Nielsenlisette.reismee.nl

De Colca Canyon en de eerste dagen in Cusco.

Sinds een paar maanden worden we weer met een cultuur schok geconfronteerd. Deze keer zijn de mensen en de dorpen in het noorden van Chili en Peru redelijk vergelijkbaar (wel compleet anders dan het zuiden van Chili), maar op overige punten verschillen de landen enorm. Zoals we eerder schreven zijn Chili en Argentinië westerse culturen en Peru is dat duidelijk niet. Het land is een stuk armer en sommige straten doen ons aan India denken; rommelig en veel kleine winkeltjes (vaak tientallen dezelfde winkeltjes naast elkaar). Daarnaast is het reizen een stuk avontuurlijker en moeten we onze stappen iets zorgvuldiger plannen. Ons is bijvoorbeeld aangeraden om alleen de taxi’s te gebruiken die bij de officiële taxi standplaatsen staan. Als je dat niet doet is er een kans dat je in een ‘fake’ taxi beland en is vervolgens de kans groot dat je overvallen wordt. Omdat bij de officiële taxi standplaatsen in Azië vaak dubbele tarieven gehanteerd worden, zochten we in Azië juist vaak een taxi op andere plaatsen. Daar waren de taxi’s altijd goed te vertrouwen.

Een ander voorbeeld is de actie bereidheid van bewoners. In Azië en Argentinië en Chili hadden we geen last van stakingen of andere acties en de kans is groot dat we in Peru onze plannen om deze reden aan moeten passen. Wat is er aan de hand?

In Arequipa hebben we een kamer bij een hostel van een Nederlandse (Alexandra) geregeld en zij was een enorme help. Via de mail had ze ons al gewaarschuwd voor de taxi’s en toen we dinsdag aan het eind van de middag in Arequipa aankwamen namen we onze reisplannen met haar door. Eerst willen we de Colca Canyon in de buurt van Arequipa gaan bezoeken en daarna willen we naar Cusco om vervolgens daarna richting de grens met Bolivia te gaan. Omdat we er zondag 5 juni presidentsverkiezingen zijn hebben boeren in het zuid oosten van Peru de mogelijkheid aangegrepen om de grens plat te gooien. De boeren willen niet dat overheid in hun directe omgeving mijn licenties uitgeeft, ze zijn bang voor milieu verontreiniging. Dit laatste is zeker niet geheel onterecht, het winnen van bodemschatten gaat vaak gepaard met grote hoeveelheden chemicaliën en deze zorgen er vervolgens voor dat het water van de boeren verontreinigd wordt. In vergelijking met bijvoorbeeld stakingen in Frankrijk gaat het hier er een stuk heftiger aan toe. De boeren zijn al 20 dagen bezig en hebben in de tussentijd de kantoren van de douane platgebrand en elke bus en boot (je kunt ook via het Titicaca meer de grens oversteken) die de grens oversteekt wordt met stenen bekogeld.

Om het compleet te maken zijn er ook blokkades op de weg tussen Arequipa en Cusco; een aantal boeren hebben zich daar met de situatie aan de grens solidair verklaard. Mogelijk moeten we dus door beide gevallen onze plannen aanpassen. Omdat de situatie elke dag kan veranderen, besluiten we eerst naar de Colya Canyon te gaan om daarna te bekijken hoe we in Cusco terecht kunnen komen. Alexandra wil ons graag helpen en omdat de bussen snel uitverkocht zijn, biedt ze aan om elke dag de situatie te bekijken om o.b.v. de beste situatie buskaarten voor ons te regelen. Perfecte oplossing!

Eerst gaan we drie dagen lekker in de Colca Canyon wandelen. De Colca Canyon is een zeer diepe Canyon (de derde diepste ter wereld) en het is een bijzonder gebied. We starten woensdag enorm vroeg; rond 2.30h worden we bij het hostel opgehaald. Gelukkig kunnen we nog een beetje in de bus slapen, al blijft het wel heftig. De Canyon ligt op zo’n 2 uur rijden van Arequipa en dat is ook de belangrijkste reden dat we zo vroeg vertrekken. Uiteraard hebben we om 2.30h nog niet ontbeten en in het plaatsje Chivay eten we rond 6.00h een simpel ontbijtje.

Voor dat we aan de trekking beginnen stoppen we eerst bij een klif waar veel Condor’s nestelen. Het is fantastisch om die grote vogels (spanwijdte van ruim 3.00 meter) van dichtbij te zien.

Na dit hoogtepunt starten we rond 10.30h met de trekking. In drie dagen lopen we in de Canyon een rondje om vervolgens op de laatste dag weer naar boven te lopen. De eerste dag dalen we zo’n 1.000 meter. Op het pad liggen wat losse stenen en die maken de afdaling af en toe wat lastig, je glijdt af en toe uit. Ondanks dat is het een redelijk makkelijke afdaling maar blijft het dankzij het weer pittig. In de Canyon waait het nauwelijks en omdat we de hele tijd in de zon lopen, het is flink zweten, loopt de temperatuur lekker op. Elke dag lopen we zo’n 3 à 4 uur en rond 14.00h komen we in San Juan aan, hier slapen we de eerste nacht. Na een lekkere lunch met Alpaca (een soort lama) leren we de overige deelnemers van de trekking kennen. Met twee Italianen en twee Fransen is het een Europees gezelschap en we treffen het enorm; het zijn erg aardige mensen. Met de gids hebben we het ook erg getroffen, de naam alleen al is bijzonder; Jesus (Gesus in het Spaans). Als hij zich zelf voorstelt maakt hij direct een grappige opmerking; 'heb vertrouwen in Jezus en het zal goed komen'. Leuke groep!

De tweede dag is de makkelijkste dag, na een uurtje klimmen, een vlak stuk en een uurtje dalen komen we in de Oasis aan. De Canyon is een erg droog gebied en de Oasis is het enige stukje land met veel water en dus veel groen Tijdens onze trekking slapen in zeer simpele hostels, al worden we vandaag met een zwembad verwend!! Heerlijk met dat warme weer. Vrijdag is de zwaarste dag en omdat we op tijd in Arequipa terug moeten zijn, moeten we om 5.00h met het laatste deel beginnen. De Oasis ligt aan de rivier in het diepste deel van de Canyon en we moeten weer helemaal naar boven; een klim van 1.400 meter. Om 5.00h is het nog donker en moeten we zaklantarens gebruiken, al is het hierdoor wel nog lekker koel. Na 3 uur klimmen zijn we weer terug en voordat we naar Arequipa terug gaan kunnen we nog even van een hot spring genieten. Dit zijn warm water baden en na drie dagen wandelen zijn de baden heerlijk om je spieren te laten ontspannen.

Als we terug in Arequipa zijn, zijn beide blokkades opgelost; zowel de grens als de weg naar Cusco zijn weer vrij. Wel is het de verwachting dat na de verkiezingen de grens weer dicht gaat; de partijen hebben nog geen overeenstemming bereikt. We kunnen dus vrijdagavond wel naar Cusco en voorlopig is dat het belangrijkste; dinsdag beginnen we namelijk aan een nieuwe trekking (de Salkantay) in de buurt van Machu Picchu. De bekendste wandeling in dit gebied is uiteraard de Inca Trail en deze wilden we ook graag doen, maar helaas was deze volgeboekt.

Omdat reizen per bus in Peru soms gevaarlijk kan zijn, hebben we op advies van Alexandra voor de busreis naar Cusco kaartjes bij de beste busmaatschappij van Peru geboekt; Cruz del Sur. Het was een nachtbus van zo’n 10 uur en we zouden rond 7.00h in Cusco aan komen. Inderdaad zouden, want we hebben het weer voor elkaar; een bus met panne!! Deze keer heeft de bus geen extra vermogen en kan hij niet harder dan 60 à 70 rijden en nog belangrijker niet klimmen. En omdat Cusco op zo’n 3.500 meter ligt is dat niet handig! Zaterdagmorgen rond 9.00h stranden we dan ook in een dorpje. Omdat we na de trekking in de Colca Canyon snel de bus moesten halen hadden we deze keer geen muesli repen kunnen kopen en gelukkig kunnen we in het dorpje een ontbijtje regelen. Na een hoop discussie en onduidelijkheid, komt er rond 10.15h dan toch een vervangende bus en met ongeveer 5 uur vertraging komen we dan toch in Cusco aan. Gelukkig hebben we deze keer onze gereserveerde kamer kunnen behouden en dat is voor ons het belangrijkste, al is het wel erg jammer dat de busmaatschappij niet even een excuus aanbod.

Dan toch eindelijk Cusco! Cusco is zo’n beetje de belangrijkste toeristen attractie in Peru. Niet alleen voor de eerder genoemde Inca Trail, maar uiteraard ook voor een bezoek aan Machu Picchu (waarschijnlijk de bekendste Inca stad ter wereld). Aan het eind van onze wandeling door de bergen zullen we de stad bezoeken, we kijken er erg naar uit.

De stad zelf heeft verschillende mooie historische gebouwen. Al moeten we wel even aan de toeristische tentjes wenen; van die opdringerige, goedkope, slechte restaurantjes tot wazige massagesalons. Om een beetje aan de hoogte te acclimatiseren en om de stad goed te bekijken gebruiken zondag en maandag om lekker in de stad rond te stappen.

Zondag kiezen de Peruanen een nieuwe president en de hele procedure is te bijzonder om niet te vermelden. Allereerst zijn de Peruanen verplicht om te gaan stemmen; ga je niet krijg je een boete. Omdat een hoop mensen analfabeet zijn, hebben de kiesformulieren naast de naam van de kandidaat ook een symbool. Verder worden alle kroegen en restaurants op zaterdag en zondag droog gelegd; ze zijn als de dood dat er met alcohol stemmen gekocht worden.

Mogelijk zal het elke zondag op de verschillende pleinen van de stad gezellig druk zijn, al vinden we het vandaag, mogelijk door de verkiezingen, erg gezellig in de stad. Het heeft een beetje iets weg van de gezellige drukte in de meeste Aziatische steden.

Om het verhaal helemaal compleet te maken nog even de voorlopige uitslag; de linkse Ollanda zal zeer waarschijnlijk de nieuwe president worden.

Dinsdag starten we met de Salakanty trek en als het goed is zijn we zaterdag weer in Cusco terug. Het zullen 5 zware, maar hopelijk ook spectaculaire dagen worden.

Tot dan.

Groetjes,

Lisette en Niels ©

Adios, Chile

Tijdens de busreis van Salta naar San Pedro de Atacama reden we een klein stukje over de weg die met onze huurauto de dag ervoor hadden gereden, daarna gingen we verder de Andes in. De bus moest een berg van maar liefst 4170 meter beklimmen. Het uitzicht wat we de hele dag hadden was fantastisch. Eerst dus die spectaculaire bergen, daarna reden we langs verschillende zoutvlaktes.

