Fantastisch en bijna magisch Terra del Fuego en Patagonia
Allereerst willen we jullie bedanken voor al jullie leuke reacties en felicitaties!! Ondanks dat we niet bij jullie in de buurt zijn is dit een erg leuke manier om ons grote nieuws met jullie te delen.
En zo zit je met ruim 30 graden te bakken op een strand bij Kota Kinabalu en zo zit je anderhalve week later in de meest zuidelijke stad ter wereld met 2 graden in de sneeuw, wat een reis is dit!!! We zitten dus in Vuurland (of zoals de Argentijnen het noemen Tierra del Fuego) in de stad Ushuaia. Ushuaia ligt zo’n 3500 kilometer ten zuiden van Buenos Aires aan het Beagle Kanaal en het is onderdeel van Patagonia. De naam Beagle verwijst naar de boot van Darwin die hier ook is geweest, al klopt het woord kanaal niet echt; het is een natuurlijk gevormde waterdoorgang. Het ‘kanaal’ is gelijk de grens tussen Argentinië en Chile, al wordt de Chileense kant niet bewoond.
Het is echt een waanzinnig mooi plek! Wel is het even aan het weer wennen; niet alleen is het een stuk kouder, er is een stevige wind en dat maakt het helemaal koud. Als we aankomen sneeuwt het zelfs.
Vrijdag is het weer een stuk aangenamer; het is zo’n 7 graden (de bewoners vinden het zelfs warm) en de wind is aanzienlijk minder sterk. Omdat het zaterdag nog beter weer moet zijn, willen we zaterdag de hele dag in het nationale park gaan lopen en vrijdag gaan we lekker rond het hostel wat lopen. We hebben bewust voor een hostel buiten de stad gekozen; niet alleen hebben we een fantastisch uitzicht vanuit onze kamer, maar we kunnen direct vanaf het hostel de wildernis induiken. Ook zien we veel dieren, zoals wat roofvogels en een vos, rond het hostel. Nadeel is wel dat we niet te voet naar de stad kunnen en dit steeds met een taxi moeten doen. Door zelf bijvoorbeeld een salade te maken zorgen we ervoor dat we niet elke dag naar de stad hoeven.
De omgeving rond het hostel is fantastisch (hopelijk komt het op de foto’s een beetje over), het is alleen jammer dat alle wegen op privégrond uitkomen. Grote honden maken het ons duidelijk dat we op sommige plekjes niet welkom zijn. Erg jammer en hierdoor kunnen we niet de hele dag wandelen, morgen een nieuwe poging in het nationaal park.
’s Avonds ontmoeten we een bijzonder echtpaar uit Best, Toos en Jos. Ze proberen familie te mailen maar dat lukt niet echt. Ze proberen het Argentijnse personeel om hulp te vragen, maar omdat het personeel alleen Spaans spreekt omdat het echtpaar alleen maar gebrekkig Engels spreekt komen ze er niet echt uit. Ze vinden het geweldig als we ze aanbieden dat ze van onze laptop gebruik kunnen maken, zeker omdat ze daardoor even gezellig kunnen kletsen. Omdat ze niet super handig met een laptop, gezien hun leeftijd van 80 en 75 niet zeker geen grote schande, ze zijn 80 en 75, en uiteindelijk komt het er op neer dat we hun mailtjes tippen. I.v.m. hun 50 jarig huwelijk maken ze een erg mooie reis; eerst Argentinië en daarna vanaf Brazilië met een cruise terug naar Nederland. Erg leuk om te zien hoe mensen op deze leeftijd nog zo actief zijn en als we ze een beetje kunnen helpen doen we dat uiteraard graag. Bijzondere mensen, leuk om ze ontmoet te hebben.
Zaterdag is het inderdaad fantastisch weer en we gaan daarom vroeg naar het nationaal park. Het park ligt op ongeveer 12 kilometer van de stad en hier heeft de Argentijnse Natuur Monumenten verschillende wandelingen uitgezet, het is een super gebied! De kilometers die we gisteren niet konden lopen halen we nu dubbel en dwars in; totaal lopen we ongeveer 20 kilometer. Ondanks het fantastische weer is het opvallend dat de meeste andere bezoekers er voor kiezen om het gebied met de auto te bezoeken; we hebben de wandelpaden bijna alleen voor onszelf. We beginnen misschien in herhaling te vallen, maar hier is de natuur echt fantastisch en doordat het zo’n fantastisch weer is komt het helemaal tot zijn recht. We kijken onze ogen uit; super. Omdat het hier herfst is hebben veel bomen een fantastische kleur, dit zorgt voor nog meer spektakel. Naast de fantastische natuur zien we ook veel vogels; onze dag is compleet!
De volgende dag, zondag, gaan we dit fantastische gebied al weer verlaten. We hebben een fantastische paar dagen gehad en we sluiten niet uit dat we hier nog een keer terug komen. Niet alleen zijn we erg enthousiast over de omgeving, maar vanuit Ushuaia vertrekken in de Argentijnse zomer (december t/m maart) expedities naar Antarctica en het lijkt ons fantastisch om een keer met zo’n expeditie mee te gaan. Als je zo’n reis vanuit Nederland boekt is het bijna onbetaalbaar en door de reis via een organisatie uit Ushuaia te boeken kun je aanzienlijk goedkoper uit zijn, wie weet…
We gaan Ushuaia een dag eerder dan gepland verlaten omdat het zondag zeer waarschijnlijk de hele dag gaat regenen en maandag wordt zelfs er sneeuw verwacht. In Ushuaia kun je bijna niets binnen doen en daarom hebben we geregeld dat we eerder naar El Calafate kunnen vliegen. ‘Weer vliegen?!’ zullen jullie je mogelijk afvragen. Het is inderdaad niet echt een budget manier van reizen, maar wel erg efficiënt. Ushuaia ligt erg afgelegen, het is bijvoorbeeld 40 uur met de bus vanaf Buenos Aires en daarom hebben we er voor gekozen om van en naar de stad te vliegen.
In El Calafate hopen we meer van hetzelfde te zien. Ook deze stad ligt ook in Patagonia en hier hopen we veel sneeuw en ijs te zien.
Van tevoren hadden we gedacht dat we met de vluchten in Argentinië een probleem met onze bagage zouden krijgen. In Argentinië hebben de maatschappijen afgesproken dat je per persoon maar 15 kg i.p.v. de internationaal gebruikelijke 20 of 23 kg mag inchecken. Met onze rugtassen zitten we normaal rond de 20 kg en daarom hebben we verschillende manieren verzonnen om toch de grens van 15 kg te halen. Zo zaten we zowel vanuit Buenos Aires als vanuit Ushuaia we met een dikke laag kleding in het vliegtuig en dankzij deze trucjes haalden we precies de grens van 15 kg.
Net voordat we op El Calafate landden, verrast het uitzicht ons; in de verte zag je prachtig het Andes gebergte, maar voor de rest was het woestijn (steppe), bijna een maanlandschap. Hadden we niet verwacht. Een andere verrassing is de temperatuur; het is helemaal niet koud. We kunnen zelfs gewoon zonder jas buiten lopen en dat hadden we niet verwacht. El Calafate ligt ongeveer 1000 kilometer ten noordenwesten van Ushuaia en het temperatuurverschil is duidelijk merkbaar.
De volgende dag is het prachtig weer, al is er een sterke wind en deze is ijskoud en we gaan vandaag naar de grootste attractie van de El Calafate; de Perito Moreno gletsjer. Deze gletsjer ligt in het Parque National Los Glaciares en zoals in de naam al terug komt liggen hier meerdere gletsjers. We hebben, bijvoorbeeld in Frankrijk en Nieuw-Zeeland, al eens eerder gletsjers gezien, maar de Perito Moreno is echt fantastisch. Dankzij de omgeving is de gletsjer echt een plaatje, al is dat niet echt uniek. Het unieke voor ons is dat de gletsjer uitkomt in een meer en de ijsblokken die van de gletsjer afbreken drijven in het meer en creëren een erg mooi plaatje. Al moeten we eerlijk zeggen dat het afbreken van de ijsblokken pas echt spectaculair is. Net zoals vele gletsjers op de wereld, smelt ook deze gletsjer en hierdoor breken grote ijsblokken af. En dit proces is spectaculair; eerst hoor je het kraken en vervolgens zie je een groot blok afbreken en dat een enorm knal als het in het water terecht komt. Alsof het onweert! Omdat het proces redelijk snel gaat is het lastig te fotograferen, wel hebben we wat foto’s van de enorme waterfontein. Kortom weer een super dag.
Helaas zijn de andere gletsjers in het park alleen via (te) dure tourtjes te bezoeken en daarom kiezen we er voor om dinsdag El Calafate weer te verlaten. We gaan deze keer naar de wandel hoofdstad van Patagonia; El Chalten. We willen hier verschillende dagen wandelen. Ook hier komen we weer spectaculaire bergen tegen, we kunnen bijna niet wachten.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Een weekendje Down Under en de tango in Buenos Aires.
