerst gaan we naar Halong Bay en na kerst gaan we naar een gebergte ten noorden van Hanoi, Sapa.
We hadden verwacht dat een deel van het vroegere communisme nog zichtbaar zou zijn, maar ondanks dat er veel hamers en sikkels in het straatbeeld zichtbaar zijn, is het duidelijk dat Vietnam, vergelijkbaar met India en China, zich heel snel ontwikkelt. Op dit moment is het zelfs het snelst groeiende land te wereld. Wel hebben ze nog voor een belangrijk deel de Aziatische cultuur weten te behouden. Een belangrijk voorbeeld is het eten. Het eten is ook hier weer heerlijk. Uiteraard heel anders als in India; eindelijk weer biefstuk bijvoorbeeld!
Woensdagochtend zijn we met een busje naar Halong Bay gegaan. Halong Bay is een grote baai met honderden kleine eilandjes. Met een boot zijn we langs de eilandjes gevaren en we hebben zelfs nog twee nachtjes op de boot geslapen. De eilanden zijn fantastisch en het is een bijzondere ervaring om er te blijven te slapen. De eilandjes bestaan uit kalksteen en rijzen spectaculair op uit de oceaan. Op donderdag zijn we met een kano een deel van de baai gaan bekijken, ook erg leuk. Via kleine tunneltjes kwamen we steeds bij andere geïsoleerde baaitjes uit. Helaas werkte het weer donderdag niet helemaal mee. We hadden een prettige 20 graden, maar helaas werden we voor het eerst sinds we Nederland verlaten hebben met regen geconfronteerd, erg jammer. Gelukkig konden we tussen de buien door het water opgaan.
Veel mensen zijn speciaal voor kerst en oud en nieuw naar Vietnam gekomen en hierdoor is het lekker druk op het water, ongeveer 500 boten gaan dagelijks het water op. Dat is eigenlijk teveel, sinds de baai op de werelderfgoed lijst staat het is aantal geëxplodeerd.
Op de boot hebben we naast heerlijk eten, ook erg leuk gezelschap. Ze kwamen uit bijna alle windstreken: Australië, Zuid-Afrika, Duitsland en ook nog andere Nederlanders. Erg leuke mensen en ze konden ons ook nog wat leuke tips voor de rest van Azië geven, helemaal goed!
Vrijdagmiddag zijn we weer terug in Hanoi aangekomen. Waarschijnlijk waren we er een beetje naar op zoek, maar we merkten dat er een klein beetje een kerstsfeer hing. Er waren winkeltjes met kerstspullen en verschillende restaurants en hotels hadden een kerstboom en kerstversiering en om het compleet te maken hadden wij twee kerstmutsen gekocht. Laat kerstmis maar komen! We vonden zelfs een kerkje met een kerststalletje. Wel blijft het raar om in je korte broek en T-shirt kerstmis te vieren. Na een paar foto’s met onze mutsen gemaakt te hebben liepen we met de mutsen op terug naar het hotel. De verbaasde bleken waren erg grappig!
Zaterdag, eerste kerstdag, was bijna een normale zaterdag voor de Vietnamezen. Een groot deel van de winkels was open en veel mensen ging gewoon aan het werk. Uiteraard maakten wij er wel een speciale dag van. Het hotel werkte goed mee, ze hadden zelfs kerstcadeautjes voor ons klaargelegd!
Omdat we de stad nog niet compleet gezien hadden, zijn we eerst de toerist uit gaan hangen. Een belangrijke attractie in Hanoi is het mausoleum van Ho Chi Minh. Ho Chi Minh is de oprichter van het voormalige Noord-Vietnam en wordt een beetje als voorvader van het huidige Vietnam gezien. In de wijk is het communisme nog duidelijk aanwezig, niet alleen straalt het mausoleum dit uit, even verder op staat ook nog een standbeeld van Lenin.’s Avonds hebben we bij een heel bijzonder restaurantje gegeten, het blijft toch kerst!
Op tweede kerstdag gaan we de stad verder verkennen. Vlakbij het oude centrum is een meertje en daar rondom heen zijn verder verschillende leuke straatjes. Aan het eind van de dag gaan we de stad weer verlaten. Rond 20.00 gaan we met een nachttrein naar Sapa. Vlakbij Sapa ligt een mooi gebergte en ook hier gaan we weer een meerdaagse wandeling maken. We kijken er erg naar uit!