Deze keer zijn we zonder problemen op de verwachte aankomsttijd aangekomen en toen we in San Pedro aan kwamen waren we toch wel verrast. We wisten van tevoren dat het geen stad á la Salta zou zijn, maar we hadden toch een dorp vergelijkbaar met Pucon (ook Chili) verwacht. En dat was het bepaald niet. Het dorp ligt midden in de woestijn, bestaat uit een paar straten en totaal wonen er 2.000 mensen; het stelt dus eigenlijk niets voor. Omdat het midden in de woestijn ligt is het redelijk geïsoleerd; als er geen toeristen zouden komen zou het waarschijnlijk ook niet bestaan hebben. Dankzij de locatie heeft het bijna altijd mooi weer; gemiddeld heeft het 335 dagen zon per jaar. Opvallend genoeg is het als wij er zijn af en toe bewolkt, zal je net zien. Wel kunnen we dankzij de wolken mooiere foto’s maken, als er geen wolken zijn, zijn de foto’s snel overbelicht.

Het dorp heeft een leuke sfeer. Omdat alles op toeristen gericht is, is het wel een beetje een kunstmatige sfeer maar ze doen in ieder geval hun best. We hebben een leuk hostel en vanaf de rand van het dorp heb je een fantastisch uitzicht op het Andes gebergte. Dit deel van de Andes bestaat voornamelijk uit actieve en inactieve vulkanen en tijdens de zonsondergang kleuren ze mooi rood. Goed begin!

Uiteraard zijn we niet alleen voor het dorp en de vulkanen gekomen, er is meer te doen. Later op de avond regelen we namelijk nog twee toertjes; we gaan de volgende dag eerst naar een geothermisch gebied en later op de dag naar de Maan vallei (inclusief een bezoek aan Death Valley). Het is wel even slikken als we horen hoe laat we de volgende ochtend klaar moeten staan; 4.00h! Ondanks het tijdverschil van 6 uur met Nederland staan we die dag mogelijk tegelijk met jullie op. Uiteraard laten we ons niet kennen en we staan stipt om 4.00h fris en fruitig klaar om naar de bronnen te gaan. Om er te komen moeten we 2 uur bussen en tijdens deze busreis klimmen we naar een hoogte van zo’n 4.200 meter (San Pedro zelf ligt op zo’n 2.400 meter). We gaan zo vroeg naar het gebied omdat je dan het beste de stoom en de geothermische activiteit in het algemeen kunt zien. Het water in de bronnen kookt (op deze hoogte ligt het kookpunt van water op 85 cgraden) en op dit tijdstip (inmiddels 6.00h) is het op deze hoogte zo’n -7 cgraden. Een mooi contrast dus en dat zie je vervolgens direct in de bronnen terug; grote stoom wolken zijn vanaf de bronnen zichtbaar. Uiteraard wel erg koud en met name onze handen moeten het ontzien. Zeker de moeite waard en ondanks dat we geothermische bronnen eerder in Nieuw-Zeeland hebben gezien, blijft het spectaculair en fantastisch om te zien. Dankzij de hoogte hebben de bronnen wel een uniek kenmerk; het zijn de hoogste gelegen geothermische gebieden ter wereld. Wel klopt de naam die de Chilenen aan het gebied gegeven hebben, geothermische geisers, niet helemaal. Het water komt dankzij het koken redelijk hoog, maar toch niet zo hoog als je van een geiser mag verwachten. Wel is het bezoek ondanks het vroege tijdstip en de kou een bijzondere ervaring.

Tijdens de tour gaan we later nog een naar een heel klein dorpje op zo’n 4.100 meter. Dorpje op zich is best aardig, maar als je bedenkt dat mensen normaal gesproken boven de 3.000 meter niet goed kunnen leven (krijgen dan veel last van hoofdpijn en slapen slecht), bewonderen we de bewoners (100 stuks) meer over het feit dat ze hier kunnen (en willen) leven. Wel heeft de lokale restauranthouder net de barbecue aangezet en hij was een spies met Lama vlees aan het braden. We hebben een spies geprobeerd en het smaakte super; heerlijk mals. Aan het einde van de tour lopen we nog een stukje door de Cactus Canyon. Uiteraard staan hier veel cactussen en de gids legt uit dat ze een 1 cm per jaar groeien. We zien verschillende exemplaren van wel 3 meter hoog en dan kun je dus nagaan dat deze cactussen ongeveer 300 jaar oud met zijn, indrukwekkend!

In de middag zijn we naar de Maan Vallei, of zoals in het Spaans Valle de Luna, geweest. De vallei is een gebergte vlakbij San Pedro en het bestaat voornamelijk uit zoutbergen. Ongeveer 10 miljoen jaar geleden was het een zoutvlakte, maar door de beweging van tektonische platen is het in een gebergte veranderd. Wederom weer bijzonder om te zien. We hebben een lekkere wandeling door het gebied gemaakt en tijdens die wandeling vertelde de gids meer over het gebied. Zo vertelde hij dat er maar 35 mm regen per jaar valt. Dat is uiteraard te weinig om van te leven en het dorp gebruikt het smeltwater van de Andes voor hun drinkwater. Een ander opvallend verhaal was dat er in dit gebied veel gevochten is. Oorspronkelijk hoorde dit deel van Chili bij Bolivia en de Chilenen hebben het na een bloederige oorlog geclaimd. Omdat dit voor de Bolivianen de enige verbinding met de zee was en ze vervolgens geen haven meer hebben, ligt dit punt erg gevoelig in de regio. Ook met Peru en Argentinië zijn er verschillende oorlogsdreigingen geweest en daarom liggen er in het gebied nog veel mijnen. Sommige bergen/vulkanen kun je niet beklimmen omdat er nog mijnen liggen.

’s Avonds hebben we via een nachtbus naar Arica San Pedro al weer verlaten. Eigenlijk waren we van plan om langer in San Pedro te blijven, maar ondanks dat we een super dag hebben gehad is er verder niet zo veel in San Pedro te doen. Uiteraard zijn er nog meer mooie bergen en meertjes te bezoeken, maar omdat deze erg op de Maan vallei lijken hebben we dat niet gedaan. We hebben nog wel even getwijfeld om opnieuw een vulkaan te beklimmen. Maar omdat de top van de vulkaan op ruim 5.100 meter ligt en we voor deze hoogte nog onvoldoende geacclimatiseerd zijn (we zaten een dag ervoor nog in Salta op 1.200 meter) hebben we dit niet gedaan. De kans dat je de wandeling met een stekende hoofdpijn moet doen is dan erg groot en waarschijnlijk niet echt gezond. Daarnaast vonden we wandeling ook niet echt leuk. Met een auto wordt je naar een hoogte van 5.000 meter gebracht en je loopt vervolgens de laatste 100 meter. Als echte sportmensen (hahaha) voelt dat een beetje als vals spelen. In Pucon moesten we 1400 meter klimmen en die uitdaging zorgde voor een extra dimensie.

Het enige nadeel van de busreis naar Arcia was het tijdstip waarop de bus in Arica aankwam; 6.00h. In Azië, India in het bijzonder, zijn we vaker op dit tijdstip in een stad aangekomen en je merkt toch duidelijk dat een cultuur daar er opgericht is. Je kunt altijd wel ergens een ontbijtje scoren of is het mogelijk om al bij een hotel in te checken om vervolgens nog een uurtje te slapen. In Zuid-Amerika ligt dat toch wel anders, daar gaat alles rond een uur of 10 pas leven. En omdat we dit wisten hadden we van tevoren al contact met het een hostel gezocht en gelukkig hadden om 6 uur al direct een kamer voor ons beschikbaar. In de stad was er nog niets open en daarom waren we extra blij dat we nog even konden slapen.

Na een paar uurtjes lekker geslapen te hebben, hebben we een huurauto voor het weekend geregeld. Arica ligt in het uiterste noorden van Chili (vlakbij Peru) en de belangrijkste attractie is het Lauca nationaal park. Dit gebied ligt op ruim 4.000 meter en omdat Arica een kustplaats is en dus op zee niveau ligt, is het wel een uitdaging om er te komen. Verschillende organisaties bieden tourtjes naar het gebied aan, maar omdat het nu laag seizoen is bieden ze voornamelijk de korte en minder interessante tourtjes aan. Wij willen graag wat meer van het gebied zien en daarom gaan we weer lekker zelfstandig met een huurauto op pad. Omdat sommige padden erg slecht zijn is het deze keer wel een 4x4.

Omdat we een weekenddeal bij het verhuurbedrijf hebben geregeld kunnen we pas rond 12.00h de auto ophalen. ’s Ochtends gebruiken we onze tijd nuttig door een aantal zaken te regelen en nog wat laatste boodschappen te doen. Niels wil bijvoorbeeld ook nog even naar de kapper en daar hebben nu mooi de tijd voor. Bij de kapper wordt weer even duidelijk dat we verre van perfect Spaans spreken. We proberen uitleggen hoe Niels geknipt wil worden, maar de kapper kijkt niet overtuigend. Op een gegeven moment komt hij met een plaatsjesboek aan zetten en we kunnen dan aanwijzen hoe het moet worden. Omdat het boek alleen jaren 80 kapsels bevat halen we onze laptop te voorschijn en laten een aantal foto’s van Niels zien. De kapper begrijpt het en gaat aan de slag, we hebben erg gelachen! Niels heeft later een lekker kort koppie en omdat we de bergen in gaan kopen we voor de zekerheid een typische Andes muts.

Rond 12.00h krijgen we onze auto, een mooie rode Toyota Hilux; een grote mooie pick-up. Lisette vindt hem veel te groot, al rijdt hij wel erg lekker. De auto past prima in de omgeving, we missen alleen onze cowboyhoed. We krijgen alleen een uitdaging met de brandstof. In de buurt van het nationaal park zijn geen tankstations en met een volle tank redden we het niet om terug naar Arica te komen. Als het goed is kunnen we in Putre, een dorpje vlakbij het nationaal park, bij restaurantjes een kan met diesel kopen. Hopelijk hebben ze gelijk.

Zaterdag zijn we het nationaal park in gegaan. Het park ligt zo’n 900 meter hoger dan Putre, Putre ligt op zo’n 3.500 meter en het park op 4.400 meter, en in het begin voelen we het verschil in hoogte. Het is geen hoofdpijn, maar we voelen wel een druk op ons hoofd. Op zich niet vervelend, wel moeten we het even in de gaten houden.

Vandaag gaan we de weg rijden die volgens het autoverhuur bedrijf zo slecht is dat we een 4x4 nodig hebben, we zijn benieuwd… Het uitzicht is fantastisch! We zien een soort maanlandschap met daar omheen verschillende vulkanen, we denken dat één vulkaan zelfs nog actief is; we zien een rookpluim uit de top komen. Verder zien we onderweg honderden lama’s en vicuñas, deze laatste dieren zijn een klein een soort lama die alleen in het wild en op hoogte leven. Onze rit eindigt bij een groot zoutmeer. Was erg indrukkend om die bergen en het zoutmeer samen te zien. De weg blijkt erg goed te zijn en waarschijnlijk hadden we geen 4x4 nodig, al rijdt het wel erg comfortabel over deze wegen. De druk op ons hoofd wordt gedurende de dag steeds minder, zeker doordat we veel water drinken en af en toe een koekje of een mueslireep eten. Heerlijke dag.