Dit verslag beginnen we met groot nieuws, Cees en Bea waren er vorige week al naar na aan het vissen. Het grote nieuws is namelijk dat we gaan trouwen!!! Niels heeft Lisette midden in de jungle ten huwelijk gevraagd en Lisette heeft hier volmondig met ‘ja’ op geantwoord. Het gebeurde op vrijdag 25 maart en dat was uiteraard de bijzondere ochtend wat we in ons vorige verslag noemden, de ouders waren uiteraard na afloop iets eerder geïnformeerd. Het was de wissel dag van Tabin Wildlife Reserve naar Danum Valley en eigenlijk konden we ’s ochtends uitslapen, maar Niels had nog een extra ‘activiteit’ geregeld. Lisette had eigenlijk wel zin om uit te slapen en ’s nachts had het ook nog de hele nacht geregend en Lisette stond dus niet echt te springen om ’s ochtends vroeg de jungle in te gaan. Opmerkingen als ‘had je dat niet even kunnen overleggen’ kwamen die ochtend langs. Omdat de auto naar Danum om 7.30h vertrok, moesten we uiterlijk om 6.00h in de jungle zijn en dat betekende vervolgens dat we 5.00h op moesten staan. Niels had de modder vulkaan en met name de daarnaast gelegen observatietoren als plek uitgekozen. Niet alleen waren we, op de gids na, lekker met z’n tweeën, maar de ontwakende jungle (vogels in het bijzonder) fungeerde als een soort gelegenheidsorkest. Een bijzonder plekje dus. Wel moesten we eerst ongeveer 20 minuten door de modder naar de vulkaan en de observatietoren lopen. Ondanks dat het droog was, zorgde de modder er ook niet voor dat Lisette d’r humeur verbeterde. Uiteraard was ze dat later snel vergeten.
’s Avonds in Danum hebben deze hele bijzondere gebeurtenis gevierd met heerlijk eten en dat heerlijke bad op onze veranda. En Lisette kon het niet laten om iedereen haar nieuwe ring te showen.
Terug naar ons reisverslag. Zes jaar geleden, aan het begin van onze reis naar Nieuw-Zeeland en Australië, hebben we eerder 5 dagen in Singapore door gebracht en hierdoor kennen we de stad redelijk. Wel is met name de Marina enorm veranderd. Met de Marina Bay Sands heeft de stad een nieuwe skyline erbij gekregen en om eerlijk te zijn vinden we de vernieuwing niet echt een verbetering. Eigenlijk zijn we blij dat we hier maar één dag in Singapore zijn, want ondanks dat we ons de vorige keer prima vermaakt hebben, hebben we dit keer veel meer moeite om ons de hele dag bezig te houden. Eigenlijk doet deze dag geen recht aan de fantastische tijd die we in Azië hebben gehad. We hebben hier heerlijk gereisd en kijken daarom met heel veel plezier op deze eerste 5 maanden terug.
De vlucht naar Sydney was niet heel bijzonder, gewoon prima en na ongeveer 7 uur vliegen komen we om 6.00h in Sydney aan. Onze vrienden hebben geregeld dat we het appartement van andere vrienden mogen gebruiken. Deze mensen hebben twee appartementen in de stad en van één van de appartementen gebruiken ze alleen één kamer als kantoor en het overige deel mogen wij gebruiken. Uiteraard werken ze niet in het weekend en hierdoor hebben we het appartement eigenlijk volledig voor onszelf. Na 5 maanden reizen is het erg lekker om echt een plekje voor onszelf te hebben. We hebben weer voor het eerst in 5 maanden zelf gekookt, ging erg goed! Het appartement staat in een hele bijzondere wijk van Sydney, Bronte. Het ligt naast het bekendste strand van Sydney, Bondi Beach, en ook deze wijk ligt fantastisch aan de Stille Ocean.. Ons appartement ligt zo’n 200 meter van het strand en mede dankzij het strandleven hangt er een heerlijke sfeer. Niet alleen is de sfeer erg goed, het weer is ook heerlijk. We hebben de 30 graden plus temperaturen inmiddels verlaten, maar met een temperatuur van 20 à 25 graden en geen hoge luchtvochtigheid is het eigenlijk veel lekkerder.
Om wakker te blijven lopen we even naar Bondi Beach en ’s middags gaan we naar het centrum van Sydney. Het is heerlijk weer en de stad voelt weer heerlijk aan, uiteraard stoppen we o.a. even bij het Opera House. Om eerlijk te zijn doet het aan Nieuw-Zeeland denken. Voor ons Europanen lijken de Nieuw-Zeelandse en Australische culturen (de Australiërs en Nieuw-Zeelanders denken hier trouwens heel anders over) erg op elkaar en zoals jullie mogelijk weten zijn wij erg van de Nieuw-Zeelandse cultuur gecharmeerd en hierdoor voelt de stad erg prettig aan. Maak jullie maar geen zorgen, we lassen geen stop voor onbepaalde tijd in, al is de verleiding erg groot. We staan nog steeds volledig achter onze keuze, al zullen we altijd een zeer bijzondere band met deze regio en Nieuw-Zeeland in het bijzonder hebben. Maandag zijn we tijdens onze vlucht van Sydney naar Buenos Aires over het zuidelijkste puntje van Nieuw-Zeeland gevlogen en toen we het land en de besneeuwde bergtoppen goed konden zien was het toch even slikken.
Dat is een afgesloten hoofdstuk en daarom verder met Sydney. Omdat onze vrienden (Vera en Julian) vrijdagavond vanaf Cairns (gelegen in het noordenoosten van Australië) naar Sydney zijn gevolgen, zien we hen zaterdagochtend in Bondi Beach. Omdat Vera en Julian in het bijzonder voor de eerste verjaardag van hun dochtertje Emma naar Sydney zijn gekomen (Julian is Australiër en zijn familie woont in Sydney), zijn de ouders en zussen van Vera ook naar Australië gekomen. Het weer is minder, maar de zee is niet minder spectaculair. Ze hebben een mooi wandelpad langs de zee van Bondi naar Bronte gemaakt en hier lopen we lekker een paar uur. ’s Avonds gaan we met Julian en Vera en de zussen van Vera en wat Australische vrienden in The Rocks (gezellige wijk vlakbij het Opera House) wat eten en later ook wat drinken, super avond!
De volgende dag, zondag, wil Julian ons de omgeving van Sydney laten zien. Omdat zondag de wintertijd in Australië is ingegaan en zijn we eerst wel even met de tijd aan het stoeien. We voelen ons een beetje als Peter Heerschop (gaat de klok nu juist naar voren of naar achter?) en zeker omdat Nederland de week ervoor van tijd is veranderd is het een beetje zoeken. We komen er uit en beginnen de dag met een drankje bij één van de favoriete cafétjes van Julian, the Oaks. Daarna gaan we naar Palm Beach. Dit is een heerlijk strand in het noordenwesten van de stad. Het is super weer en daarom gaan we in de zee zwemmen. Omdat de golven, in vergelijking met Nederland, veel hoger zijn, is het erg spectaculair. Kortom weer een heerlijke dag. ’s Avonds worden we door de familie van Julian voor een echte Australische barbecue uitgenodigd. Deze mensen (inclusief de zus van Julian) behandelen ons als of we onderdeel van de familie zijn en dat is erg hartverwarmend en daarnaast is het eten heerlijk. Omdat Julian de volgende dag jarig is, staan we hier uitgebreid bij stil. Emma zit er gezellig bij en vindt de aandacht en de gezelligheid super, erg leuk om te zien.
Maandag hebben we Sydney helaas al weer verlaten. Het was een kort, maar fantastisch bezoek. Niet alleen was de stad heerlijk, maar het was ook erg leuk om Vera en Julian weer te zien. Ze hebben ons het Sydney laten zien zoals de Australiër het graag ziet en dat was erg leuk; we hebben een heerlijke tijd gehad!
De vlucht naar Buenos Aires is niet alleen een lange zit, zo’n 13 en half uur, maar omdat we de datum grens oversteken wordt deze maandag waarschijnlijk de langste dag uit ons leven. We vertrekken ’s ochtends lokale tijd om 10.30h in Sydney en terwijl we wel ruim 13 uur vliegen komen we dezelfde ochtend ook om 10.30h in Buenos Aires aan; de dag duurt daardoor zo’n 38 uur. Niet heel erg speciaal, maar toch bijzonder om mee te maken.
Buenos Aires is echt een fantastische stad. Het is een combinatie van Europese en Zuid-Amerikaanse invloeden, erg goed begin van onze Zuid-Amerikaanse tijd. Daarnaast is het erg lekker weer, zo’n 25 tot 30 graden en verder hebben we een super hostel. De stad heeft heel veel sfeer en mooie oude gebouwen, we vinden het erg op Madrid lijken. De stad heeft verschillende leuke wijken, al is de wijk Boca één van onze favorieten. In deze wijk vind je een aantal leuke kleurrijke straatjes en het grote stadion van Boca Juniors, de club waar o.a. Maradonna groot is geworden. Boca ligt net buiten het centrum en het gebied tussen het centrum en Boca wordt als niet ‘toeristen vriendelijk’ beschouwd en nemen we de bus naar Boca. Dit is ook één van de verschillen tussen Azië en Zuid-Amerika; het zal af en toe niet mogelijk zijn om sommige wijken in Zuid-Amerika in te gaan. In Azië hebben we dat niet echt meegemaakt.