Tot dan en een fantastische kerst toegewenst.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Delhi en Bangalore
We hadden een beetje geluk in de slaaptrein van Jodhpur naar Delhi; vergeleken met de andere 4 treinreizen waren er zeer weinig snurkers. Omdat we de pech hadden dat de enige echte snurker met ons het compartiment deelde, leverde dit geluk ons uiteindelijk weinig echte slaap op. Omdat we bij aankomst in Delhi het geluk hadden we dat direct een hotelkamer konden gebruik, was dat ‘ probleem’ ook gelijk weer opgelost.
Over Delhi zelf kunnen we redelijk kort zijn; saaie, weinig spectaculaire stad. We wisten van tevoren dat we er niet veel van moesten verwachten, maar als er je dan uiteindelijk bent valt het toch tegen. Delhi heeft maar een paar interessant zaken en kan niet tippen aan de pracht en praal van de andere plaatsen in India. Het bekendste hoogtepunt, het Rode Fort, is aardig, maar het is eigenlijk alleen maar groot en slecht onderhouden. De enige positieve uitzondering is Humayun’s tomb. Het lijkt erg op de Taj Mahal en ook dit gebouw is gebouwd om een overleden vrouw te gedenken. Een andere interessante plek, met name voor shoppers, is het centrale plein; Connaught Place. Omdat wij alleen ruimte voor een zakdoekje of een sjaal hebben, zijn we daar ook snel klaar. Daarnaast wordt er nog volop aan het plein gebouwd en nodigen sommige stukken absoluut niet uit om bezocht te worden. Omdat in oktober de Commomwealth Games (soort olympische spelen van de landen die tot het voormalige gemenebest behoorden) in Delhi hebben plaats gevonden en omdat afgelopen maandag gevierd werd dat Delhi 100 jaar de hoofdstad van India was, verbaast het ons dat er nog zo weinig af is. Dit zegt misschien ook iets over de Indiaanse mentaliteit, al is het natuurlijk ook mogelijk dat ze al bergen werk verzet hebben. We zijn voornamelijk met de recent geopende metro de stad gaan verkennen, want wandelen nodigt niet uit; of er is geen voetpad of je loopt langs ongezellige muren op de weg. Wel is het in de metro altijd druk, maakt niet op welk tijdstip je de metro gebruikt.
Na Delhi zijn we vrijdag naar Bangalore in het zuiden van India gevlogen, dit was een vlucht van ongeveer 2 ½ uur. Ook Bangalore heeft de toerist weinig tot niets te bieden, maar we zijn niet naar Bangalore gekomen om de stad te bekijken maar om onze goede vriend Bart op te zoeken. Fantastisch om elkaar weer te zien en spreken. Bart is een oude studiegenoot van Niels en hij woont nu al zo’n 4 jaar in Bangalore. Samen met een partner hebben ze een eigen bedrijf opgezet, NexusNovus. Uiteraard waren we erg benieuwd hoe hij hier leeft en werkt. En we zijn diep onder de indruk, niet alleen heeft hij een erg leuke vriendin, maar ook zakelijk heeft hij het erg goed voor elkaar. Indien jullie meer info over het werk van Bart willen hebben, adviseren we jullie om een kijkje op www.nexusnovus.com te kijken.
Omdat de vriendin van Bart uit Bangalore komt konden we haar mooi wat vragen over de cultuur stellen. We waren namelijk erg benieuwd waarom zo veel Indiërs met ons op de foto willen. Zelfs in Delhi, een stad waar veel buitenlanders komen, werden we vriendelijk verzocht om met verschillende mensen op de foto te gaan. Wat blijkt nu, als je kunt laten zien dat je met een buitenlander, het liefst een westerse, op de foto bent geweest wordt dit als een soort statussymbool gezien, mensen praten er vervolgens nog weken over. Als we dit eerder wisten hadden we misschien wel geld moeten vragen; als we voor elke foto € 1 hadden gevraagd hadden we in Delhi bijna in het Hilton kunnen slapen. Blijft toch leuk deze cultuurverschillen.