Zondag genieten we weer van de enorme bergen van de Andes. Vandaag rijden voornamelijk rond twee vulkanen die beide ongeveer 6.300 meter hoog zijn. Eén van de twee vulkanen heeft ook de perfecte vulkaan vorm, erg mooi om te zien. De vulkanen liggen aan verschillende meertjes en die maakt ze uiteraard nog meer fotogeniek. Later in de middag dalen we weer af naar zeeniveau en we komen aan het eind van de middag in Arica aan. Opvallend genoeg hadden we meer dan genoeg aan de tank diesel waar we in Arica mee zijn begonnen. Ondanks dat het verhuurbedrijf ons gewaarschuwd had hoefden we dus niets meer onderweg bij te kopen. Sterker nog we hadden ruim 300 km extra kunnen rijden; waarschijnlijk rijden ze hier normaal gesproken niet echt economisch. Scheelt ons aardig wat geld. In Putre kost een liter diesel 1.000 Chileense peso’s per liter (dat is € 1,50) en in Arica kost een liter 594 peso’s (ongeveer € 0,90). Van het verschil kunnen we lekker uit eten gaan! We weten dat de brandstof prijzen in Nederland op dit moment erg hoog zijn, alleen hebben we geen idee hoe hoog precies. Zullen we anders wat litertjes als souvenir mee terug nemen?

Onze laatste dag in Chili, maandag, is een lekkere relax dag. ’s Ochtends hebben we eerst de auto ingeleverd en daarna zijn we naar het Christus beeld van Arica boven op een berg gelopen, later hebben we nog wat door de stad geslenterd en aan het eind van de dag zijn we lekker aan zee gaan liggen. Chili is ons fantastisch bevallen. Dankzij de lengte heeft het alles in zich en ook hier heeft Patagonie de meeste indruk gemaakt (al komt Paaseiland hier vrij dicht achter aan). Dinsdag gaan we door naar Peru en dit wordt een stuk avontuurlijker, het zal vergelijkbaar zijn met reizen in Azië. We moeten eerst naar de grens reizen en daar vandaan kunnen we de bus naar Arequipa (onze eerste bestemming in Peru) nemen. Chili en Argentinië kunnen toch wel als westers bestempeld worden en dat zullen Peru en Bolivia allerminst zijn, we kijken er erg naar uit.

Tot dan.

Groetjes,

Lisette en Niels ©

Salta: een kleurrijk einde van Argentinie

We hadden van tevoren verwacht dat we tijdens onze reis problemen met het openbaar vervoer konden verwachten; bussen of treinen zouden niet rijden of we zouden onderweg stil komen te staan. Wat we niet verwacht hadden is dat dit ons de eerste keer in Argentinië zou overkomen. De landen in Azië stonden wat dat betreft hoger op ons lijstje. Helaas heeft Andesmar, een (commerciële) Argentijnse busmaatschappij (er is geen nationale busmaatschappij in Argentinië), de eer om ons deze ervaring aan te mogen bieden. De reis van Mendoza naar Salta was onze langste busreis (op papier 18 uur) en had statistisch gezien daardoor de meeste kans om problemen op te leveren en dat is uiteindelijk ook gebeurd. De eerste 12 uur verliepen prima, we hadden bijvoorbeeld redelijk geslapen, maar rond 10.00h (tijdens de bingo, niet geloven dat ze dat tijdens een busreis doen!!) moest de bus aan de kant en de chauffeur kreeg hem vervolgens niet meer aan de praat. Het eerste uur hebben we geduldig gewacht, daarna wilden we toch wel weten wat er aan de hand was. Helaas sprak niemand van het personeel Engels en omdat we de technische termen in het Spaans niet kennen, konden we niet achterhalen wat er nu precies aan de hand was. Ze konden ons ook niet vertellen wat er nu ging gebeuren; ze waren aan het wachten op informatie van het lokale kantoor. Na drie uur stil gestaan te hebben kwam er een monteur aangereden en na een uurtje had hij de bus weer gemaakt. Omdat ze veel vloeistoffen in de bus gegooid hadden leek het er erg op dat de bus zonder brandstof is komen te staan. Zou toch wel een blunder zijn.

Helaas kwamen we na 2½ uur rijden rond 16.30h weer stil te staan en ook deze keer kreeg de chauffeur de bus niet meer aan de praat. Inmiddels zaten we echt in the middle of nowhere en hierdoor hadden we geen mobiel signaal. Door andere bussen aan te houden konden de chauffeurs het lokale kantoor weer informeren. Waarschijnlijk hadden ze zelf geen vertrouwen meer in deze bus en nog eens 2½ uur later was er eindelijk een nieuwe bus beschikbaar. Uiteraard tikte de tijd door en toen we uiteindelijk net na 22.00h in Salta aankwamen hadden we 26,5 uur gereisd. We hadden een hostel gereserveerd en omdat ze ons eigenlijk rond 15.00h hadden verwacht, hadden ze de kamer inmiddels aan iemand anders gegeven. Gelukkig was de slaapzaal nog beschikbaar en konden we daar lekker slapen.

De volgende dag, woensdag, hebben we een huurauto voor de komende dagen geregeld en hebben we de stad verkend. Het is met zo’n 500.000 inwoners een grote stad en het heeft een erg leuk centrum, heerlijke dag.

Donderdag gingen we met een huurauto op pad. Deze keer kregen we een mooie en bekende Corsa (had bijna dezelfde kleur als Niels z’n oude auto), een Chevrolet Corsa om precies te zijn. GM heeft er voor gekozen om in Zuid-Amerika alle Opel modellen onder dat merk op de markt te brengen. We hebben twee routes gereden; de eerste ten zuiden van Salta richting Cafayate en een noordelijke route richting Humahuaca. Beide routes zijn dankzij de bergen en rotsformaties langs de weg erg bijzonder. De zon schijnt hier zo’n 300 dagen per jaar en hierdoor is er een soort woestijn (compleet met cactussen en stof) ontstaan en dankzij erosie zijn de zandbergen op een hele bijzonder manier uitgesleten. De eerste dag hebben we zo’n 150 km afgelegd en omdat we deze kilometers voornamelijk op onverharde wegen hebben afgelegd doen we hier zo’n 5 uur over. Uiteraard maken we ook geregeld een foto stop, hopelijk komt het beeld via de foto’s een beetje over. Het is een fantastische omgeving. Dergelijke vergezichten hebben we tijdens onze reis nog niet gezien; Zuid-Amerika blijft ons verbazen. Aan het eind van de middag parkeren we onze Corsa bij een hele bijzondere B&B. Het is een Finca en dat betekent zo iets als slapen bij de boer. Deze boerderij stamt uit 18 zoveel en de agrarische activiteiten hebben volledig voor toeristische activiteiten plaats gemaakt en het is een plaatje! Alle kamers hebben een landelijke stijl, zo slapen we bijvoorbeeld op een ‘stenen bed’ en staat er een tafel gemaakt van een cactushout. Het is was een tip van de hostal eigenaren in Salta en ze hebben niets te veel gezegd. De boerderij ligt midden in de bergen op zo’n 10 kilometer van het kleine plaatsje Cachi en ’s avonds zien een fantastische sterrenhemel. Omdat we op zo’n 2.000 meter zitten is ’s avonds wel redelijk koud.

Na een vorstelijk ontbijt rijden we de volgende dag door naar Cafayate. Vandaag rijden we alleen maar over onverharde wegen en het uitzicht is weer compleet anders en zeker niet minder spectaculair. Het is erg bijzonder om te zien hoe we elke 50 kilometer weer een compleet ander landschap zien. Donderdag waren de vergezichten erg mooi, op vrijdag zijn de kleuren in de bergen (kleuren van de verschillende mineralen) en de bijzondere vormen, fantastisch om te zien. Erg bijzonder om hier doorheen te mogen rijden. Cafayate claimt een wijngebied te zijn en omdat het midden in de woestijn ligt zijn we sceptisch en we stappen aan het eind van de dag een wijnhuis binnen om een wijntje te proeven. We kopen een flesje rode wijn en later in een restaurant proberen een witte wijn en beide zijn aardig, maar niet meer dan dat. Waarschijnlijk hebben ze toch te weinig water.

Zaterdag is met name de eerste anderhalf uur interessant, we zijn toen door de Quebrada de Las Conchas, een gorge, gereden. We zien dan verschillende bergen met mooie kleuren en ook nu hebben de bergen weer bijzondere vormen, wel is het weer compleet anders als gisteren. Na de spectaculaire bergen rijden we weer richting Salta om vanaf daar de noordelijke route te rijden. Het centrum van Salta is leuk, de buitenwijken beduidend minder. Het enige hoogtepunt is het meer vlakbij Salta. Ze hebben aan het meer verschillende picknickplaatsjes gemaakt en het is blijkblaar een lokale traditie om zaterdagmiddag uitgebreid te gaan barbecueën en er hangt daardoor een leuke sfeer.

Aan het eind van de dag vinden bij een leuke hosteria een prima slaapplekje in het plaatsje Tilcara. Ondanks dat we rond 19.00h aankomen worden we ontzettend enthousiast door de eigenaar ontvangen.

De volgende dag gaan we naar het iets grotere plaatsje Humahuaca gereden. Dit is een erg leuk plaatsje en omdat we vlakbij de grens met Bolivia zitten, wonen hier veel Bolivianen. Omdat we gisteren tussen Salta en hier veel politiecontroles zijn tegen gekomen, wonen veel Bolivianen hier vermoedelijk illegaal. Wel ontstaat er een compleet andere sfeer; we kunnen alvast een beetje aan de Boliviaanse cultuur wennen (hier gaan we over een ruim een maand naar toe). Omdat we maandag over dezelfde weg naar Salta rijden, slapen we weer een nachtje bij onze favoriete hosteria.

Op onze laatste dag met de Corsa zijn we naar de berg met de zeven kleuren gereden. Deze berg staat in het plaatsje Purmamarca en ook deze kleuren zijn door mineralen ontstaan. Wederom weer erg gaaf! De rit terug naar Salta is aardig, maar niet bijzonder. Het enige bijzondere is de weersverandering. De plaatsen die we de afgelopen dagen bezocht hebben liggen tussen de 2100 en 2800 meter en hierdoor heb je een grotere kans op mooi weer. Onze hosteria in Tilcara ligt op zo’n 2500 meter en we hebben vanochtend heerlijk in de zon ontbeten en als we later op de dag in Salta aankomen (ligt op 1200 meter) is het zwaar bewolkt en heeft men de zon niet gezien.

Het rijden in dit deel van Argentinië is erg goed bevallen, veel van die leuke slinger weggetjes en bijna altijd een fantastisch uitzicht. Het enige gevaar dat je tegen komt zijn de Argentijnen zelf; ze houden zich bijna nooit aan de snelheid, halen op de meest onmogelijke punten in en vinden het erg prettig om een bocht af te snijden door over de over de andere weghelft te rijden. Zeker de combinatie is een hele fijne.

Dinsdag gaan we helaas Argentinië voor de laatste keer verlaten en we hopen aan het eind van de middag in San Pedro de Atacama in Chili aan te komen. We hebben een fantastische tijd in Argentinië gehad, met name Patagonie heeft erg veel indruk gemaakt. San Pedro de Atacama ligt midden in de woestijn en we hopen hier een prachtig maanlandschap en een geiser te zien.

Tot dan.

Groetjes,

Lisette en Niels ©

Waanzinnige tijd op Paaseiland, heerlijke wijnen in Mendoza en o ja, ook nog Santiago.