Donderdagochtend gaan we Buenos Aires verlaten en Argentinië verder verkennen. Vanaf Buenos Aires vliegen we naar het zuidelijkste puntje van het land; Vuurland. Om precies te zijn naar de stad Ushuaia en dit is tevens de meest zuidelijke stad ter wereld. In dit gebied hopen we veel besneeuwde bergen en gletsjers te zien. Hier blijven we tot en met maandag en dan gaan we naar Patagonia. Wel zullen we even aan de temperatuur moeten wennen, het is in het zuiden ongeveer 5 graden.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Fantastisch Borneo deel 2
Woensdag 23 maart begon ons avontuur in het Tabin Wildlife Reserve. Het resort ligt op zo’n een uur rijden van de hoofdweg en op zo’n anderhalf uur rijden van Lahad Datu, we zitten echt midden in de jungle. Het ontvangst is erg goed, naast een welkomstdrankje krijgen we een fotoboek met de veel voorkomende dierensoorten. Erg handig en een gelijk een leuk souvenir. Het resort bestaat uit 20 luxe bungalows die aan een stroompje liggen. Woensdag moeten we dit hele complex met alleen een ander stel delen; de verhouding medewerkers/gasten is ongeveer 8 tot 1. We krijgen alle aandacht. Het stel komt uit de V.S. en zijn echte vogelliefhebbers, ze zijn specifiek naar een aantal vogels op zoek en noteren alles wat ze tijdens hun verblijf zien in een boekje. Ze zijn zo fanatiek dat ze een privé gids hebben. Ze vragen ons voor welk dier of diersoort wij komen en als we zeggen dat we alles prachtig vinden en zoveel mogelijk willen zien staan ze ons glazig aan te kijken.
Het is een heerlijk begin van ons verblijf, wel worden we even van het weer benauwd; sinds ons vertrek uit Lahad Datu regent het. Uiteraard kunnen we een beetje regen hebben, maar voor het maken van foto’s en om dieren te zien is het wel handig als het droog is. Gelukkig wordt het in de middag droog en direct zien we rond het resort verschillende leuke vogels.
Het gebied gaan we de komende dagen te voet en met een auto verkennen. ’s Middags gaan we voor het eerst op pad; het is een wandeling van ongeveer een uur. We zien een fantastische neushoorn toekan en een aantal apen, maar voor de rest viel het een beetje tegen. We hadden niet alleen gehoopt dat we meer dieren zouden zien, maar door alle regenval van de laatste tijd waren ook hier de wandelpaden in modderpoelen veranderd. Ondanks de goede laarzen die we mogen gebruiken, is het lastig lopen. Wel hebben we drie orang-oetang nesten gezien en dat biedt hopelijk perspectief voor de komende dagen. Onze gids, James, is trouwens erg goed, aardige vent en heeft veel verstand van de natuur.
Na een prima maaltijd gaan we ’s avonds met een jeep op een nacht safari en deze is spectaculair!! We beginnen de safari met een mooie uil en komen via een vliegende eekhoorn en een vliegende vos (grote vleesmuis) bij ons hoogtepunt van de avond; een kudde olifanten! Ineens was er getetter van de olifanten en als je ze niet kunt zien, is dat een waanzinnige ervaring! Vervolgens hoor je het geluid van omvallende bomen en het breken van takken; als een bulldozer zijn ze op zoek naar eten. Waarschijnlijk voelden ze zich door ons bedreigd, want het mannetje blaast af en toe om te laten dat we zeker niet dichter bij moeten komen. Helaas lopen ze wel de hele tijd achter bosjes en bomen en hierdoor kunnen we geen fatsoenlijke foto nemen. Wel een geweldige ervaring. Op de terugweg zien we nog leuke hertjes en een wilde kat.
Donderdag is het heerlijk weer (zijn zelfs een beetje verbrand) en zien heel veel dieren. We beginnen met een wandeling naar de Mud Vulcano (de Modder vulkaan). Dit is een plek in het regenwoud waar vanuit ongeveer 300 meter diep een gas omhoog komt en dat gas neemt vervolgens modder op zijn weg mee naar boven; vandaar dus een modder vulkaan. De plek trekt niet zoveel dieren aan en is voor ons daarom niet zo interessant, maar het bos er rond om heeft heel veel dieren. Naast de vulkaan staat een observatietoren en vanaf die toren kun je de jungle goed bekijken. Het is wel weer vroeg opstaan, maar dan zie je ook het meest. De weg naar de ‘vulkaan’ is weer erg modderig, maar goed te doen. Later op de ochtend gaan we met de jeep het gebied verder bekijken. We rijden op hetzelfde pad als we de avond ervoor met de nacht safari gedaan hebben en we zien dan ook goed wat voor een schade de olifanten aangericht hebben. Deze is enorm! Later komen we nog wat vleesetende planten en de op één na hoogste boom ter wereld tegen. De Latijnse naam is ons even ontschoten, maar omdat James de boom op Broccoli vindt lijken (en dat is zeker geen rare vergelijking) noemen we de boom de Broccoli boom. Tabin Wildlife Reserve is een prachtig gebied.
Gelukkig voor het resort komen er later op de dag 18 nieuwe gasten aan en sommige mensen hebben enorme lenzen en de meeste duren fototoestellen bij zich. We schatten in dat de fotoapparatuur net zoveel als een nieuwe personenauto waard is. We zitten duidelijk tussen de welgestelden.
Aan het eind van de middag maken we nog een tripje met de jeep en zien weer veel toekans, apen, een hagedis, roofvogels, een hele bijzondere Giant Squirrel (een hele grote eekhoorn en een Leopard kat.
Vrijdagochtend maken we eerst een bijzonder uitstapje en daarna gaan we naar het tweede luxe resort, Danum Valley. Tabin Wildlife Reserve was een fantastisch gebied en ondanks dat het elke dag geregend heeft hebben we geluk met het weer gehad.
De gebieden liggen zo’n 4 uur rijden uit elkaar en dit resort is nog luxer. We hebben een luxe bungalow aan de rivier met zelfs een bad buiten op de veranda, gaan we zeker even gebruik van maken! Ook zien we vanaf de veranda gelijk bijzondere vogels; een heerlijke plek voor een drankje.
’s Middags maken we de eerste wandeling en komen gelijk twee mooie apensoorten tegen; Red Leaf Monkey en weer een orang-oetang! Dit is het een hoog zwanger vrouwtje, wel zit ze hoog in een boom en kunnen we haar moeilijk zien. Het is duidelijk geen toeval dat we direct deze twee soorten apensoorten zien. Het resort pakt het erg professioneel aan en heeft her en der verkenners in het gebied lopen en via walkietalkies worden gidsen vervolgens geïnformeerd.
’s Avonds zien we een aantal andere bijzonder dieren; o.a. een heel klein aapje (de Western Tarnier, aapje van ongeveer 15 cm groot) en een Tarantula (grote vogelspin). Erg bijzonder, hopelijk hebben we morgen weer geluk.
Zaterdag lopen we bijna de hele dag in de jungle en gelukkig is het een groot deel van de dag droog en heerlijk weer, later op de dag gaat het wel heel hard regenen. We beginnen met een leuke, maar helaas korte wandeling in de boom toppen. Zoals we eerder gemerkt hebben zijn de tijdstippen voor de maaltijden heilig en dat de jungle activiteiten hierop aangepast dienen te worden. Wat ons betreft had het best andersom gemogen. Of anders was het ook geen probleem om een keer een lunch over te slaan, blijkbaar denken de meeste gasten hier anders over.
Ze hebben hier ook een Canopy walkway zoals we enige tijd geleden ook in Taman Negara hebben gezien. Op een deel van de walkway loop je op 30 meter boven de grond; erg mooi uitzicht, helaas weinig dieren.
Later in de ochtend lopen we naar een uitkijkpunt op een berg. Maar voordat we vertrekken horen we dat er weer orang-oetangs gezien zijn!! Deze keer kunnen we ze zelfs vanaf ons balkon zien, wow!! Totaal zitten er drie orang-oetangs, maar we kunnen alleen het vrouwtje en een kleintje zien. Het mannetje zit te ver tussen de bladeren. Met name het kleintje is erg mooi. Hij heeft nog echt die mooie oranje kleur die we verwacht hadden en daarom zijn we erg blij dat we ze nog even kunnen zien!
Op het uitzichtpunt hebben we een fantastisch uitzicht over het gebied en het resort. Onderweg zien we nog een redelijk zeldzame rode vogel, de Trogon. We kunnen een mooie foto maken en als we deze later aan een aantal vogelspotters laten zien zijn ze erg jaloers. Op de terugweg stoppen we bij een waterval. In het water zitten visjes die het eelt van je voeten eten en uiteraard maken wij even van de mogelijkheid gebruik. Het voelt heel grappig aan als de visjes aan je voeten zitten.