Bangalore is de IT hoofdstad van India en volgens sommige zelfs de IT hoofdstad van de wereld. Philips heeft hier bijvoorbeeld een gigantisch complex. Ondanks dat er geen toeristen zijn, zijn er wel veel buitenlanders die in Bangalore werken. Uiteraard werken er ook veel Indiërs. Omdat deze mensen erg goed verdienen en dit geld graag willen uitgeven is Bangalore bijna een westerse stad. Veel grote winkelcentra met alle bekende merken, veel cafés, voornamelijk 5 steren hotels en je kunt er zelfs steaks en hamburgers krijgen. Voor de meeste bewoners zijn deze zaken onbetaalbaar of worden door hun religie verboden, in de rest van India kom je dergelijke zaken eigenlijk niet tegen. De Indiërs hebben hier duidelijk de eigen cultuur losgelaten. Bart heeft ons de beste restaurantjes en cafétjes laten zien, we zijn dit weekend even geen backpackers.
Dit weekend was voor ons een heerlijk weekend om alle indrukken even te verwerken en om met Bart en zijn vriendin even bij te praten. We hebben echt een top weekend gehad!! Mythily en Bart nogmaals bedankt voor de gastvrijheid en voor de gezelligheid, we hebben het enorm gewaardeerd!!
Zondagavond rond middennacht hebben we India dan echt verlaten; via Kuala Lumpur zijn we naar onze volgende bestemming, Hanoi Vietnam, gevlogen.
India was een zeer bijzondere ervaring die we niet snel hadden willen missen. Het land heeft qua natuurschoon niet zo veel als Nepal te bieden, maar heeft wel een zeer bijzondere cultuur. De steden zijn erg mooi en de manier waarop Indiërs leven heeft bij ons een positieve en een negatieve indruk achter gelaten. Positief omdat het een unieke ervaring is die we zeer waarschijnlijk nergens anders tegen zullen komen, negatief i.v.m. de stank en andere hygiëne problemen. We zijn zeer benieuwd wat we de komende weken in Vietnam kunnen verwachten.
Jullie uiteraard nog heel veel succes en sterkte met de winterse omstandigheden, via internet krijgen we het een en het ander door. Vandaag hebben we in onze korte broek rond gelopen en we kunnen ons er weinig bij voorstellen.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Van de woestijn terug naar de stad.
Leuk dat jullie allemaal nog steeds zo enthousiast over onze verhalen en foto’s zijn. Jullie hebben geen idee hoe leuk het is om de reacties op de site te lezen!! Nogmaals bedankt!
Omdat we overdag van Mount Abu naar Jaisalmer zijn gereisd konden we deze keer goed zien hoe het landschap veranderde. Eerst een landschap met bergen en nog wat bosjes en andere groene vegetatie; in Jaisalmer zag je duidelijk dat we in de woestijn waren aangekomen; veel zand en dorre vegetatie. Daarnaast was het mooi om te zien hoe de lokale bevolking zich qua huisvesting aan deze omstandigheden aanpaste; eerst lemen huisjes rond Mount Abu, in de woestijn wonen mensen meer in rieten huisjes. Het was duidelijk, we waren in de woestijn aangekomen, de Great Thar Desert om precies te zijn.
Jaisalmer heeft ook een mooi groot fort en, in tegenstelling tot andere forten, was dit ook bewoond. Ongeveer 5000 mensen wonen er samen gepropt in kleine mooi versierde huisjes. Erg mooi om te zien en ook dit fort had weer unieke details; forten en paleizen blijven nog steeds leuk. Het is alleen jammer dat de Indiërs het fort niet beter onderhouden en exploiteren. Als een dergelijk fort in Europe zou staan zou het zeer waarschijnlijk auto (inclusief motoren en tuk tuks) vrij worden gemaakt. In India is men niet bekend met het begrip auto vrij centrum. Dit is zowel een kracht als een zwakte. De cultuur van het land komt in deze chaos perfect tot uiting (en daar kom je als toerist toch ook voor), maar als European stoor je ook vaak aan de auto’s en motoren. Niet alleen is de echte koe heilig in India, de andere heilige koe (motors horen hier absoluut bij) is ook heilig. Voor iedere kleine trip pakken ze bij voorkeur de motor. Een wandeling door de straatjes staat dankzij de auto’s en motoren als snel gelijk aan een wandeling op de A16, er is totaal geen respect voor de wandelaar. Gelukkig ligt de snelheid redelijk laag en zal het niet zo snel misgaan, maar je zit niet op die voertuigen (en vooral al dat harde getoeter) te wachten.