We hadden weer een luxe bus naar Santiago en voor een nachtbus is dat natuurlijk perfect. Al zijn we na onze busreizen in Azië al redelijk wat gewend, het is wel erg lekker om in van die business class stoelen te zitten die bijna volledig plat kunnen. Van de 11 uur bussen hebben we toch een paar uur lekker kunnen slapen. Toen we rond 8.00h in Santiago aan kwamen waren we hierdoor ook redelijk fris. Helaas is Santiago niet zo spannend; het hoogtepunt was de wisseling van de wacht bij het presidentieel paleis. Het heeft niet de leuke sfeer die we in Buenos Aires tegen kwamen en ook zijn er weinig spectaculaire gebouwen. Dit hadden we ook een beetje verwacht en daarom blijven we hier maar één dag. ’s Middags vinden we op een plein een lekker plekje in de zon en vermaken ons prima. Want is inderdaad weer 20 graden, wow! En na anderhalve maand zien we ook weer palmbomen, toch wel lekker zo’n temperatuurtje.

Omdat we om 6.00h voor onze vlucht naar Paaseiland in moeten checken staan we woensdagochtend vroeg op. Het eiland ligt zo’n 5 uur vliegen vanaf het vasteland (het is één van de meest geïsoleerde eilanden ter wereld) en hierdoor zijn levensmiddelen op het eiland erg duur. Om toch een beetje op de kosten te kunnen letten, hebben we onze tassen met levensmiddelen afgeladen. We hebben namelijk een bungalow met keuken op het eiland gehuurd en gaan daarom lekker zelf koken. Als we landen zien we dat meer mensen een dergelijk tip gehad hebben; er hobbelen zelfs complete koelboxen over de bagageband!

De aankomst op het eiland is erg bijzonder. Uiteraard hadden we geen luchthaven als Schiphol verwacht, maar wat we hier aan treffen is wel erg primitief. Er is een klein luchthavengebouwtje en omdat er een redelijk groot toestel ingezet wordt, wordt het gebouwtje door mensen overstroomd. Grappig om te zien. Daarnaast worden we enthousiast met bloemenkransen ontvangen, wat een start! Dit is een Polynesische traditie.

Paaseiland (Isla de Pascua in het Chileens en Rapa Nui in de lokale taal) ligt midden in de grote oceaan (in het Engels de Pacific Ocean) en oorspronkelijk woonden de Maori hier. Het heeft één dorpje, Hanga Roa, en heeft zo’n 4.500 inwoners. Ook nu nog overheerst de Maori cultuur en is de Chileense cultuur naar de achtergrond gedwongen. We herkennen veel dingen (denk o.a. aan kunstwerken en uiterlijke kenmerken van de bewoners) van de Maori cultuur in Nieuw-Zeeland. Leuk om tijdens het Zuid-Amerikaanse deel van onze reis even een andere cultuur te proeven. De naam is trouwens door een Nederlander bedacht. Ontdekkingsreiziger Roggeveen heeft in 1722 op eerste paasdag het eiland ontdekt, vandaar de naam. Het is nu onderdeel van Chili en daarom blijven we ondanks de lange vlucht toch binnen de grenzen. Het eiland is door de uitbarsting van drie vulkanen gevormd en dankzij de vulkanen heeft het eiland ook een driehoekige vorm. De makers van beelden, een volk dat de lang oren heet, was in het verleden in oorlog met de kort oren en samen hebben ze er ook voor gezorgd dat er bijna geen boom op het eiland staat; alles is omgehakt.

Ondanks dat het eiland heerlijke stranden heeft, komen we uiteraard voor de speciale beelden; de moai zoals ze in de lokale taal heten. Eigenlijk is het eiland één groot open lucht museum; naast de beelden zijn er ook oude dorpjes en prehistorische kunstwerken (rock art). Op verschillende plekken op het eiland staan de beelden en donderdag hebben we met een huurauto een toertje langs de beelden gemaakt. Alle beelden, op zeven na, kijken landinwaarts. Bekend is dat tussen het maken van het 1e en het laatste beeld ongeveer 1.200 jaar zit. De beelden variëren in grootte van 2 tot 10 meter en wegen tussen de 4.000 en 82.000 kg. en aangenomen wordt door archeologen dat de beelden afbeeldingen zijn van voorouders. De beelden zijn voorstellingen van voorouders die om vruchtbaarheid smeken. Voortplanting was op een extreem geïsoleerd eiland als dit van cruciaal belang om te overleven. In de afgelopen decennia zijn verschillende beelden gerestaureerd en ze zijn fantastisch; erg bijzonder om te zien!

Het eiland is niet zo groot (het is vergelijkbaar met Texel) en hierdoor kunnen we in één dag de belangrijkste en mooiste beelden zien. Omdat de prijzen, in vergelijking met het vasteland, hier twee tot drie keer over de kop zijn gegaan, willen we hier ook niet te lang blijven en vliegen daarom vrijdagmiddag weer terug naar Santiago.

En we hebben weer geluk met het weer; ondanks dat het woensdagavond nog wat regent is het donderdag een stralende dag met zo’n 20 tot 25 graden; we halen de korte broeken weer uit het stof. Wat we niet wisten is dat we midden in het regenseizoen het eiland bezoeken en dat het dagen achter elkaar flink kan spoken. Hebben wij even geluk! De huurauto is net zoals alle andere auto’s op het eiland flink gebruikt en verre van nieuw. Omdat onze gereserveerde auto al verhuurd is krijgen we wel een iets grotere wagen; een Suzuki Grand Vitara. Voor een dagje een prima auto, al rammelt hij aan alle kanten. We hebben al mooie plekken gezien en het was fantastisch!

Uiteraard heeft de tand des tijds heeft zijn invloed op de beelden gehad en alle beelden zijn in het verleden een keer omgevallen en/of beschadigd. Gelukkig hebben ze op een aantal plekken de beelden weer rechtop gezet en gedeeltelijk gerestaureerd en op deze manier krijg je een beetje een indruk hoe het vroeger geweest moet zijn; erg indrukwekkend! De plekken waar beelden nog niet geressorteerd zijn iets minder imposant, al zijn ze nog steeds bijzonder. Een ander hoogtepunt is de ‘kraamkamer’ van de beelden, een plek aan de voet van één van de vulkanen waar de beelden uitgehakt zijn. Ze waren nog met honderden beelden bezig toen ze gestopt waren en ze waren zelfs met een beeld van ruim 21 meter bezig. Ons werd niet helemaal duidelijk waarom ze in eens gestopt zijn. Het is bijna niet te geloven hoe men toen in staat was om dergelijke beelden te maken en om ze vervolgens over het eiland te transporteren; echt top sport!

Als we vrijdag vertrekken geeft de B&B eigenaresse ons een ketting met een schelpje met daarin een veertje. Net zoals het ontvangst met de bloemenkrans, is het ook een lokale traditie om iemand een dergelijke ketting mee te geven als iemand weg gaat. Het moet goed geluk brengen en mocht je ooit terug op het eiland komen moet je de schelp in de zee terug gooien, zo is de cirkel weer rond.

Dit eiland is echt heel bijzonder, we zijn erg blij dat we hier naar toe zijn gekomen. Het is een eiland dat je vanuit Nederland niet zo snel zal bezoeken, het is gewoon te ver weg en redelijk duur. Al is dat wel erg zonde; we hebben een fantastische tijd gehad!

Santiago is een stad van ongeveer 9 miljoen inwoners en op bijna elk moment van de dag is het een uitdaging om de stad binnen te komen, zo ook vrijdagavond rond 21.00h. Uiteindelijk weten het hostel te bereiken alleen krijgen we een nieuwe verrassing; een demonstratie voor onze deur. De overheid wil in het zuiden van Chili een waterkrachtcentrale midden in een natuurgebied bouwen en hier zijn duizenden mensen het niet mee eens. Blijkbaar is de demonstratie uit de hand gelopen en heeft de politie traangas gebruikt. Als we uit de taxi stappen merken we het direct aan onze ogen en neus. Het hostel heeft blijkbaar ervaring met traangas en biedt ons direct een halve citroen aan, de geur van de citroen neutraliseert het traangas en hierdoor kunnen we weer redelijk ademhalen.

De volgende dag (zaterdag) gaan we terug naar Argentinië, naar de wijstreek Mendoza. Volgens de Argentijnen zijn ze de vijfde producent ter wereld qua wijnproductie en dat lijkt ons met landen als Frankrijk, Italië, Spanje, Zuid-Afrika, Australië, V.S. en Chili een beetje te optimistisch. Wel maken ze hier erg goede wijnen en de rit vanaf Santiago naar Mendoza door de Andes is echt een feestje; wat een uitzicht!!

We zijn al verschillende keren de grens met Chili en Argentinië overgestoken en ook deze keer verbazen we ons; alles gaat zo inefficiënt. Als toerist moet je verschillende formulieren invullen en daarnaast moeten onze tassen door een scan; ze zijn als de dood dat we fruitvliegjes of souvenirs uit Colombia meenemen. Omdat de regio rond Mendoza onlangs fruitvliegjes vrij is verklaard is een dergelijke scan begrijpelijk, maar de manier waarop dit gebeurt is dat zeker niet. Eerst moet er een half uur gediscussieerd worden hoe het onderzoek dient plaats te vinden en dan gaat men pas tot actie over, irritant als je al die tijd met je tas klaar staat. Gelukkig zijn we na anderhalf uur weer onderweg en als we in Mendoza aankomen valt ons gelijk op dat het er erg droog en vlak is.

Als we later horen dat het gebied rond Mendoza eigenlijk een woestijn is, is het bovenstaande eigenlijk niet zo raar. Het is eigenlijk een super prestatie dat ze in een dergelijke omgeving toch een bloeiende wijn- en fruitsector hebben.

Zondag start de dag enorm goed met het kampioenschap van Ajax!! Helaas liet de internetverbinding het niet toe dat we ‘Langs de lijn’ live konden beluisteren, maar via live scores op het internet konden we de wedstrijd toch redelijk volgen. Wow, wat een prestatie!!! Blijkbaar hebben meer mensen in Mendoza zitten luisteren, want sommige auto’s toeterden er flink op los. Mogelijk heeft het feit dat we midden op straat liepen daar iets aan bij gedragen… hahaha! In ieder geval hadden we een top dag en ’s middags hebben we, net zoals een groot deel van de lokale bevolking, lekker in het park gelegen.

Maandag hebben we onder begeleiding van één van de betere reisorganisaties drie verschillende wijngaarden bezocht. We zijn allebei grote liefhebbers van wijn en als je in hét wijngebied van Argentinië zit, wil je natuurlijk een wijngaard bezoeken. De organisatie had geregeld dat we de betere wijngaarden van de regio mochten bezoeken en dat was echt fantastisch. De eerste wijngaard (Pulenta) maakten zowel witte, rode als rosé wijnen en ondanks dat we rond 9.30h al met een glas in onze hadden (we hebben nog nooit eerder zo vroeg op maandagochtend wijn gedronken!!!) was het direct goed. De eigenaren van deze wijngaard importen auto’s van het merk Porsche in Argentinië en hierdoor hebben ze ook geregeld dat als iemand ergens ter wereld een nieuwe Porsche koopt, de koper een kist met wijn van dit wijnhuis cadeau krijgt. Zeker niet zo maar een wijntje dus; echt super wijnen! Wat ook nog leuk was dat ze ons geblinddoekt verschillende dingen (bijvoorbeeld koffie, vanille en grapefruits) lieten ruiken om vervolgens te kijken of deze geuren ook in de wijnen terug kwamen, erg leuk en grappig om te zien hoe je na zo’n spelletje inderdaad meer geuren uit een wijn haalt. Uiteraard hebben we ook gezien hoe het wijn-maak proces eruit ziet, erg mooi om te zien met hoeveel passie en toewijding deze mensen met het product omgaan.