Later in de middag gaat het keihard regen, gelukkig zitten we dan lekker in het hoofdgebouw de foto’s van die ochtend te bekijken. Als we een uur later weer een wandeling gaan maken is het gelukkig droog, alleen zijn de padden spekglad geworden. Waarschijnlijk hebben de dieren ook een droog onderkomen gezocht, want we zien niets. Na een klein uurtje komen er weer donkere wolken en die vertrouwt de gids niet, we gaan helaas weer terug naar het resort. ’s Avonds doen we het lekker rustig aan en gaan na het eten lekker uitgebreid van ons buitenbad genieten. Omdat het Earth Hour is (wereldwijd doen mensen gedurende een uur alle lichten uit) doen we alle lichten uit en zetten wat kaarsjes rond het bad. We doen zoveel mogelijk voor een beter milieu en dat het daarnaast erg romantisch is, maar dat is uiteraard een bijkomend voordeel en helemaal geen doel op zich. Hahaha.
Op de laatste ochtend staan we voor de laatste keer nog een keer om 5.45h op en maken nog een leuke wandeling en zien niet alleen weer de Red Leaf Monkey, maar ook het witte broertje. Die hadden we nog niet mooi van dichtbij gezien. De dag ervoor hadden ze ons gevraagd om een enquête in te vullen en hierin hadden we aangegeven dat we meer van de wandelingen hadden verwacht. Waarschijnlijk heeft iemand de gids geïnformeerd, want hij doet erg zijn best en we blijven een stuk langer weg. Als we terug komen zien we nog even één van de orang-oetangs die we de dag ervoor ook hebben gezien. Het is het vrouwtje en het lijkt er bijna op dat ze ons komt uitzwaaien. Tijdens ons verblijf in Borneo hebben we in totaal zeven keer (zes verschillende) een orang-oetang gezien en hier zijn we erg blij mee. Dit was toch wel één van onze doelen voor Borneo.
Na een laatste heerlijk lunch, het eten was hier echt fantastisch, gaan we weer terug naar Lahad Datu. We kunnen nog wel naar Kota Kinabalu doorreizen, maar dan komen we om 3.00h ’s nachts hier aan. Dat lijkt ons niet ideaal en daarom gaan we, ondanks dat er niets in Lahad Datu te doen is, maandagochtend naar Kota Kinabalu.
Het verblijf in Danum Valley was fantastisch, maar we zijn erg blij dat we zowel naar Tabin Wildlife Reserve als Danum Valley zijn gegaan. In Tabin hebben we meer dieren en vogels gezien en ondanks dat we in Danum ook veel dieren hebben gezien was het resort meer op luxe en comfort dan op de natuur gericht. Wel hebben we in Danim de leukste mensen, bijvoorbeeld een leuk Nederlandse stel en een gezellige dame uit Australië, ontmoet. In Tabin zitten de echte hardcore vogelspotters en deze mensen zijn toch iets minder gezellig.
De volgende dag zijn we weer naar Kota Kinabalu gegaan en onderweg regent het heel erg hard rondom Mount Kinabalu. Het regent zo hard dat er zich kleine riviertjes op de weg vormen. Naar de top lopen of wandelingen rondom de berg is zeer waarschijnlijk op dit moment niet mogelijk; de wandelpadden zullen ook kleine riviertjes zijn. Gelukkig hadden wij anderhalve week geleden beter weer. Ondanks dat we in Borneo elke dag regen gehad hebben, hebben we trouwens twee weken lang alles kunnen doen wat we wilden doen en hadden daarbij bijna altijd goed weer.
Op onze laatste dag op Borneo hebben we lekker op één van de eilandjes voor de kust van Kota Kinabalu gesnorkeld. Het was super weer en we hebben prachtige vissen gezien; heerlijke dag.
Woensdag vliegen we naar Singapore en donderdagavond vliegen we vervolgens weer door naar Sydney. Singapore heeft de grootste shopping malls van Azië en hier gaan we dan ook even een kijkje nemen.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Fantastisch Borneo deel 1
Het ‘uitchecken’ in het luxe hotel in Kuala Lumpur is erg lachwekkend. Niet alleen was het erg grappig om met onze grote rugtassen tussen al die luxe Samsonite koffers te lopen. Maar toen we een baliemedewerker vroegen om ons volgende hotel in Kota Kinabalu te bellen werd het verschil tussen de werelden helemaal duidelijk. In de lokale taal vroeg de hotel medewerker of er een kamer beschikbaar was en wat de prijs was. Het is een budget hotel en toen hij hoorde dat er alleen kamers met gedeelde badkamer beschikbaar waren begon hij te stotteren, dit zag hij niet aankomen. Ook toen we zijn aanbod afsloegen om van een taxi gebruik te maken, stond hij raar te kijken. We liepen met onze rugzakken gewoon naar de metro.
Donderdag 17 maart is de verjaardag van Lisette en ze krijgt van verschillende mensen een e-mail kaartje (hartelijk dank hiervoor!!). Na het ontbijt bekijken we de kaarten in de lobby van het hotel. Zoals we vaker hebben gezien zijn de Aziaten erg in onze laptop geïnteresseerd en ook vandaag kijken ze graag mee. Het is blijkbaar in Maleisië niet gebruikelijk om iemand voor zijn of haar verjaardag een kaartje te sturen, want de Maleiers begrijpen niet waarom Lisette kaartjes krijgt. Een digitaal kaartje is helemaal een groot vraagteken. Eerst feliciteren ze Lisette, maar daarna willen ze graag weten hoe het werkt. We laten ze verschillende kaarten zien en uiteindelijk sturen we ze een van de verschillende kaartjes en dat vinden ze fantastisch. Erg grappig, zeker als je bedenkt dat er nu twee Maleiers zijn die helemaal door het dolle zijn omdat ze een Nederlandse e-card hebben ontvangen die ze maar voor een deel begrijpen.
Het heeft ook gelijk het ijs gebroken; we zijn gelijk hun grootste vrienden. Niels zijn lengte vinden super interessant en Niels moet dan ook met iedereen op de foto. Omdat Lisette ook veel langer dan de gemiddelde Aziatische vrouw is, willen ze ook met Lisette op de foto. De laatste keer dat we uitgebreid met mensen op de foto gingen was in India en dus al even geleden, we voelen ons weer even als sterren.
Ondanks dat het Lisette d’r verjaardag is, is donderdag vooral een regel dag voor ons. We hebben geprobeerd om vanaf Kuala Lumpur een aantal zaken (bijvoorbeeld hotels en toertjes) via de e-mail te regelen, maar dat werkte niet; we krijgen weinig bruikbare reacties. Om ons plan toch te realiseren hebben donderdag verschillende bureautjes bezocht. Helaas is de klim naar Mount Kinabalu veel te duur (2 dagen klimmen is bijna net zo duur als twee weken klimmen in Nepal) en de klim is voor de komende weken al vol geboekt, maar we gaan de komende twee weken leuke dingen doen. ’s Avonds hebben we heerlijk vers gegrilde vis op de nachtmarkt van Kota Kinabalu gegeten, was super!
We kunnen niet naar de top, maar omdat het gebied rond Mount Kinabalu erg mooi moet zijn, zijn we vrijdagochtend hier naar toe gegaan. Het is maar anderhalf uur rijden en de rest van de dag hebben we heerlijk gewandeld. Helaas zat de top bijna de gehele dag in de wolken en konden we hem niet zien. Gelukkig hebben we hem ’s ochtends onderweg vanaf Kota Kinbalu wel even kunnen zien.
Niet alleen slapen we ’s avonds super omdat het eindelijk na weken weer eens heerlijk afkoelt en we lekker in de dekens kunnen kruipen, maar we krijgen ook een goede tip van een stel Canadezen om naar het plaatsje Sukau in het noordoosten van Sabah te gaan. Eigenlijk hadden we gepland om een toer op een riviertje en een orang-oetang opvanghuis (soort Pieterburen voor orang-oetangs) in de buurt Sipilok in het noorden van Sabah te gaan, maar omdat het opvanghuis meer een slechte dierentuin moet zijn en omdat je veel goedkoper en beter de rivier in Sukau kunt bekijken gaan we daar naar toe.
De volgende dag komen we er achter dat het openbaar vervoer op Sabah erg slecht is. De meeste toeristen komen hier via georganiseerde reizen en reizen niet zoals wij zelfstandig. Vanaf Mount Kinabalu moeten we een bus richting Tawau nemen en deze bus zet ons vervolgens bij een kruising af en hier moeten we via een klein busje de laatste 50 km afleggen. Alle bussen die vanaf het westen naar het noorden en oosten rijden, vertrekken vanaf Kota Kinabalu. En we waren al gewaarschuwd dat als ze vol zitten, ze niet voor je stoppen. De eerste drie buschauffeurs zwaaien vriendelijk, maar ze stopten niet. Gelukkig hebben we na een uur wachten geluk en stopt er een bus.
Na 4 uur in deze bus gezeten te hebben komen we bij de kruising aan en hier staan inderdaad verschillende auto’s op ons te wachten. Wel vragen ze het dubbele tarief. We hebben vaker met dit bijltje gehakt en ook deze keer gaan we niet met de prijs akkoord. Het wordt dus op alternatief transport wachten. Omdat ook andere mensen aan het wachten zijn, gaan we er vanuit dat er binnen enkele uren nog wel een busje zal komen. Na een half uur vragen de chauffeurs of we nog steeds niet weg willen en na een ruim een uur proberen ze het via onze B&B (bed&breakfast) te spelen, maar ook daar trappen we niet in. Na vijf kwartier zitten we er aan te denken om te gaan liften, maar als of ze onze gedachten kunnen lezen worden we het ineens over de prijs eens. Gelijk wordt ons ook duidelijk waar de rest op aan het wachten was; ons. De auto zou pas vertrekken als wij er in zouden zitten, eerder niet. Waarschijnlijk betalen wij voor heel de auto.