We hadden dus een leuke ochtend in de stad, omdat we ’s avond pas rond 23.00h met de trein richting Jodhpur zouden vertrekken hadden we genoeg tijd voor iets anders. Gezien de ligging van Jaisalmer, zijn woestijn safari’s populaire excursies. Wel hadden we vernomen dat het voornamelijk om meerdaagse tochten ging, maar gelukkig was er ook een sun set safari mogelijk. Eerst met een jeep de woestijn in om later met een kameel (eigenlijk een dromedaris) naar een paar zandduinen te gaan.
De jeep reis was niet zo spectaculair, enige bijzondere was de grote leger vertegenwoordiging. Jaisalmer ligt zo’n 120 kilometer van de grens met Pakistan en zoals mogelijk bekend is zijn Pakistan en India alles behalve vrienden. Onze gids gaf aan dat er heel veel militairen in dat gebied zijn, hopelijk houden ze het rustig en vinden ze snel een oplossing.
Uiteraard was het ons, naast de zonsondergang, om de kamelen safari te doen. Erg leuk om op zo’n beest te zitten. Gelukkig was het ook nog veel comfortabeler dan de ritjes op een olifant. (Wie een half jaar geleden had voorspelt dat wij in december 2010 deze zin zouden schrijven hadden we helemaal voor gek verklaard. Je ziet hoe de wereld kan veranderen.) De zonsondergang en de zandduinen waren echt fantastisch; blijft toch altijd weer mooi zo’n ondergaande zon!
Later op de avond hadden we zonder problemen de trein naar Jodhpur gepakt, helaas niet zo veel geslapen. Wel hadden een geluk bij een ongeluk toen we in Jodhpur aankwamen. Als je op je eindbestemming aankomt, maakt niet op welk tijdstip, springen er van alle kanten tuk tuk chauffeurs op je af. Ze willen ons uiteraard graag vanaf het station naar de stad brengen, gemiddeld liggen deze punten zo’n 2 tot 5 km uit elkaar. Vanochtend gebeurde dit ook en na wat onderhandelen hadden we een ritje geregeld. Wel had deze chauffeur in de gaten dat we nog geen hotel geregeld hadden en daarom bracht hij ons naar zijn vriendje, de chauffeur krijgt dan geld van de hotel eigenaar. Omdat toeristen normaal gesproken niet van deze praktijken houden, had onze chauffeur niets gezegd. We hadden hem gevraagd om ons naar de klokkentoren te brengen, dit is een centraal plein waar veel hotels zitten. We zouden vanaf dit plein een hotel gaan zoeken. Onze chauffeur bracht ons naar een ander plein en daar stond toevallig een manager van een hotel, hij was op andere toeristen aan het wachten. Toen we uitstapten vroegen we direct waarom er geen klokkentoren te zien was. De chauffeur was weinig creatief en gaf aan dat deze om 5.30h gesloten was en daarom niet zichtbaar was. We waren allebei half gaar en konden beperkt logisch nadenken en zijn er daarom maar niet moeilijk over gaan doen. (Overdag hebben we toren in het echt gezien en deze kun je onmogelijk ’s nachts even weghalen). Ondanks dat we niet van deze praktijken gediend zijn, hebben we wel een mooie deal met de manager gesloten. Uiteraard kun je weglopen als de kamer te duur of te vies is.
Hij wou ons erg graag hebben en dat hebben we mooi uitgespeeld; we hebben voor een leuke prijs een kamer met een mooie badkamer én warm water (laatste is zeker geen garantie). Daarnaast konden we de kamer direct gebruiken en hebben hierdoor zonder extra kosten nog even lekker tot 9.00h kunnen slapen.
Dergelijk praktijken komen helaas vaker in India voor. Je moet altijd scherp zijn, dus ook om 5.30h na een nacht in de trein te hebben gezeten.
Na een lekker ontbijt hebben we het fort van Jodhpur bekeken, ook weer erg bijzonder. Dit fort had met name mooie kamers. Daarnaast kon je vanaf het fort mooi zien waarom Jodhpur ook wel de blauwe stad heet; veel huizen zijn prachtig blauw geverfd.