De volgende wijngaard (Azul) was een zeer klein wijnhuis, maar hier experimenteert men heel veel. Ook erg boeiend om te zien en ook hier hebben we weer topwijnen gedronken. Al was de laatste wel het meest spectaculair. Volgens onze gids is dit wijnhuis (Salentein) eigendom van de Nederlandse familie Pon, ook wel bekend als Pon auto importeur die volgens ons recentelijk nog failliet is gegaan, maar dit laatste wist de gids niet. Het wijnhuis heeft een logo dat vergelijkbaar is met wapen van Nederland en dus is het goed mogelijk dat het waar is. De familie heeft in Argentinië drie verschillende wijngaarden en we hebben de meest prestigieuze bezocht. Hun top wijn (Primus) wordt hier gemaakt en deze wijn is bijvoorbeeld ook tijdens het huwelijk van Maxima en Alexander geserveerd en tijdens de lunch en hebben wij van dezelfde wijn mogen genieten; zonder overdrijven echte topklasse!! We hebben geen idee hoe duur de wijn is, maar we verwachten dat het de eerste en laatste keer is geweest dat we glas van deze wijn hebben mogen drinken, heerlijk! Het schijnt dat Beatrix hier onlangs incognito ook geweest is; het is duidelijk dat onze koninklijke familie weet wat lekker is… De wijngaard is verder als een soort tempel gebouwd; alles in respect voor de wijn. Erg bijzonder om mee te maken. We hebben bijvoorbeeld in Frankrijk en in Nieuw-Zeeland verschillende wijnhuizen mogen bezoeken, maar dit hebben we nog nooit mee gemaakt!

Maandagavond gaan we met een nachtbus door naar het noorden van Argentinië (rit van zo’n 18 uur) en hopen dan in Salta aan te komen. Na Salta gaan we terug naar Chili en in noord Chili gaan we o.a. de Atacama woestijn bezoeken.

Tot dan.

Groetjes,

Lisette en Niels ©

Fantastisch eind van Patagonie in het merengebied van Argentinie en Chili

Waarschijnlijk hebben we genoeg somber weer in Puerto Natales gehad, want maandag is het weer super mooi weer. ’s Nachts vriest het nog redelijk, maar overdag is het heerlijk; veel zon en bijna geen wolkje aan de lucht. ’s Ochtends gaan we eerst de stad een beetje verkennen om daarna onze plannen voor de komende dagen te maken. Bariloche is een heel aardig plaatsje, al kom je voor het gebied rondom Bariloche. Bariloche is de hoofdstad van het merengebied van Argentinië en dat is de reden waarom we hier zijn.

Zondag tijdens de rit van Puerto Montt naar Bariloche hebben we al een klein voorproefje gehad en de komende dagen hopen we meer te zien; het moet een fantastisch gebied zijn. Omdat alles zich buiten de stad afspeelt, betekent het wel dat we vervoer moeten regelen. Uiteraard zijn er verschillende organisaties die ons graag rond rijden, maar wij kiezen er voor om lekker een paar dagen zelfstandig te reizen. Zelfstandig reizen blijft toch het leukste. In Azië is het zeer gebruikelijk om in dergelijke gevallen een brommertje te huren, hier is het meer gebruikelijk om een auto te huren. Niet alleen is het veel te koud om op een brommertje te zitten, de afstanden laten het ook niet echt toe. Dinsdag en woensdag gaan we de 7 meren en grote ronde (circuit grande) rijden en blijven onderweg in de plaats San Martin de los Andes slapen.

Dit hebben we maandagochtend geregeld en ’s middags hebben we in de buurt van Bariloche zo’n 15 km gelopen. Was echt een super wandeling. Niet alleen liepen we heerlijk onder de bomen, maar we hadden ook op verschillende punten fantastische uitzicht over de meren.

Dinsdagochtend begint de dag met een super zonsopkomst, maar als we de auto hebben (een nieuwe Renault Clio) rijden we eerst in de mist. Gelukkig klaart het later op en de route is fantastisch. Niet alleen zijn de meren prachtig, de herfstkleuren maken het helemaal af. Jammer dat de zon er niet uitgebreid bij is, hierdoor komt het op de foto’s iets minder over. Het gebied rond Bariloche staat niet alleen om de meren bekend, ook wordt hier chocolade van hoge kwaliteit gemaakt. Het dorpje Villa La Angostura, ongeveer een uur rijden van Bariloche, is de onofficiële chocolade hoofdstad en uiteraard maken we hier een stop en proeven we even wat chocolade; inderdaad erg lekker!

Niet alleen is het weer heerlijk om na een half jaar weer een keer zelf in een auto te rijden, we kunnen ook overal langs de weg stoppen. Dat klinkt heel normaal, maar normaal gesproken zitten we in een bus en dan heb je deze mogelijkheid niet en dat is af en toe wel jammer. Aan het eind van de middag komen we in San Martin de los Andes en ook dit is een leuk plaatsje. Net zoals Bariloche heeft San Martin dezelfde sfeer als ski dorpen in bijvoorbeeld Frankrijk hebben, omdat je hier in de winter uitgebreid kunt skiën is dat natuurlijk ook niet verrassend.

Woensdag is het een echte herfstdag; het waait flink (het stormt zelfs aan het eind van de dag) en hierdoor is het een beetje guur. Wel is het droog en dan zijn we al snel tevreden. Ook vandaag komen we langs super mooie plekjes, ook dit gebied is weer fantastisch.

Rond 15.00h komen we terug in Bariloche en rijden we nog even een rondje, voordat we rond 19.30h de auto inleveren, in het gebied waar we maandag ook lekker gelopen hebben. We lopen nu weer een kleine wandeling; dit keer lopen we naar een uitkijkpunt. We hebben een mooi uitzicht over twee meren, al waaien we wel bijna van de berg af; het stormt enorm. Lekker uitwaaien dus en daarnaast ook een paar mooie bergen naast en voor je; wat wil een mens nog meer!

De volgende dag (donderdag) is het ijskoud. Er is een koude wind en hierdoor is er een gevoelstemperatuur van onder het vriespunt, waarschijnlijk de koudste dag in Zuid-Amerika. Vandaag hadden we gepland om een lange wandeling vanaf het skigebied van Bariloche (Cerro Catedral) te lopen, al moesten we ’s morgens eerst even langs het ziekenhuis. Wees niet bang, er is ons niets overkomen, maar Niels moet in deze periode zijn derde Hepatitis B vaccinatie (die moet 6 maanden na het zetten van de tweede vaccinatie) laten zetten en via de lokale VVV hadden we achterhaald dat dit in het ziekenhuis kon. Gelukkig hebben we nergens last van, want in dit ziekenhuis zouden we niet graag willen liggen; het is wat verouderd zullen we maar zeggen. Uiteraard spreekt hier niemand Engels, een zuster weet ons uiteindelijk duidelijk te maken dat je een dergelijke vaccinatie niet in het ziekenhuis haalt, maar gewoon bij de apotheker. Vergelijkbaar met Franse steden, kun je hier gelukkig ook op elke hoek een apotheker vinden en bij de derde hebben ze de vaccinatie ook op voorraad. Even de mouw opstropen en het is gebeurd. Blijft toch grappig om tussen de Snickers, snoepjes en pillen zo’n vaccinatie te halen; doen we in Nederland toch een stuk moeilijker over… Als de dame die de spuit zet en ze hoort dat we uit Nederland komen is ze helemaal onder de indruk. Het is gelijk Maxima zus en Maxima zo en we moeten maar naar het restaurant van de broer van Maxima gaan eten (restaurant ligt zo’n 16 km buiten Bariloche). Erg leuk om mee te maken, we hebben trouwens niet bij hem gegeten; lag te ver buiten de stad.

Vervolgens hebben we de bus naar het ski dorp genomen en omdat we vanochtend i.v.m. de vaccinatie iets later op pad zijn en omdat de bus erg laat is, zijn we veel later dan gepland in het dorp. Vergelijkbaar met andere ski dorpen is ook dit dorp buiten het ski seizoen een spook dorp. Het valt ons dan ook niet mee om het begin van het wandelpad te vinden, het lokale VVV kantoor is bijvoorbeeld gesloten en als we het pad vinden is het eigenlijk al te laat; als we nu starten komen we in het donker terug. We lopen nog een rondje door het dorp, maar omdat het hier echt uitgestorven is, is hier ook weinig te beleven. We nemen vervolgens de bus terug naar Bariloche en rommelen hier nog wat aan.

De volgende dag is weer een lekkere reisdag; we willen via een overstap in Osorno in Pucon (beide in Chili) terecht komen. Op zich geen grote uitdaging, maar omdat bussen erg populair zijn in Chili (is de enige vorm van openbaar vervoer), is het af en toe lastig om een kaartje te krijgen. Gelukkig redden wij het wel om in één dag in Pucon te raken, alleen is de overstap niet ideaal; we moeten 6 uur wachten, alle eerdere bussen waren vol. Op zich geen grote probleem. Niet alleen is Osorno een redelijke grote stad, er is ook een soort jaarmarkt. We vermaken ons dus prima, zeker omdat we ook bij een hotel gratis kunnen internetten. Na een prima busrit (hadden een erg luxe bus), komen we rond 23.30h dan eindelijk in Pucon aan.

De volgende dag regelen we twee excursies naar de belangrijkste attracties van Pucon; een beklimming van een vulkaan en een trip naar de heet water bronnen. Dit gaan we allemaal zondag doen (overdag de vulkaan en ’s avonds lekker relaxen bij de hot springs); we hebben er zin in! Verder hebben we verschillende buskaartjes en hotels geregeld, geen spectaculaire dag, wel erg nuttig. Omdat het ’s middags gaat regenen, doen we de rest van de dag weinig.

Zondag moeten we vroeg opstaan om de vulkaan te gaan beklimmen. Gelukkig zijn we dankzij de wakkere hosteleigenaar niet een uur te vroeg opgestaan. Afgelopen weekend is hier namelijk in Chili de wintertijd ingegaan en ook hier gaat de klok een uur terug. Omdat we om 7.00h bij het excursie bureau moeten zijn, is het helemaal niet verkeerd om een uurtje langer te slapen. Na een korte busrit komen we bij de vulkaan, het is de eerst keer dat we de vulkaan zien en moeten toch wel even slikken; wat is hij hoog!! Normaal gesproken kun je de vulkaan goed vanaf Pucon zien, maar omdat het zaterdag slecht weer was, was dat niet mogelijk. Wij hebben gelukkig fantastisch weer; alleen een paar wolkjes en voor de rest zon!!