Het verblijf in Sukau en de Greenview B&B in het bijzonder is fantastisch. De mensen zijn erg aardig, de voorzieningen zijn prima, het eten is prima en de riviertoertjes die ze aanbieden zijn helemaal fantastisch. Omdat het de afgelopen periode flink geregend heeft (is weer erg vreemd omdat het eigenlijk een droge periode is) zijn de wandelpaden een grote modder partij geworden en kunnen we niet in de jungle gaan wandelen. Als alternatief bieden ze extra boottripjes aan. Totaal zijn we zes keer (waaronder een nachttrip, erg leuk) de rivier op geweest en hebben prachtige dieren gezien. Zes keer lijkt misschien erg veel en elke ochtend moesten we om 5.45h opstaan om het ontwaken van de jungle te zien, maar elke keer was het erg bijzonder. Er is een groot en veelzijdig aanbod van wilde dieren en dat maakt dit gebied zo bijzonder. Niet alleen hebben we verschillende vogelsoorten (o.a. ijsvogels, uilen, grote toekans), maar ook krokodillen, 5 apen soorten (waaronder de Proboscics, neusaap in het Nederlands), hagedissen, slangen, wilde olifanten en drie orang-oetangs gezien!!! Vooral die laatste twee waren erg bijzonder. Het was met name bijzonder omdat ze niet vaak gezien worden, vooral de orang-oetangs niet (drie op één dag was heel erg bijzonder) en één orang-oetang hebben we erg goed kunnen zien.
Ondanks dat het elke dag wel even geregend heeft, was het niet noodzakelijk om ons programma aan te passen. Omdat de bootjes geen dak hebben zijn we wel een keer goed nat geregend. Daarnaast zorgt het vochtige weer ook voor andere praktische problemen; niets droogt er. We wilden onze was doen, maar we krijgen het advies om dat ergens anders te doen. Het duurt minimaal een week voordat een was droog is en zo lang blijven we hier niet. Dan maar even een paar dagen extra met hetzelfde shirt lopen. Wel is de temperatuur heerlijk en ’s avonds koelt het zelfs een beetje af.
Dinsdag zijn we verder naar het zuidoosten van Sabah gegaan en hier begint een nieuw hoogtepunt van onze reis. Tot nu was Maleisië en Sabah/Borneo in het bijzonder al een groot hoogtepunt, maar woensdag starten we met een jungle trip van 5 dagen. Van tevoren hebben we reserveringen voor vier overnachtingen in twee luxe resorts die diep in de jungle liggen gemaakt. Deze twee gebieden, Danum Valley en Tabin Wildlife reserve, staan bekend als gebieden waar veel dieren, de orang-oetang in het bijzonder, te zien zijn en via deze twee resorts heb je als het goed is de beste toegang. De resorts waren erg duur, maar omdat we mogelijk maar één keer in Borneo komen en omdat we in de rest van Azië goed op ons budget hebben gelet, geven we deze keer graag iets extra uit. We hebben er erg veel zin!
Woensdag starten we met de trip en daarom slapen we dinsdagnacht een nachtje in de plaats vlakbij het park; Lahad Datu. De plaats zelf stelt niet zo veel, heel veel toeristen vliegen direct vanaf Kota Kinabalu naar Lahad Datu en gaan dezelfde dag naar het regenwoud. We zijn één van de weinige toeristen in de stad en vallen dus goed op. Als gevolg worden we frequent door bedelaars aangesproken en Lahad Datu is eigenlijk de eerste stad buiten India waar we op redelijk grote schaal met armoede geconfronteerd worden. In de omgeving van de stad staan veel palmolie plantages en deze plantages hebben veel (illegale) buitenlandse arbeiders aangetrokken. Omdat deze mensen door geen enkele organisatie beschermd worden, werden ze tijdens economisch slechtere tijden zonder pardon ontslagen; de gevolgen zijn duidelijk zichtbaar. Triest om te zien.
De rit vanaf Sukau naar Lahad Datu was trouwens erg comfortabel, de aansluiting op de kruising is perfect en onze ‘vrienden’ bij de kruising vragen direct de juiste prijs, toch is het eerste deel van de rit bijzonder. Kort na vertrek komen we er namelijk achter dat de bestuurder geen benen of deels geamputeerde benen heeft, we kunnen het niet duidelijk zien. Hij kan in ieder geval niet met zijn benen bij de pedalen. Om toch te kunnen rijden gebruikt hij een automaat, scheelt één pedaal, en de resterende pedalen bedient hij met een afgekorte wandelstok die wandelaars gebruiken. Het handvat gebruikt hij om de pedalen te bedienen en met zijn andere hand stuurt hij. Ondanks dat het waarschijnlijk voor de man de enige manier is om een inkomen te generen, hij kan verder weinig meer, twijfelen we of het een goed idee is om in te stappen. Het zou een goede bestuurder moeten zijn, maar we zijn blij dat we na een half uur bij de kruising zijn. Hij maakte absoluut geen stabiele indruk; gelukkig was het niet druk.
Hoe ziet ons reisprogramma na onze jungle trip er uit? Zondag is de trip afgelopen en dezelfde dag of maandag, moeten even kijken of we zondag nog de bus naar Kota Kinabalu kunnen halen, gaan we terug naar Kota Kinabalu. Dinsdag willen we voor de kust een dagje gaan snorkelen en woensdag vliegen we vervolgens naar Singapore. Omdat de stad erg duur is en omdat we 5 jaar geleden de stad al bezocht hebben, blijven we er maar één nachtje. Donderdag gaan we Azië weer verlaten en want dan vliegen we door naar Sydney, hier blijven we een lang weekend. Vrienden van ons zijn speciaal voor de eerste verjaardag van hun dochtertje bij familie in Australië en in Sydney gaan we hen opzoeken, we hebben erg veel zin in. Maandag 4 april gaan we opnieuw van continent wisselen, want dan vliegen we vanaf Sydney naar Buenos Aires (hoofdstad van Argentinië). We zien de komende week dus veel steden en vliegtuigen en daarom kijken we erg naar onze laatste dagen in de jungle uit.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
De prachtige natuur van Maleisie.
Het verschil tussen Thailand en Maleisië zit hem voornamelijk in details, het zijn beide westers georiënteerde landen. Maleisië is van oorsprong een land waar meerdere nationaliteiten (voornamelijk Chinezen en Indiërs) zich al snel thuis voelden en dat zie je veel minder in Thailand. In de eerste grote plaats na de grens (Ipoh) zien we direct dat er veel meer culturen aanwezig zijn. Een ander verschil is de snelweg. In Maleisië heb je perfect snelwegen, wel met tol betaling en ook in Thailand heb je prima vierbaans wegen. Het enige verschil is dat de Thai (net zoals in Cambodia en Laos) de begrippen snelweg en woonwijk niet hebben kunnen scheiden. Mensen wonen direct aan de snelweg en dat zorgt af en toe voor gevaarlijke situaties; auto’s die zomaar stoppen en zelfs kinderen die op de snelweg spelen.
Toevallig zat er in de bus van Hat Yai naar Ipoh een taxi chauffeur uit de Cameron Highlands. Hij was van een vakantie in Thailand op weg terug naar huis. Toen hij hoorde dat we ook naar de Higlands gingen, bood hij aan om ons tegen het bus tarief naar de Highlands te brengen, ideaal! We hebben voor hetzelfde geld een perfecte aansluiting en worden voor de deur afgezet. Wat ook erg leuk is dat de man in een Mercedes van 23 jaar oud rijdt. Het is dat het stuur aan de verkeerde kant zit anders zou je denken dat hij vroeger nog in Berlijn heeft gereden. De auto ziet er nog erg goed uit en we complimenteren hem hiermee. Hij is een beetje verbaasd en denkt dat we hem in de maling nemen. Uiteindelijk weten we hem te overtuigen dat hij een mooie auto heeft.
Na twee uur door de bergen gereden te hebben komen we rond 19.30h bij het guest house aan. Omdat er tussen Maleisië en Thailand een uur tijdsverschil is, grappen we tegen elkaar dat we een jetlag hebben. Wel zijn we blij dat we na twee dagen van alleen maar bussen, de komende paar dagen niet of nauwelijks in een bus hoeven te zitten.
We verblijven in het belangrijkste dorp, Tanah Rata, van de hooglanden en de volgende dag (woensdag) gaan we het dorp bekijken en de plannen voor de komende dagen maken. We hebben de avond ervoor gezien dat het gebied prachtig is, maar we moeten wel geluk met het weer hebben. Op dit moment is het geen regenseizoen, maar er kan wel elke dag een bui vallen. Naast dat het gebied prachtige natuur heeft, is het ook een belangrijk gebied voor thee en fruit; er zijn meerdere thee plantages en fruit kwekerijen. Naast deze mooie dingen vinden we het klimaat erg aantrekkelijk. Omdat de hooglanden op zo’n 1500 meter liggen wordt het overdag niet warmer dan 25 graden en ’s nachts koelt het lekker af naar zo’n 10 graden. En na weken van 35 plus graden is dat wel erg lekker. Zeker als je overdag lekker actief wilt zijn.