Maandag hebben we de stad verder bekeken, het bezoeken van een bazaar blijft erg leuk. Daarnaast is de sfeer in de stad super, heerlijk ontspannen. Heerlijke dag gehad. We gaan Jodhpur vanavond weer verlaten, we gaan vanavond met trein door naar Delhi. Na een zit van ongeveer 13 uur komen we morgenochtend rond 6.30h in hoofdstad van India aan.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels©
Zeer verrassend Rajasthan
De treinreis van Jaipur naar Udaipur verliep, ondanks een paar heftige snurkers, prima; we hebben allebei redelijk kunnen slapen en dinsdagochtend rond 7.00h kwamen we in Udaipur aan. Na een lekker ontbijtje vonden we een fantastisch plekje aan de rand van het meer. Omdat de lokale bevolking (uiteraard alleen maar mannen) deze plek als badplaats gebruiken én omdat we een mooi uitzicht op de stad, het meer en de verschillende eilanden hadden was dit een heerlijk plekje. Ook hier was de waterkwaliteit verre van goed, maar dit weerhield de heren er niet van om het water bij het tanden poetsen te gebruiken of het water te drinken. Ze vonden het totaal niet erg dat we er een uurtje zaten, een aantal heren kwamen zelfs even langs om een praatje te maken. Het was prachtig om te zien hoe ze naast het baden hun ochtendrituelen uitvoerden. Eén man was uitgebreid met zijn yoga oefeningen bezig, andere mannen waren aan het bidden.
Uiteraard heeft de stad nog meer te bieden. Eerst hebben we een mooie tempel gezien. De tempel was bijzonder omdat er veel details in marmer waren uitgehakt. Ook deze stad heeft een groot paleis, zelfs het grootste paleis van Rajasthan, en het was ook één van de meeste bijzondere paleizen die we tot nu gezien hebben. Later op de dag zijn we met een bootje het meer opgegaan. Op twee kleine eilandjes vlakbij de stad zijn twee kleinere paleizen gebouwd (één van de paleizen is nu een luxe hotel en is ooit als decor van een James Bond film gebruikt) en vanaf de boot kon je ze perfect bekijken. Moet heerlijk zijn om een nachtje in dat hotel door te brengen, helaas valt het buiten ons budget. De stad is in het verleden op een perfecte manier rond het meer gebouwd en hierdoor heeft het een fantastische indruk op ons achter gelaten. ’s Avonds zijn we bij één van de betere restaurantjes aan het meer gaan eten. Even voor de zekerheid een beter restaurant en daarnaast hadden we een mooi uitzicht op het paleis. Niet voor niets moet Udaipur één van de meest romantische steden van India zijn.
De volgende ochtend zijn we weer de bergen in getrokken en met de bus naar Mount Abu gegaan. Mount Abu is een klein plaatsje en ligt ongeveer 150 km ten oosten van Udaipur. Omdat het op 1200 meter hoogte ligt is het ook iets kouder dan de rest van Rajasthan. Overdag nog steeds een prima 20 tot 25 graden, ’s avonds koelt het goed af naar gemiddeld ongeveer 2 graden. Even wennen dus weer.
Mount Abu is nauwelijks door de buitenlandse toeristen ontdekt en de mensen die er komen gebruiken het als basis om de omgeving te gaan verkennen. Dit gaan wij ook doen. Samen met een Belgisch meisje dat we in de bus vanaf Udaipur ontmoet hadden, zijn we donderdag onder begeleiding van een gids een wandeltocht in de bergen gaan maken. Van tevoren was gezegd dat er een kans was dat we beren en jachtluipaarden tegen zouden kunnen komen, ze proberen het zo spannend mogelijk te verkopen.
Donderdagochtend rond 7.00h werden we met een taxi opgehaald en na een half uurtje rijden stonden we op de hoogste berg van Rajasthan. We zouden vanaf deze berg afdalen. De berg zelf is ongeveer 1700 meter hoog en dus het zou geen wandeling à la Nepal worden. Het had afgelopen nacht 1 graad gevroren en de Indiërs waren helemaal onder de indruk. Er lag her en der wat vorst op de berg en de gids kon het niet na laten om dit verschillende keren onder de aandacht te brengen. Toen we uitlegden dat er thuis nu iets meer aan de hand was dan een graadje vorst stond hij met grote ogen te luisteren. ‘Witte regen’ had hij zelf nog nooit gezien. Omdat Annelies (onze Belgische reisgenoot) na ongeveer een half uur lopen erg ongelukkig viel en daarbij haar enkel verzwikte, werd de route aangepast. We zijn daardoor iets minder ver geweest. Wel hebben we een fantastische tocht gehad; de gids, Charles, was een perfecte kerel, ondanks haar ongelukkige val was Annelies een erg gezellige meid en daarnaast hadden we een prachtig landschap. Uiteraard is het geen Himalaya, maar het gebied had zijn eigen unieke eigenschappen. Rajasthan heeft ons deze week in beide plaatsen erg positief verrast!