We beklimmen de Villarrica vulkaan en officieel is dit een actieve (er komt bijvoorbeeld nog rook uit) vulkaan, wel is het ongeveer 25 jaar geleden dat hij voor het laatst uitgebarsten is en zover men het kan voorspellen gaat hij voorlopig ook niets doen. Hij is ruim 2800 meter hoog en ons ‘basis camp’ is op zo’n 1400 meter; we moeten dus zo’n 1400 meter klimmen. Het heeft ons 4 uur gekost om op de top te komen en ondanks dat sommige momenten erg zwaar waren, is de beloning op de top fantastisch; wat een uitzicht en wat is het bijzonder om bij zo’n krater te staan. Omdat het magma zo’n 100 meter onder de top zit kunnen we helaas het magma niet zien, maar voor de rest is het een waanzinnige ervaring!!

Ondanks dat we tijdens deze reis al wat bergjes beklommen hebben was deze klim en met name de afdaling ook bijzonder. De eerste twee uur liepen we over rotsen naar boven, maar tijdens de laatste twee uur liepen we over een gletsjer naar boven. Met onze bergschoenen hebben we uiteraard geen grip op het ijs en daarom kregen we sneeuwklauwen (weten niet of dit de officiële naam is, maar het zijn van die ijzeren punten voor in de sneeuw). Daarnaast gebruikten we een ijspick om tijdens de beklimming meer in balans te blijven. Voor de afdaling kregen we een speciaal pak en verder kreeg de ijspick een nieuwe functie; we gleden namelijk van de gletsjer naar beneden. In het begin was het wel spannend, maar daarna was het erg leuk. Gelukkig heeft iemand wat filmpjes van ons gemaakt en die kunnen we jullie nog een keer laten zien. O.a. dankzij het glijden was de afdeling een eitje. Echt een super gave dag, hele bijzonder ervaring!!

’s Avonds konden we lekker bij de heet water bronnen relaxen, wat een super dag!!

Maandag hebben we nog andere wandeling in de buurt van Pucon gemaakt en om eerlijk te zijn viel deze een beetje tegen. Het was een tip van hostel beheerders en het was voornamelijk een goede sport; helaas weinig mooie uitzichten. Wel was het super weer en we zijn lekker actief geweest. ’s Avonds hebben we de nachtbus naar Santiago de Chile (hoofdstad van Chili) genomen en hier gaan we dinsdag de hele dag lekker rond stappen.

Woensdag begint een nieuw hoogtepunt want dan vliegen we namelijk naar Paaseiland. Dit is het eiland waar speciale beelden staan en die gaan we uiteraard even bekijken. Vrijdag zijn we weer terug in Santiago en zaterdag gaan we naar de wijnstreek van Argentinië; Mendoza. Wordt hopelijk weer een top week (met een extra biertje/wijntje op zondag!!).

Tot dan.

Groetjes,

Lisette en Niels ©

Bootje komt zo......

Het lijkt een beetje een soap te worden, wij en de boot…. Maandagochtend was het lekker weer en we wilden even boodschappen voor onze boottrip gaan doen. De haven ligt vlak bij ons hostel en het leek ons wel aardig om even een fotootje van de boot te maken. Tot onze verbazing was er geen boot. Omdat we er vanuit gingen dat hij pas ’s middags binnen zou komen maakten we nog een grapje dat we deze ‘bruisende’ plaats nooit zouden verlaten. Voor de zekerheid lopen we toch even het kantoortje binnen en zien daar een meisje druk gebaren. Gelukkig praat ze Engels met de medewerker van de bootmaatschappij (Navimag) en al snel wordt ons duidelijk dat er een probleem met de boot is. Op de terugweg van Puerto Montt naar Puerto Natales is de boot in een storm terecht gekomen en hierdoor moest de boot in één van de fjorden schuilen tot de storm voorbij was. Dit is waarschijnlijk zaterdag of zondag gebeurd en hierdoor komt de boot twee dagen te laat in Puerto Natales aan; vervolgens kunnen we pas woensdagavond opstappen en vertrekt de boot donderdagochtend vroeg.

Dit was even een schok voor ons. Niet alleen kun je nog steeds niets in het dorp doen, maar er gaan ook twee dagen van ons schema in Bariloche af. We hebben voor half mei een vlucht naar Paaseiland vastgelegd en hierdoor kunnen we niet alles blijven uitstellen. Omdat we ons geld van de boot maatschappij terug kunnen krijgen als we de trip annuleren, kijken we kritisch naar de alternatieven.

Omdat we in een uithoek zonder veel transportmogelijkheden zitten, zijn er maar twee mogelijkheden; of 3 dagen bussen via El Calafate in Argentinië (hier zijn we al twee keer eerder geweest) of een dure vliegreis. Met drie dagen bussen winnen we niet zo heel veel tijd en omdat de vlucht pas op woensdag beschikbaar is én erg duur is, laten we ook deze optie onbenut. Niet alleen omdat de alternatieve niet echt aantrekkelijk zijn, maar ook omdat de boottrip echt bijzonder moet zijn kiezen we er voor om toch twee dagen te wachten.

Om er zeker van te zijn dat Navimag de boot niet compleet annuleert als er veel annulering zijn (mogelijk kunnen of willen veel mensen niet wachten), gaan we ’s middags terug naar het kantoor om hier duidelijkheid over te krijgen. Gelukkig moet er ook veel vracht richting het noorden en hierdoor zal de boot altijd uitvaren, al zegt hij er gelijk bij dat er geen garanties zijn; het weer kan immers nog roet in eten gooien. We spreken met de medewerker (Oscar) af dat we elke dag even langs komen om de laatste ontwikkelingen te horen, we hebben toch weinig anders te doen. Hij heeft wel humor en zegt dat hij elke dag de koffie klaar zal zetten.

Bij het kantoor komen we meer ‘lotgenoten’ tegen. In het begin waren mensen erg boos en teleurgesteld, maar ook zij zien in dat er weinig alternatieven zijn en uiteindelijk moet iedereen wel een beetje om de situatie lachen. Waarschijnlijk zullen we elkaar elke dag bij het kantoortje zien.

Later op de dag worden we nog door de eigenaar van ons vorig hostel verrast. Hij is inmiddels beter en komt zijn verontschuldigingen voor de hele situatie aanbieden. Hij heeft zelfs een mooie fles wijn en chocolade meegenomen, super aardig. De dag wordt steeds beter, het weer wordt ook zelfs beter. Omdat de eigenaar goed Engels spreekt kon hij ook uitleggen wat er precies is gebeurd. Zijn vrouw spreekt alleen Spaans en omdat ons Spaans verre van vloeiend is, was er toch sprake van een taalbarrière en begrepen we sommige details niet. Blijkbaar hadden de andere gasten niet alleen toiletpapier doorgespoeld, maar waarschijnlijk ook een krant en mogelijk ook een fles!! Niet te geloven wat mensen allemaal doen. De loodgieters hadden de ruim 2 dagen nodig om de blokkade te verhelpen.

Omdat we toch tijd zat hadden en wilden voorkomen dat we de trouwste bezoekers aan het lokale museum zouden worden, gaat Lisette dinsdag lekker uitgebreid naar de kapper en hebben we o.a. geregeld dat we in Peru een alternatieve Inca track kunnen doen.

Aan het eind van de ochtend komt op woensdag eindelijk de boot de haven binnen varen. We gaan toch nog even bij Oscar langs om te horen of alles nog steeds volgens plan verloopt en hij verzekert ons dat alles in orde is. Om dit te bevestigen geeft hij alvast ons onze boardingcards. ’s Middags kijken we voor het eerst sinds 6 maanden weer volledig een voetbal wedstrijd, Real Madrid – Barcelona. Spectaculaire wedstrijd (zeker met het enthousiaste Chileense commentaar, zelfs Lisette vond het leuk om deze wedstrijd te kijken.

Na het eten stappen we dan echt aan boord van het schip. Het is een flinke boot al is dit meer een vrachtboot dan een volledige passagierschip. Hierdoor hoeven we het schip niet met heel veel mensen te delen, totaal zijn er zo’n 50 mensen (dit inclusief vrachtwagen chauffeurs). Net zoals vorige week hebben ze het ‘kleinere’ schip ingezet (eerst was verteld dat het grotere schip op een andere route werd ingezet, maar aan boord hebben we via foto’s gezien en gehoord wat de echte reden was; eind januari heeft het schip namelijk een eiland geramd en daardoor grote schade opgelopen). We hebben hierdoor zelfs een up-grade gehad. We hadden een gedeelte kamer met 4 personen gereserveerd (zonder raam) en zouden de badkamer met nog meer mensen moeten doelen. Omdat deze vrachtboot dergelijke kamers niet heeft, krijgen we een kamer die we wel met 2 andere mensen moeten delen, maar die wel een eigen badkamer en een raam heeft.

De andere mensen zijn een Nederlandse (al is ze in Zuid-Afrika geboren en woont ze inmiddels in Australië) en een Australiër. Aardige mensen, al hebben we het met de andere mensen aan boord ook erg getroffen.

De volgende ochtend worden we wakker met een spectaculaire zonsopkomst en rond 8.00h komt eindelijk het moment waar we dagen naar uitgekeken hebben; we verlaten de haven van Puerto Natales.

In het begin is de wind niet zo krachtig, maar als de boot eenmaal op snelheid stormt het rond de boot. Volgens een medewerker waait het met een gemiddelde snelheid van zo’n 100 km/h, al komen uitschieters ruim boven deze snelheid ook vaak voor.

Na een uurtje komen we bij een zeer nauw gedeelte terecht, dit is uiteraard erg spectaculair. Daarnaast zijn er ineens twee regenbogen aan de hemel; eentje is zelfs helemaal rond. Goed begin van de dag! Helaas was dit gelijk ook het beste uitzicht van de dag; de rest van de middag hangen de bergen voornamelijk in de mist en wolken. Overdag lezen we wat en kijken een filmpje. Opvallend genoeg vervelen veel mensen zich, ze hadden waarschijnlijk verwacht dat ze de hele dag vermaakt zouden worden.

Vrijdagochtend is het goed weer en als we een korte stop bij het plaatsje Puerto Eden (gehucht van tien huizen en alleen per boot bereikbaar en daarom maken we hier een stop) maken hebben we weer een fantastisch uitzicht.

’s Avonds denken we walvissen gezien te hebben, al was het erg ver weg en hierdoor zijn we niet erg zeker van onze zaak. Ze komen normaal gesproken wel in deze wateren voor.

Hoe noordelijker we komen, hoe minder sneeuw we vervolgens zien. Uiteraard vinden we dit wel jammer, al krijgen we hierdoor wel beter weer.

Zaterdag, Koninginnedag, is de beste dag van onze boot trip; er is bijna geen wolkje aan de hemel. Op sommige momenten mag je de brug binnen lopen en ’s ochtends komen we daar onze gids tegen. Gids is misschien niet het beste woord, maar deze man begeleidt de gasten gedurende de trip en kan ook nog wat over de omgeving vertellen. Aardige vent (is super enthousiast over zijn werk en de omgeving) en op de brug vertelt hij van alles over de omgeving. We zijn verbaast als we horen dat hier in de omgeving ook nog redelijk wat vulkanen zijn, later in de ochtend zien we er zelfs één; de Maca vulkaan. Hij weet ons ook nog te vertellen dat één van de actieve vulkanen in de omgeving (helaas was het donker toen we langs de vulkaan voeren), één van de reden is dat het in Quensland (Australië) begin dit jaar zoveel geregend heeft. En ook dat de koude december maand in West-Europa is door de vulkaan in IJsland (die met die mooie lange naam) veroorzaakt is. Interessant verhaal.

Uiteraard hebben we ons ook voor Koninginnedag een beetje verkleed, zie de foto’s. Men werd wel een beetje zenuwachtig toen ze ons de hele dag zo zagen rond lopen….

Het blijft de hele dag super weer en we zijn dus veel buiten, heerlijk. ’s Avonds zien we weer walvissen, deze waren dankzij het mooie weer beter te zien.

Zondagochtend komen we in Puerto Montt aan (eindbestemming van onze boot trip) en omdat dit een saaie stad is reizen we gelijk naar Bariloche (officieel San Carlos de Bariloche) in Argentinië door. Weer gaan we naar de andere kant van de Andes en omdat het vandaag ook super weer is, zien fantastisch mooie bergen. Ook dit gebied is weer prachtig, gelukkig blijven we hier lekker een aantal dagen om alles te bekijken.

Tot dan.

Groetjes,

Lisette en Niels ©

De boot was vol; daarom een paar heerlijke dagen in Torres del Paine.

De boot was helaas vol en daarom zijn we deze week toch naar het nationaal park Torres del Paine geweest. De boot maatschappij had recentelijke verschillende wijzigingen doorgevoerd en één van de wijzigingen was dat er een kleinere boot ingezet zou worden, i.p.v. de geplande 260 passagiers waren er nu maar 60 passagiers welkom. Ze hadden dus genoeg problemen om de geboekte passagiers te accepteren laat staan dat er twee passagiers extra mee konden.

Omdat er eigenlijk een uur tijdverschil tussen Argentinië en Chili is, hadden we de klokken een uur terug gezet, maar we kwamen er bij het kantoor van de bootmaatschappij achter dat dit helemaal niet het geval was. Wat is er gebeurt? De nieuwe regering van Chili heeft onlangs besloten dat de wintertijd niet in maart maar ergens in mei ingaat; ze hopen hiermee energie te besparen. Klinkt een beetje als symbool politiek, al is het goed dat het onderwerp ook hier op de agenda staat.

Vervolgens was het dus maar hopen dat het weer in Torres del Paine mee zou vallen. Van tevoren hadden we bedacht dat we in het nationale park de bekende ‘W wandeling’ zouden kunnen maken. In het nationale park draait het om drie bergketens die achter elkaar staan en aan de achterkant aan elkaar verbonden zijn. Hierdoor ontstaan er vervolgens twee valleien en dus ook een soort W, vandaar de naam. De wandeling duurt gemiddeld zo’n 5 dagen en omdat je minimaal één nacht in een tentje slaapt, zochten we naar 5 redelijk droge dagen. We vinden wandelen in de bergen erg leuk, maar we zijn wel een beetje droog weer wandelaars. Niet alleen hebben we niet de juiste kleding bij ons, met name een goed winddicht regenpak, maar dankzij de regen zie je ook de bergen niet en daar komen we juist voor.

Nadat we in een hostel zijn ingecheckt (wederom weer een super hostel) en we door de eigenaar met informatie over het park overladen worden, bekijken we het weerbericht. Dinsdag is nog slecht, maar woensdag en donderdag moeten beter zijn, vrijdag worden er zelfs sneeuwstormen verwacht. Zaterdag en zondag zouden ook zeer wisselvallig zijn. Met een dergelijke weersverwachting lijkt het ons geen slim idee om de W te gaan te doen en onze hostel eigenaar stelt voor om de U te doen; je doet dan de helft van de W. Door de U te doen kunnen we in één lodge in het park verblijven en vanuit daar onze momenten pakken; is het droog of redelijk droog gaan we lekker er op uit en als het regent blijven we lekker bij de openhaard. Omdat we maar in één kant van het park gaan wandelen komen we niet bij de belangrijkste bergen van het park; de Torres del Paine. Vertaald naar het Nederlands; de torens van Paine. Het zijn drie spitsige bergen naast elkaar. Ze zijn vergelijkbaar met de Cerro Torre die we vorige week in El Chalten gezien hebben (al zijn deze wel iets kleiner). Uiteraard vinden we dit erg jammer, al is de kans om deze bergen te zien redelijk klein; ze zitten vaak in de wolken.

In vergelijking met het Argentijnse deel van Patagonia ligt Torres del Paine aan de andere kant van de Andes . De omgeving is dus vergelijkbaar, al heeft dit gebied meer meertjes en dat zorgt altijd voor een spectaculair uitzicht.

Het park ligt zo’n 150 km ten noorden van Puerto Natales en omdat de wegen niet al te best zijn, zijn we na zo’n 3 uur rijden in het park en een paar uur later (we moesten eerst met een bootje een meer over) komen in ons basiskamp aan en het is inderdaad slecht weer. Later in de middag is het droog en we lopen in zo’n 2 uur naar een uitzichtpunt, maar we zien helaas niets; de bergen zitten allemaal in de wolken. Hopelijk klopt het weerbericht voor woensdag en is het weer beter.

Al is de lodge veel groter dan de theehuisjes in de bergen van Nepal, er hangt wel een vergelijkbare sfeer. Je komt heel makkelijk met andere wandelaars in contact en dat is altijd erg leuk. Zo spreken we o.a. een Italiaan die nog nooit gekampeerd heeft en nu besloten heeft dat de ruige omgeving en weersomstandigheden een mooi moment zijn om te gaan kamperen, daarnaast nog een paar Duitse meiden waarvan de tent de nacht ervoor is gaan lekken en nu met natte spullen zitten en daarnaast ook een aardig Nederlands meisje, Nanette. Ze loopt stage in Santiago (hoofdstad van Chili) en ze maakt af en toe wat tripjes om ook wat van het land te zien. Ze studeert toevallig ook nog in Breda en dat maakt het helemaal leuk.

Omdat de lodge erg duur is, hebben we zelf eten meegenomen en ’s avonds maken we een heerlijke maar vooral simpele camping pasta. Ondanks het weer toch nog een prima eerste dag.

Als we woensdagochtend wakker worden is het flink opgeklaard en na het ontbijt gaan we er lekker op uit. Vandaag willen we de grootste wandeling naar de Franse vallei (één van de valleien) lopen. Het is een flinke wandeling van ongeveer 25 kilometer en gemiddeld toen mensen er zo’n 10 uur over. Omdat we pas 9.00h weg kunnen, daarvoor is het nog donker, moeten we wel de tijd in de gaten houden anders komen we in het donker terug en dat wil je niet.

In vergelijking met de wandelingen die we in El Chalten gedaan hebben is dit gebied veel ruiger. De paden zijn bijvoorbeeld lastiger en de wandelingen zijn gemiddeld ook langer, daarnaast staan er weinig bomen en hebben de elementen (de wind in het bijzonder) vrij spel. Dit laatste hebben we dinsdag met name gemerkt. Woensdag viel dit erg mee en we lopen heerlijk. In de vallei is het echt fantastisch lopen, links en rechts van ons staan enorme bergen en daarnaast komen we ook nog verschillende gletsjers tegen. Echt spectaculair, er vallen weer veel ijsblokken van de gletsjers. Omdat we geen zware tenten en andere spullen bij ons hebben lopen we gemiddeld sneller dan de andere wandelaars en na 8 uur zijn we weer terug. Zeker omdat het vandaag af en toe zonnig en met name droog was, hebben we een heerlijke dag gehad. Morgen willen we na een andere grote gletsjer gaan lopen, hopelijk hebben we weer droog weer.

Donderdag is het weer nog beter en dus perfect weer om naar de gletsjer te lopen. De wandeling is minder lang (wel nog zo’n 22 km), maar zeker net zo pittig en net zo spectaculair. Ook deze gletsjer smelt en aan het begin van de wandeling zien we grote ijsblokken (zijn eigenlijk meer ijsbergen) in het meer liggen. Geen slecht begin. Na een paar uur lopen komen we bij een uitzichtpunt aan en het uitzicht is super; het is één van de grootste gletsjer die we tot nu toe gezien hebben. De wandeling gaat tot aan het begin van de gletsjer en hier hebben we helemaal een fantastisch uitzicht! Er liggen hier meer ijsbergen en mede dankzij het mooie weer is het een heerlijk plekje. Op de terugweg komen we nog de speciale specht tegen. Super dag!

De volgende dag regent het niet, maar het hoost. We spreken mensen die met een wandeling gestart zijn, maar na twee uur besloten hebben om terug te gaan; het is verschrikkelijk slecht. Voor ons mooi het teken om terug naar Puerto Natales te gaan, hier kunnen we toch weinig meer doen. Gelukkig wordt het rond de middag droog als we de boot en bus pakken. Later als we bij een kantoor van het nationale park nog een aantal mensen ophalen kunnen we zelfs de Torres del Paine in de verte zien. We hadden al gehoord dat het weer in de bergen snel kan veranderen, maar dit is wel erg extreem.

Al hebben we niet de bekende wandeling kunnen doen en een deel van het park nauwelijks kunnen zien, we hebben toch een super tijd gehad. Achteraf gezien was het eigenlijk helemaal niet zo erg dat we de boot niet eerder konden nemen; we hebben nu een paar heerlijke dagen in Torres del Paine gehad.

Op de weg naar Puerto Natales stoppen we nog bij een weilandje waar een paar Condor’s een schaap of iets dergelijks (er is alleen een karkas over en kunnen niet meer zien wat het is) aan het eten zijn en hierdoor kunnen we deze enorme vogels van dichtbij zien, fantastisch!

Omdat we ons maandagavond pas bij de boot moeten melden, blijven we het weekend in Puerto Natales. Gelukkig hebben we nog wat goede boeken bij ons, want in het dorp en in de omgeving is er niets te doen.

Zaterdag, als we lekker in de boeken zitten om de rest van onze reis te plannen, is er nog enige consternatie. Niet alleen is de hele familie van het hostel ziek, maar het grootste probleem ontstaat in de badkamer. In Zuid-Amerika kun je toiletpapier niet door het toilet spoelen; de pijpen zijn erg smal en daardoor blokkeert de boel snel. Helaas heeft één van de gasten dit wel gedaan en er is een grote blokkade. Het enige familielid dat niet ziek is, is druk bezig om de boel te herstellen en rent de hele dag heen en weer. Ze spreekt geen woord Engels en rond 18.00h begrijpen wij dat het vandaag niets meer wordt; we moeten een ander stekje zoeken. Ondanks alle hulp van andere familieleden kunnen ze het niet repareren en omdat het Pasen is, is er maandag pas weer een loodgieter beschikbaar. Gelukkig vieren de Chilenen niet uitgebreid Pasen, in Argentinië zitten bijvoorbeeld alle hotels dit weekend vol, en kunnen we zonder veel moeite een ander hostel vinden. Ze vinden het erg vervelend voor ons, maar eigenlijk zijn hun problemen veel groter.

Maandagavond zullen we dan uiteindelijk toch op de boot stappen en deze vertrekt dinsdagochtend vroeg. Met deze boot gaan we door de fjorden van zuid Chili varen en hopelijk zit het weer weer een beetje mee en zien we weer spectaculaire gletsjers en ijsbergen. De boot komt vrijdagochtend vroeg in de haven van Puerto Montt aan en vanaf deze plaats gaan we weer terug naar Argentinië, om precies te zijn gaan we dan naar Bariloche in het meren gebied van Argentinië. Het wordt hopelijk weer een spectaculaire week.

Tot dan.

Groetjes,

Lisette en Niels ©

Geweldig vervolg in Patagonia

Dinsdagochtend zijn we naar El Chalten gegaan. Het plaatsje (al is gehucht een beter woord) ligt zo’n 200 kilometer ten noorden van El Calafate en omdat de Argentijnse bussen lekker doorrijden zijn we er in 2 ½ uur.

El Chalten is een zeer klein dorpje, weinig spectaculair. Gelukkig komen we niet voor het dorpje maar voor de bergen rondom het dorp. Vergelijkbaar met Ushuaia heeft El Chalten ook prachtige bergen, met name de bergen Fitz Roy en de Cerre Torre zijn spectaculair. De lokale natuurorganisatie heeft verschillende wandelingen in het gebied uitgezet en hier gaan we de komende dagen met veel plezier gebruik van maken.

Is nu laag seizoen en hierdoor maakt het dorpje helemaal een uitgestorven indruk. Veel hotel en restaurant eigenaren sluiten na het hoog seizen (september t/m maart) hun deuren. Ondanks dat veel hotels gesloten waren, hadden we verwacht dat we hier redelijk eenvoudig een hotel konden regelen, het is immers laag seizoen. Dit viel tegen, het is noodzakelijk om van tevoren reserveringen te maken en omdat we eerder dan gepland uit El Calafate zijn vertrokken is dat bij ons niet gelukt. Gevolg is dat we de eerste nacht niet direct in de B&B kunnen slapen die onze voorkeur heeft, we moeten eerst in een mindere en duurdere tent slapen. Dit is wel een groot verschil met Azië. Ook al was het hoog seizoen, je kon bijna overal zonder te reserveren binnenlopen. In Argentinië hebben we zowel de bussen als de hotel overnachtingen van tevoren moeten reserveren en dan is het nog laag seizoen! In het hoog seizoen moet je waarschijnlijk weken van tevoren zaken vastleggen. Omdat we ons plan frequent wijzigen is dat niet zo handig; we willen graag flexibel blijven. Even wennen dus, gelukkig zijn de hotels wel erg goed via e-mail te bereiken. Een ander voorbeeld is de Inca Trail in Peru. Dit is de bekende 5 daagse wandeling naar Machu Picchu. Volgens onze originele planning wilden we dit in Juni gaan doen, maar we kwamen er deze week achter dat op moment alles t/m Augustus vol zit. Niet te geloven, deze wandeling moet je dus bijna een half jaar van tevoren vastleggen! We gaan nog even kijken of we op een later moment kunnen, al zal het zeer waarschijnlijk een alternatieve wandeling worden. Toch wel jammer!

Een andere verrassing is de Argentijnse keuken. Uiteraard is de steak uitgebreid aanwezig, Argentijnen zijn zelfs de grootste vleeseters ter wereld, maar ook de pizza en pasta vormt een belangrijk onderdeel. Zelfs schnitzels komen we op grote schaal tegen. Dat hadden we niet verwacht, we hadden mogelijk een iets verfijndere keuken verwacht. El Chalten heeft bijvoorbeeld een stuk of 10 restaurantjes en daarvan zijn er zeker 5 pizzeria’s. Al moeten we wel zeggen dat ze goede pizza’s kunnen maken.

Als we dinsdag in El Chalten aankomen is het druilerig en zeer bewolkt; de bergen zijn nauwelijks te zien. We proberen de dag nuttigen te gebruiken door onze site bij te werken en met wat mensen te Skypen. Omdat we in een uithoek met zeer beperkt internet zitten lukt het Skypen niet en het versturen van de foto’s duurt uren, gelukkig lukt dat uiteindelijk wel.

De volgende dag gaan we lekker wandelen. Omdat het weer vandaag (woensdag) wel beter maar nog niet optimaal is, besluiten we om alleen een aantal kleinere wandelingen te doen. Als het goed is wordt het donderdag en vrijdag beter weer en dan gaan we naar de grotere bergen; de Fitz Roy en de Cerro Torre.

We lopen heerlijk en gelukkig komen de bergen aan het eind van de middag een beetje uit de wolken. ’s Nachts heeft in het dorp geregend en in de bergen is de neerslag als sneeuw gevallen. Eén van de wandelingen leidt naar een uitkijkpunt boven op een berg en tijdens het klimmen lopen we al we snel in de sneeuw. Het is geen heel dik pak, maar wel dik genoeg voor een sneeuwballen gevecht; helaas is dat niet de specialiteit van Lisette…

Aan het begin van de avond hebben we geluk en kunnen we de Fitz Roy helemaal vrij van wolken vanuit het dorp, zelfs vanaf onze hotelkamer, zien, dit was de hele dag nog niet gelukt. Volgens de Argentijnen gebeurt dat ook niet vaak; hebben wij even geluk! Hopelijk kloppen de weersverwachtingen en is het morgen weer mooi weer.

En de weersverwachtingen klopten; we hebben de hele dag geen wolkje gezien en konden hierdoor alle bergen fantastisch zien! We hebben echt geluk. Het begint misschien een beetje eentonig te worden, maar we hadden weer een top dag. Omdat we gehoord hadden dat de top van de berg Fitz Roy vroeg in de ochtend mooi rood zou kleuren, zijn we eerst naar het uitzichtpunt gelopen waar we gisteren ook zijn geweest. De zon komt in dit deel van Argentinië gelukkig pas rond 8.00h op en we hoeven dus niet super vroeg op te staan. Het was even klimmen op de vroege ochtend, maar het was de inspanning zeker waard; de berg kleurde inderdaad fantastisch mooi rood. Daarnaast was het een mooie warming-up voor onze grote wandeling.

Na dit ochtend ritueel zijn we aan deze wandeling begonnen. In dit gebied heb je twee belangrijke wandelingen, de eerste naar de Fitz Roy en de andere naar de Cerro Torre, en vandaag doen we de Fitz Roy en vrijdag de Cerro Torre. Dit is de langste van de twee en als we de kaart van het Nationaal Park mogen geloven, lopen we vandaag inclusief onze ochtendtrip zo’n 28 kilometer. Dat lijkt ons wat veel, maar het is wel een fantastische wandeling. Uiteraard helpt het weer ook enorm. Eerst lopen we door een vallei naar de berg en in het laatste deel klimmen we tot aan de voet van de berg. Aan de voet van de berg heeft zich een mooi meer gevormd. Dit laatste gedeelte is best stijl en doordat het vannacht redelijk hard gevroren heeft en er sneeuw ligt is het af en toe best glad. Wel is het uitzicht spectaculair, volgens sommige zelfs het beste uitzicht van Argentinië. We zullen de laatste zijn die deze stelling in twijfel trekken, we genieten gewoon. Niet alleen is de berg mooi te zien, maar ook de gletsjers die rond de berg liggen zijn goed te zien. Af en toe rommelt het flink, het lijkt wel of er een lawine onze kant op komt. Gelukkig is dat niet het geval, waarschijnlijk is er een groot ijsblok van een gletsjer afgebroken. Als we ons omdraaien kijken we over de vallei uit en zien we weer andere prachtige bergen, wat een mooi plekje!

Na 28 kilometer gelopen te hebben vinden we dat we ’s avonds wel een mooie steak verdiend hebben, gelukkig zitten we in Argentinië en maken ze een enorme steak voor ons klaar. Daarnaast is ook gelijk een beetje krachtvoer voor de wandeling van morgen. De wandeling naar de Cerro Torre is iets korter en hopelijk net zo mooi als vandaag. Wel nog even duimen dat het weer zo heerlijk blijft.

Het is de volgende dag een heerlijke dag, helaas komen er wel een paar wolken langs. En laten deze wolken net besluiten om rond de berg te blijven waar wij naar toe lopen. De berg Cerro Torre hangt bijna de hele dag in de wolken en is daardoor lastig of helemaal niet te zien. Gelukkig verandert de wind rond de middag van richting en kunnen we, als we bij het eindpunt aankomen, de toppen prima zien. We hebben dus weer geluk! De wandeling is iets minder spectaculair, maar het blijft heerlijk om hier rond te lopen. De bergen zijn fantastisch! Het eindpunt van de wandeling is een meer aan de voet van de Cerro Torre en hier lopen we lekker een klein rondje. Een gletsjer komt uit op het meer en hierdoor drijven er verschillende ijsblokken, altijd mooi om te zien. Zoals gezegd hadden we ook net geluk dat we op het juiste moment de berg konden zien, daarnaast kunnen we heerlijk in de zon lunchen. Onderweg komen we nog een Condor paar (dit zijn de grootste roofvogels in Zuid-Amerika) en nog een bijzonder specht tegen. Als we weer terug naar El Chalten lopen gaat het harder waaien en deze wind maakt het ijskoud. Het is een teken aan de wand dat het weer gaat veranderen. Aan het eind van de middag vallen er al een paar druppels en zaterdag gaat het volgens de weersvoorspellingen veel regen. Voor ons dus een mooi moment om terug naar El Calafate te gaan. Niet dat het zo’n leuk plaatsje was, al verblijven we bij fantastische mensen in een leuke B&B, maar hier pakken we maandag de bus naar Puerto Natales in Chili. Als we in El Calafate aankomen merken we dat we niet meer in de bergen zitten; er is nauwelijks wind en in de zon is het gewoon warm. Heerlijk weer dus, we kunnen bijna op een terrasje gaan zitten. Helaas is daar nog iets te koud voor. Wel is het heerlijk weer om naar een vogelreservaat te lopen. Vlakbij El Calafate ligt het grote Lago Argentino en tussen het dorp en het meer liggen een aantal kleine meertjes waar vogels zitten; het lokale vogelreservaat. Ondanks dat we weer veel roofvogels zien, zijn de flamingo’s toch de mooiste bewoners.

Voor het vervolg van onze reis hebben we een probleem, al is probleem wel een groot woord. Vanuit El Calafate willen we maandag de Chileense kant van Patagonia gaan bekijken, om precies te zijn willen we naar het Torres del Paine nationale park. Het park moet net zo mooi zijn als het Argentijnse deel van Patagonia, het probleem is alleen dat er voor komende week veel regen is voorspeld. Zoals iemand het treffend voor verwoorde; in de herfst is het hier qua weer alles of niets. De afgelopen week was het voor ons alles en we zouden het jammer vinden als het de komende week niets wordt, al wisten we van tevoren dat we in de herfst een risico liepen.

We zijn daarom nu aan het kijken of we het programma aan kunnen passen. Na het Torres del Pain hebben we een boot trip van enkele dagen in het Fjorden gebied van Chili geregeld en we proberen nu deze boot trip naar voren te halen. Hopelijk gaat dit lukken, anders hopen we dat de weersvoorspellingen deze keer niet kloppen.

Tot dan.

Groetjes,

Lisette en Niels©