Gebaseerd op het bovenstaande doen de hooglanden ons sterk aan Da Lat in Vietnam en het Lake District in Engeland denken. Misschien niet echt de meest logische combinatie, maar omdat Maleisië een voormalig Britse kolonie is zijn er veel ‘cottage’ woningen en dankzij de fruit teelt (o.a. aardbeien) komt de associatie met Da Lat naar boven. Daarnaast zijn beide gebieden bergachtig en hebben een vergelijkbaar klimaat.
Woensdagmiddag bezoeken we één van de thee plantages en ondanks dat het erg commercieel is (de plantage is van de Maleisische Pickwick) hebben we lekker een paar uur langs de thee planten gelopen en hebben een aardig kijkje in de keuken gekregen. Omdat de plantage zo’n 10 km buiten het dorp ligt gaan er met de lokale bus naar toe en het gebruik van dergelijke bussen is altijd bijzonder. Of de bus en het comfort (of het gebrek daarna is bijzonder, zie India) in de bus zijn bijzonder (heel goed (Laos) of slecht (India)) of de mensen in de bus zijn bijzonder. Deze keer was het laatste. Vergelijkbaar met andere Aziatische landen koop je in Maleisië een kaartje in de bus en de kaartverkoopster was een prachtige vrouw vol verhalen en grappen, we hebben erg om en met haar gelachen.
Donderdag hebben we verschillende wandelingen gemaakt en we hadden geluk met het weer; droog en af en toe uitgebreid de zon. Voor het eerst tijdens onze trip komen we uitgezette wandeltochten tegen. Hierdoor kunnen we zelfstandig de jungle in gaan en ondanks dat een gids erg prettig is, blijft het zelfstandig reizen toch het leukste. Ondanks de dat routes in verschillende boekjes zijn opgenomen, is het begin van de route echt lastig te vinden. Na wat rondvragen is het ons toch gelukt en vervolgens vinden ze het handig om de route nummers te wijzigen. We wilden via route 4 naar routes 3 en 2, maar dat wordt anders. Route 4 blijkt niet te bestaan en route 3 is 6. Uiteindelijk lopen we een hele andere route, maar de omgeving is fantastisch. Heerlijke dag!
De volgende dag gaan we naar het gebied dat volgens de Maleiers het oudste tropisch regenwoud ter wereld is; het Taman Negara Nationaal Park. De dag begint droog, maar hoe dichter we bij het regenwoud komen hoe harder het gaat regenen. Het laatste deel van de trip moeten we met een boot afgelegen en we zijn erg blij dat het gammele bootje een dak heeft; het hoost! Als we na drie uur varen in Kuala Tahan, het beginpunt van het regenwoud, aankomen hoost het nog steeds. Af en toe komt het echt met bakken uit de helemaal. We hebben in de afgelopen 4 maanden geen regen gehad en het lijkt er bijna op dat alles wat in die maanden niet gevallen is nu in één keer uit de hemel komt. We weten nu waar het woord regenwoud vandaan komt.
We kunnen even bij het boothuisje schuilen, maar omdat we horen dat het hier de hele dag heeft geregend gaan we het uiteindelijk er toch maar op wagen. De poncho die we in Vietnam gekocht hebben komt nu heel goed van pas. Het is vanaf de boot maar tien minuten naar ons guest house lopen, maar zonder waren alle onze kleren (inclusief de kleren in onze rugzakken) zeik nat geweest. Nu hebben we de schade beperkt gehouden.
We slapen weer in een bungalow en omdat deze net buiten het dorpje liggen, vragen we of we bij de eigenaren mogen eten. We willen echt niet opnieuw het noodweer in gaan. Eigenlijk is het restaurant vandaag gesloten, maar i.v.m. het noodweer maken ze een uitzondering. Erg aardig. Voor een reisdag is dit weer geen probleem, hopelijk hebben we zaterdag en zondag wel goed weer om het regenwoud in te gaan.
We slapen heerlijk, de regen op het dak van de bungalow heeft erg veel weg van de regen op een tent en dat geeft ons allebei een goed gevoel. Betekent uiteraard wel dat het bijna de gehele nacht geregend heeft. Houdt het dan nooit op?!
Voor ons begint de volgende dag (zaterdag) goed; het is droog en er schijnt zelfs een zonnetje. Voor de dorpsbewoners en een aantal restauranthouders in het bijzonder is het een minder vrolijke dag. Een aantal weggen rond het dorp zijn in rivieren veranderd, ons hotel is bijvoorbeeld via de hoofdingang niet meer bereikbaar, en een aantal drijvende restaurantjes zijn losgeslagen. Twee restaurantjes drijven midden op de rivier, een aantal andere restaurantjes kunnen we nergens meer zien. De rivier zelf is een kolkende massa geworden, daarnaast is hij aan beide kanten zeker tien meter breder en hoger geworden. Het boothuisje waar me gisteren aankwamen is ook niet meer bereikbaar. Zeer waarschijnlijk is het dankzij de sterke stroming ook niet meer mogelijk om onze boottrip van gisteren vandaag te doen. Uiteraard zijn we erg van het natuurgeweld onder de indruk, maar de dorpsbewoners zijn dit ook. Het is voor de tijd van het jaar, het droogseizoen, erg ongebruikelijk dat er op één dag zoveel water valt.
Omdat wij niet met de herstelwerkzaamheden kunnen helpen, gaan we lekker het regenwoud in. Ook hier zijn er weer verschillende wandelingen uitgezet en door een aantal paden te combineren kunnen we een leuke rondje lopen. De natuur is echt fantastisch en deze keer is de route perfect uitgezet! Overal zie je grote oer bomen en de wortels van deze bomen lopen kris kras over het pad. Wel is het verschrikkelijk zweten; de temperatuur is niet zo hoog (rond de 30 graden) maar de luchtvochtigheid is zeer hoog. We moeten dus best afzien. En omdat alles zo mooi is doen we dat graag!
Een bijzondere ervaring is de canopy walk. Dit is een wandeling door de boomtoppen; ze hebben via netten en planken een netwerk van paden tussen verschillende bomen gemaakt. Je loopt dus zo’n 15 meter van de grond tussen de boom toppen van boom naar boom, erg leuk. Een andere hoogtepunt is een uitzichtpunt over het regenwoud op een berg.
’s Avonds probeert Niels een biertje te bestellen, maar omdat we nu in een provincie met voornamelijk moslims zitten is alcohol niet verkrijgbaar. Een luxe resort heeft een uitzondering gemaakt, maar verkoopt de dranken wel voor 3 keer de normale prijs. We wachten wel even tot maandag als we in Kuala Lumpur aankomen.
Ondanks het heerlijke weer op zondag besluiten we het rustig aan te doen. We doen een korte wandeling, maar deze is minder mooi en we worden van alle kanten door bloedzuigers aangevallen. Vervelende beestjes zijn dat. We gaan de rest van de middag lekker bij onze bungalow relaxen. Taman Negara National Park was super. We kunnen bijna niet wachten op onze volgende regenwoud ervaring in Borneo.
Maandag zijn we naar de hoofdstad van Maleisië, Kuala Lumpur, gegaan. En omdat Lisette bijna jarig is, hebben we ons zelf met een leuk hotel in de stad verwend. Het is alweer even geleden dat we een warme douche hadden en het is ook even wennen dat we de douche niet hoeven te delen. Wel komen we er achter dat guest houses veel meer sfeer en gezelligheid hebben, daarnaast spreek je in dergelijke hotels geen andere reizigers en dat vinden we altijd erg leuk. Na weken van budget overnachtingen is zo’n hotel wel heerlijk!
Kuala Lumpur zelf is, vergelijkbaar met veel Aziatische steden, niet zo spectaculair. Het ontbreekt de stad aan sfeer en culturele hoogtepunten, wat je bijvoorbeeld wel in Europese steden zit. In Kuala Lumpur draait alles om de Maleisische versie van de Twin Towers; de Petronas Towers. Uiteraard hebben we de torens gezien.
Woensdagmiddag zijn we naar het andere deel van Maleisië overgestoken; Sabah en het Maleisisch deel van Borneo. Hier gaan we de jungle in om Oerang Oetangs te zien en we hopen ook de hoogste berg van Zuidoost Azië te beklimmen; Mount Kota Kinabalu.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Teken van leven, we hebben het heerlijk in Kuala Lumpur.
Hallo allemaal,
Uiteraard geven we graag aan het verzoek van Bea en Cees gehoor om een teken van leven af te geven. We hebben het afgelopen weekend in een regenwoud doorgebracht en hebben niets van de ontwikkelingen mee gekregen. Zijn net in Kuala Lumpur aangekomen en gaan via het internet en kranten de gebeurtenissen in Japan achterhalen. Op basis van de eerste beelden/verhalen hebben we vernomen dat het echt verschrikkelijk moet zijn. Ondanks dat we zelf vrijdag en zaterdag met een kleine watersnood te hebben gehad, hebben we niets van de aardschok gevoeld. Het ligt dan ook duizenden kilometers hier vandaan.