Vrijdag zijn we met een bus naar Jaisalmer gegaan, dit was een bus van ongeveer 10 uur. We hadden eigenlijk gehoopt dat dit een nachtdienst zou zijn. Nachtbussen zijn aanzienlijk minder comfortabel dan de nachttreinen, maar je gaat wel heel efficiënt met je tijd om en daarnaast bespaar we ons een hotelovernachting. Met deze busrit gaan we heel langzaam meer naar het noorden, dinsdagochtend willen we namelijk in Delhi aankomen. In het weekend gaan we naast Jaisalmer ook Jodhpur bezoeken.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels©
Het begin van Rajasthan
Na de moskee en het paleis van Fatehpur Shikri gezien te hebben, waren trouwens erg mooi, zijn we vrijdagmiddag met de bus naar Bharatpur gegaan. Bharatpur is voor ons de eerste stad in Rajasthan en aan de rand ligt het Keoladeo Ghana National Park. Het park is een vogelreservaat en na al de steden leek het ons een leuk om weer even de natuur in te gaan. Omdat het park niet al te groot is, hebben we zaterdagochtend via een fiets riksja het park bezocht. We hadden een goede bestuurder met veel kennis van vogels, hij wist zelfs een aantal Nederlandse namen, en hij kon ons daarom naar de beste plaatjes loodsen. We hebben heel veel bijzondere vogels gezien; van papagaaien tot slangenhals vogels en verschillende ooievaar soorten.
Vrijdagavond hadden we ook nog een leuk gesprekje met de eigenaar van ons hotel. We zaten lekker bij hem te eten en verderop in de straat was er een feestje. We vroegen of hij wist wat voor een feestje dit was. Hij wist dat het om een bruiloft ging en legde vervolgens uit hoe de Indiërs een bruiloft vieren. Een bruiloft duurt één dag en voor het avondfeest worden er ongeveer 2100 mensen uitgenodigd. I.v.m. het groot aantal gasten wordt het feest altijd buiten gevierd. Omdat het tijdens de moesson periode (zomer van India) verschrikkelijk hard regent, is het niet handig om dan een dergelijk feest te houden. Hierdoor worden bijna alle bruiloften in de maanden november, december en januari gehouden. De beste man was zelf voor 20 bruiloften in de komende 16 dagen uitgenodigd, hij liet ons de stapel uitnodigen zien. Het komt er op neer dat je in die maanden elke avond met dezelfde mensen een drankje doet, het is duidelijk dat trouwen hier populair is. Wel vraag je je af hoe bijzonder zo’n avond is, je ziet elkaar de volgende weer.
Later op de avond kwamen we de feestgangers nog even tegen. De bruidegom werd toen met veel muziek, vuurwerk en lichtjes naar de feestlocatie gebracht, zag er erg bijzonder uit.
Zaterdagmiddag zijn we met een bus naar Jaipur gegaan, dit is de hoofdstad van Rajasthan. Omdat we rond 17.00h in Jaipur waren aangekomen, hebben we alleen de tassen uitgepakt en zijn we naar een restaurantje op zoek gegaan. Via de Lonely Planet, onze bijbel als het om reisadviezen gaat, hadden we de tip gekregen om bij restaurant Four Seasons te gaan eten. Een vegetarisch restaurant die super Dosa’s zou maken en dit ook nog tegen een zeer redelijke prijs. Omdat India de meeste vegetariers ter wereld heeft, kom je hier meer vegetarische restaurantjes dan niet vegetarische restaurantjes tegen. In Nepal zag je deze trend ook al en hierdoor eten we de laatste weken al overwegend vegetarisch, heel af en toe komt er een gerecht met kip langs. Waarschijnlijk zullen we in Delhi of in Bangalore wel naar een goede steak of naar een lekker visje op zoek gaan.