Dinsdag of woensdag zullen we ons gebruikelijke verslag en foto's plaatsen.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels
Bounty strandjes, palmbomen... al jaloers?
Heel soms kom je op plekjes waarvan je denkt dat niemand of in ieder geval weinig mensen het voor je bezocht hebben. Ditzelfde gevoel hadden wij toen we op Ko Chang aankwamen. Misschien even wat verwarring bij de ervaren Thailand gangers wegnemen; we bedoelen niet het eiland Ko Chang in de buurt van Cambodja. De Thai vinden het handig om twee verschillende eilanden dezelfde naam te geven. ‘Onze’ Ko Chang ligt aan de west kust van Thailand in de Andeman Zee (Indische Ocean), zo’n 600 km ten zuiden van Bangkok (zo’n 1500 km van het andere Ko Chang, je zal je maar vergissen!).
Het eiland staat zeer summier in de reisgidsen en wij hadden van een andere Nederlander gehoord dat het een heel speciaal plekje moest zijn, anders waren we er waarschijnlijk ook niet heen gegaan. Het ontvangst en de reis er naar toe zijn direct bijzonder. Het eilandje wordt sinds enkele tientallen jaren door toeristen bezocht en het deel waar wij naar toe willen wordt pas sinds enkele jaren bezocht, de bungalows waar wij slapen bestaan zelf pas vanaf januari 2011. Omdat je door de veerboot bij je bungalow wordt afgezet, moeten we wat moeite doen om bij de juiste plek uit te stappen; de bemanning kent onze bungalows niet.
Het ontvangst is erg super. Telefonisch hadden we een reservering gemaakt en de eigenaar van de bungalows staat ons bij de boot op te wachten. Hij is bijna nog enthousiaster over onze aankomst dan dat wij dat zijn. De ligging van de bungalows is vervolgens ook perfect; direct aan het strand! De bungalows zelf zijn simpel en dat past bij de omgeving en ons budget, we slapen er voor 5 euro per nacht. We hebben zelfs een soort buiten douche. De badkamer grenst direct aan de kamer, maar er is geen plafond; je kijkt direct naar de jungle! De eigenaar Mr. Mua wil er alles aan doen om het ons naar de zin te maken, we hoeven het maar te zeggen en hij gaat het regelen. Het eerste wat wij willen is zwemmen, de rest komt later wel. Ellen heeft gelukkig een snorkel set meegenomen zodoende kunnen we ook de onderwaterwereld een beetje bekijken; blijft toch leuk die visjes. En het water is uiteraard super!
’s Middags gaan we het eilandje een beetje verkennen, Ellen wil mogelijk een dagje gaan duiken en wij willen gaan zeevissen en/of gaan snorkelen. Bij de duikschool van het eilandje krijgen we nog een interessante aanbieding om 5 dagen in de wateren van Burma te gaan duiken. Helaas is het (veel) te duur. Als we het doen kunnen we in Zuid-Amerika heel veel niet doen en dat willen we niet.
We eten ’s avonds bij onze bungalows en het is direct een feestje, letterlijk en figuurlijk. Niet zo zeer dat het eten heel bijzonder is (al kan mevrouw Mua erg goed koken), maar meer de organisatie er omheen. Mr. Mua (bungalow eigenaar) bezit maar 3 bungalows en hij is niet in staat om een volledige menukaart op voorraad te houden; ze zullen zelf iets klaar maken. Zeker omdat ze alleen tussen 18.00h en 22.00h stroom hebben is het belangrijk om kritisch naar de voorraden te kijken. En het gaat ze goed af; het eten is heerlijk.
’s Avonds heeft Mr. Mua een feest georganiseerd en op het eiland kunnen ze niet feesten zonder kampvuur, vinden we uiteraard geen probleem! Zowel Mr. Mua als de andere feestgangers roken graag een jointje rond het kampvuur. Is toch opvallend; veroordeelde drugs smokkelaars worden in Thailand geëxecuteerd en op het eiland is soft drugs makkelijk verkrijgbaar. Als we aangegeven dat we zelf niet roken of geen drugs gebruiken, reageren ze verbaasd; ‘we dachten dat iedereen in Nederland gebruikt’. Het is een gezellig feestje al liggen veel ‘feestgangers’ na een paar jointjes bij het vuur te slapen.
Na een heerlijke ontbijt gaan we de volgende dag naar het enige ‘dorp’ op het eiland; om precies te zijn heeft het vier huizen. Net zoals op de rest van het eiland gebeurt er ook hier erg weinig. We hadden de avond ervoor gehoord dat sommige mensen maanden op Ko Chang blijven en dat kunnen wij ons moeilijk voorstellen.
We gaan de rest van de dag op ‘ons’ strandje zwemmen. Omdat er grote getijdenverschillen zijn (de zee trekt zich bij eb honderden meters terug) is het meer dobberen dan zwemmen; er staat te weinig water om te zwemmen. Wat ons betreft is dat het enige nadeel van het eiland, voor de rest is het een heerlijk plekje. ’s Avonds worden we weer op een feestmaal getrakteerd en later krijgen we als een soort avond snackje, vers gefrituurde kroepoek. Tussendoor maken ze ook nog heerlijke mango voor ons klaar, super! De familie wil ons beter leren kennen en komt er dan ook gezellig bij zitten. Mevrouw Mua volgt Engelse lessen en vraagt ons als een soort oefening hoe oud we zijn. Omdat de Westerse cultuur compleet anders is in vergelijking met de Thaise cultuur, verbaast het haar enorm dat we alle drie rond de 30 zijn en nog steeds geen kinderen hebben.
Ondanks dat we een super tijd hadden, besluiten we om de volgende dag weer verder te reizen; het eiland Ko Pha-Ngan moet ook erg mooi zijn. Het is het vijfde grootste eiland van Thailand en ligt zo’n 500 km ten zuid oosten van Ko Chang in de Golf van Thailand. Omdat er maandelijks full moon feesten georganiseerd worden, staat het ook wel als een feest eiland bekend. Wij zijn er niet met volle maan (al is er ook een feest bij halve of nieuwe maan), maar we komen er dan ook niet om te feesten. Het grote verschil tussen Ko Chang en Ko Pha-Ngan is dat Ko Pha-Ngan compleet is; het heeft mooie witte stranden en een heerlijke zee waar je altijd in kunt zwemmen. Daarnaast zijn er op verschillende plaatsen barretjes en restaurantjes. Grote nadeel is dat Ko Pha-Ngan hierdoor ook veel meer toeristen trekt en daardoor weer veel minder sfeer heeft. Helaas is de bevolking ook erg onvriendelijk, zijn we totaal niet van de Aziaten gewend. Daarnaast is het eiland ook erg duur. We wisten dat Thailand, na Singapore, één van de duurste landen in Zuidoost Azië zou zijn, maar het eiland spant de kroon. En zeker als je iets meer betaalt is het extra vervelend als je ook nog onvriendelijk wordt behandeld.
Daar en tegen is het strand en de natuur fantastisch! Zaterdag gaan we in het noordwesten een dagje zwemmen en relaxen en zondag zijn we met een bootje langs de kust gaan varen. Ook hier stopten we bij echte Bounty strandjes.
Maandag hebben we Ellen gedag gezegd; zij gaat nog lekker een weekje duiken op het eiland Ko Tao en we gaan verder richting Maleisië. Helaas lukt ons niet om in één dag naar onze volgende bestemming te reizen (de Cameron Highlands in het noorden van Maleisië), maar via een tussenstop Hat Yai in het uiterste zuiden van Thailand moet het mogelijk zijn om in twee dagen in de hooglanden aan te komen.
Verrassend genoeg is Hat Yai een erg leuk plaatsje; erg levendig en weinig toeristen. Veel vakantiegangers bezoeken dit deel van Thailand niet, hier komen voornamelijk de mensen die op doorreis naar Maleisië zijn. Het is ook goed te zien dat we bijna bij in Maleisië zijn. Maleisië is één van de grootste moslim landen ter wereld en in de grens streek wonen vervolgens ook veel moslims. Daarnaast kun je in Hat Yai ook een bezoek brengen aan de Maleisische keuken; o.a. heerlijke nasi’s en satay’s. De komende weken gaan we weer heerlijk eten!
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©
Van Laos naar Thailand; echt een cultuur schok!
We hadden niet veel van Luang Nam Tha verwacht en dat was niet ten onrechte, het is een slaperig stadje waar weinig gebeurt. Voor ons is het een plekje om een dagje praktisch te zijn; bus ticket naar Thailand te regelen, was te doen, enz. En Niels gaat voor € 0,80 naar de kapper, lekker kort voor het warmere weer in Thailand.
Eén van de grotere toeristische attracties in de omgeving is het maken van een trekking, maar omdat we bang zijn dat de omgeving en de trekking in het algemeen (in vergelijking met onze vorige trekking) minder zal zijn gaan we hier niet wandelen. Daarnaast willen we graag snel naar Thailand om Ellen, een hele goede vriendin, van ons te ontmoeten.
Laos was een fantastische ervaring en we hebben er met veel plezier een maand rond gereisd. De natuur in Laos, met name in het noorden, was voor ons het hoogtepunt, daarnaast zijn de mensen erg vriendelijk en is het een erg avontuurlijk land. Het is grappig om te zien hoe je zaken in Laos gaat waarderen als we in Thailand aankomen. We ervaren de overgang als een cultuur schok, wat een verschil! Laos en Cambodja zijn de armste landen van Zuidoost Azië en zonder dat we het eigenlijk in de gaten hadden, hebben we ons aan deze omstandigheden aangepast. We dachten dat dorpen alleen maar uit bamboe hutjes met een rieten dak bestonden, maar in Thailand zien we direct dorpen van steen en cement. We moeten bijna drie keer kijken. Daarnaast is de infrastructuur goed op orde, zien zelfs voor het eerst in 2 maanden weer een 4 baansweg. Verder zien we overal verlichte reclameborden en andere verlichting langs de weg. Dit hebben we ook in maanden niet meer gezien. Cambodja en Laos zijn geen ontwikkelingslanden, maar de overgang naar Thailand was dus enorm.
Een ander verschil is het klimaat. In het noorden van Thailand is de vochtigheidsgraad veel hoger en daardoor voelt het veel warmer aan. Met name in de avond koelt het amper af, dit terwijl we in Laos ’s avonds soms een trui nodig hadden.
Uiteraard gaan we ook dingen uit Laos niet missen. De reis van Luang Nam Tha bewees dit weer eens. Allereerst hebben de Laotianen een zeer zwakke maag en op het moment dat ze in een bus zitten en maar een berg zien, worden er plastic zakjes uitgedeeld. We dachten eerst voor afval, maar al snel werd ons duidelijk dat dit voor de maaginhoud bedoeld is. Ze doen het heel discreet, maar de lucht in de bus wordt er niet beter op. Zaterdag toen we van Luang Nam Tha naar de grens reisden moest een man zelfs twee keer overgeven.
Een ander ding is de super relaxte houding van de Laotianen. Op sommige momenten hebben we het niet als een groot gebrek ervaren, maar die luie houding kan je ook tegen gaan staan. Bij de grens moesten we van bus wisselen en helaas hadden we op een kwartier na de bus gemist, gevolg 4 uur wachten! Uiteraard erg vervelend en makkelijk te voorkomen door een half uur eerder uit Luang Nam Tha te vertrekken. We probeerden dit laatste als tip mee te geven, maar ze wilden het niet snappen of hadden er geen zin in. De mensen die de volgende keer deze rit gaan maken, hebben zeer waarschijnlijk hetzelfde probleem. Erg onhandig.
Tijdens het wachten maakten we wel een leuk praatje met de Thaise bus bestuurder. Hij is onder de indruk van Niels zijn lengte en vindt dat Niels als Thais bokser aan de slag moet gaan. Hij is van mening dat Niels met zijn lengte iedereen verslaat en hij vindt het geen probleem om zijn manager te worden. We hebben erg gelachen.
Na een lange dag van ‘bussen’ en wachten kwamen we dan eindelijk rond 21.30h bij het guest house van Ellen in Chiang Mai aan. Echt leuk om haar weer na 4 maanden weer te zien!! Zelf is voor 6 weken door Thailand aan het reizen en we reizen dus graag een tijdje met haar mee.
Chiang Mai is een grote toeristische plaats in het noorden van Thailand. Het centrum is een groot vierkant dat voor een deel door muren wordt omringd. Het heeft verschillende barretjes en is daardoor erg gezellig. Voor het eerst sinds maanden kunnen we ’s avonds even een drankje in de stad gaan doen, in Laos en Cambodja is er vaak na 21.00h niet veel meer te doen. Dat is weer het voordeel van een toeristische plek.
Zondag gebruiken we om een beetje rond te kijken en om onze plannen voor de rest van de week te maken. Ellen wil graag terug naar het zuiden van Thailand, ze heeft aan het begin van haar vakantie een duikcursus gedaan en wij zitten voor het eerst sinds ons vertrek uit Nederland met een luxe probleem; we hebben te weinig tijd voor al onze plannen.
In de maart willen we namelijk drie landen (Thailand, Maleisië en Singapore) gaan bezoeken. Omdat we in Singapore alleen voor de vlucht naar Sydney overstappen zijn het er eigenlijk maar twee, maar deze landen zijn wel erg groot. Waarom kiezen we er niet voor om langer in Azië te blijven, we hebben toch nog zo’n 8 maanden, zullen jullie je mogelijk afvragen? Omdat we ook graag naar Patagonia in Argentinië willen en omdat het daar binnenkort winter wordt en reizen vervolgens erg lastig is, willen we begin april de oversteek naar Zuid-Amerika gaan maken. Dat is dus een bewuste keuze geweest. Door bijvoorbeeld ook de Filipijnen, China en Mongolië aan ons reisschema toe te voegen hadden we ook een jaar in Azië kunnen reizen. Maar omdat Zuid-Amerika ons ook heel bijzonder lijkt, hebben we besloten om ongeveer 5 maanden in Azië te blijven, 5 maanden in Zuid-Amerika en om de laatste twee maanden in Costa Rica en Canada door te brengen.
Kortom in maart moeten we dus keuzes gaan maken. Om tijd te besparen besluiten we om deze keer om binnen Thailand van noord naar zuid te vliegen. Als budget reiziger zijn we daar niet zo blij mee, maar we gaan vervolgens wel zo efficiënt mogelijk met onze tijd om en daar ligt nu onze prioriteit. Gelukkig heeft een reisbureau in de stad een ideale combi; we vliegen naar Bangkok en gaan vanuit hier met een auto verder. Een stuk goedkoper dan een ticket naar het zuiden en als het goed is kunnen we in één dag naar Ko Chang (een klein Bounty eilandje in de Indische Ocean) reizen. Dit wordt dus het plan voor dinsdag, eerst nog even Chiang Mai. Naast trekking in de omgeving zijn massages en kook cursussen de toeristische attracties in Chiang Mia; we gaan het allebei doen. Ellen en Lisette laten zich zondagmiddag in olie in smeren en omdat Niels een beetje last van nek heeft, laat hij dat gebied los masseren. De dames vinden het helemaal geweldig, Niels is iets minder enthousiast. Omdat naast zijn nek ook zijn rug en zijn benen zijn gemasseerd en ook nog zijn rug is gekraakt, merkt hij niet veel verbetering. Was wel een leuke ervaring. ’s Avonds hebben we de zondag markt van Chiang Mai gelopen en deze is echt enorm. Het is met een grote jaarmarkt in Nederland te vergelijken.
Maandag hebben wij een Thaise kookcursus gedaan en Ellen is een dagje met een olifant op pad geweest. We hebben allemaal een super dag gehad.
Wij hebben in totaal 8 Thaise gerechtjes gemaakt; van gefrituurde vis koekjes tot een kokos garnalen soep. Uiteraard hebben we onze gerechtjes zelf mogen proeven; was fantastisch! Uiteraard zijn jullie straks welkom om het resultaat te komen proeven.
Maandagavond wilden we even met de mensen die Ellen op haar olifantentrip had ontmoet een drankje gaan drinken en omdat het vliegtuig dinsdagmorgen om 7.00h vertrok willen we het niet te laat maken. En dat laatste was niet helemaal gelukt; rond 1.30h waren we thuis. Wel een erg gezellige avond gehad. Weer leuke mensen uit Engeland, Canada en Duitsland ontmoet.
Dinsdagmorgen zijn we na ongeveer 3 uur slapen niet echt fris en fruitig. Wel hebben we een super vlucht en op de luchthaven van Bangkok worden we keurig zoals afgesproken door iemand opgehaald. Helaas komen we er na een paar uur achter dat het niet mogelijk is om binnen één dag naar Ko Chang te reizen. Het reisbureau dacht dat het vanaf Bangkok 3 ½ uur rijden was, maar met alle goede wil in de wereld kan de chauffeur de 600 km nooit in 3 ½ uur afleggen. We komen daarom twee uur te laat aan. We blijven daarom vanavond in het havenplaatsje slapen en gaan morgen (woensdag) rond 9.00h een nieuwe poging wagen.
Wat ons wel direct opvalt zijn de groene bossen in het zuiden van Thailand, in het noorden zijn de bossen, i.v.m. droog seizoen, een stuk minder kleurrijk. Later in de avond weten we hoe dat komt. Voor het eerst in 3 maanden regent het!! Gelukkig maar voor een uurtje, zal mogelijk in het tropische gedeelte van Azië bijna dagelijkse gaan gebeuren.
Volgende keer zullen we uitgebreid over Ko Chang schrijven, maar omdat dit eiland geen elektriciteit en dus ook geen internet heeft kan het even duren. We willen na dit eilandje nog een ander eiland in de omgeving bezoeken en hier willen o.a. gaan duiken, snorkelen en/of gaan zee vissen. Even kijken wat er allemaal mogelijk is. Vervolgens gaan we Thailand langzaam alweer verlaten.
Tot dan.
Groetjes,
Lisette en Niels ©