Waarschijnlijk doordat het restaurant door de Lonely Planet was geadviseerd heeft het de prijzen verdubbeld en budget technisch was het direct minder interessant voor ons. Met een ongeveer 10 maanden te reizen moeten we dit goed in de gaten houden. Omdat we het restaurant met de grootste moeite gevonden hadden, heel veel tuk tuk chauffeurs konden het niet vinden en omdat ze goede Dosa’s moesten hebben bleven we toch. Dosa is trouwens een gerecht (eigenlijk een ontbijt gerecht, maar kan de hele dag gegeten worden) uit Zuid-India Het is een groot stuk dun dubbel gevouwen deeg (vierkant of driehoekig) en dit is vervolgens weer gevuld met verschillende dingen. Erg lekker. Prima gegeten, al hadden we in Nepal betere Dosa’s gegeten, en ook deze keer hadden de tuk tuk chauffeurs erg veel moeite om ons hotel weer terug te vinden. Het lijkt wel of ze hun eigen stad niet kennen.
Later op de avond nog via Skype nog contact met de ouders van Niels, Sandra, Sander inclusief de rest van de familie uit Goes (hele goede vrienden van ons) en de Denise (zus van Lisette), Marco en Kayla. Zondagavond spraken ook weer de ouders van Lisette. Erg leuk om jullie allemaal weer gezien en gesproken te hebben, gaan we zeker vaker doen!!
Ondanks dat we, voor ons doen, in een fancy restaurant hadden gegeten, heeft Lisette daar zeer waarschijnlijk toch iets opgelopen. In de nacht heeft ze lopen spoken en ’s ochtends bij het ontbijt ging het niet veel beter. Na een aantal toilet bezoeken ging het beter en zijn we op pad gegaan.
Omdat het kopen of een treinkaartje in India niet zo eenvoudig als in Nederland en omdat we maandag 6 december graag met de trein naar Udaipur verder willen, zijn we eerst naar het station gegaan. Het kopen van een kaartje is een inefficiënt en bureaucratisch proces, je doet het niet voor je lol. Je moet veel papiertjes invullen en vervolgens bij verschillende loketjes langs. Ze willen zelfs onze paspoortnummers en het adres in Nederland weten. (of ze hier iets mee doen?) Omdat er, in onze ogen, te weinig treinen zijn, is de beschikbaarheid van stoelen af en toe een probleem. Bij ons was alles in orde en we hebben nu tot en met Delhi alle kaartjes geregeld.
Vervolgens zijn we naar het centrum van Jaipur gegaan. Jaipur kent verschillende hoogtepunten. De belangrijkste zijn; het (roze) oude centrum, het paleis, Hawa Mahal en Jantar Mantar. Het oude centrum bestaat verschillende bazaars en is in de 19e eeuw roze geverfd. De toenmalige heerser, Maharaja Ram Singh, vond dat de stad roze geverfd moest worden omdat het de kleur van de gastvrijheid was. Gasten zouden zich hierdoor snel welkom voelen. Erg leuk om rond te lopen. Omdat op zondag verschillende winkeltjes dicht waren hebben we wel geen volledig hectische bazaar gezien, maar omdat alle winkeltjes bijna dezelfde spullen verkopen hebben we zeer waarschijnlijk weinig gemist.
Het paleis was ook erg mooi. Omdat we eind vorige week in de buurt van Agra al verschillende paleizen hadden gezien, waren we even bang dat we heel snel ‘paleis moe’ zouden worden maar dat viel erg mee. Mooie details en prachtige gebouwen. Wel gaan we de komende week nog meer paleizen zien, dus mogelijk dat eind volgende week wel paleis moe zijn.
Volgende stop was Hawa Mahal. Dit gebouw heeft een zeer bijzonder architectuur en zou in de verte met Gaudi vergelijken kunnen worden. Mogelijk neemt Gaudi ons deze uitspraak niet in dank af, maar het geeft wel aan dat het een bijzonder pand is. Het is in de 18e eeuw gebouwd en was bedoeld om de hofdames de gelegenheid te geven om de wereld buiten de paleisdeuren gade te slaan. De heersers uit deze tijd hadden bijzondere denkbeelden, maar inderdaad je kunt vanaf het pand het leven op de straat goed volgen. We wilden hierna nog naar het Jantar Manter, maar de batterij van Lisette was op. Ze had het erg goed gedaan, maar het gebrek aan energie brak haar nu op. Morgen weer een poging. Uiteraard hebben we nog geprobeerd om Sinterklaasavond te vieren, maar de goed heiligman heeft India dit jaar niet aangedaan.
Omdat Lisette zich vandaag nog niet optimaal voelde, gaan we het lekker relaxt doen. De Jantar Mantar en het dorpje net buiten Jaipur laten we dus even schieten. Op deze manier hopen we helemaal fit aan de treinreis van vannacht naar Udaipur te beginnen.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels©